KR: Angststoornis Flashcards

1
Q

Angst kan een gevoel, symptoom of stoornis zijn. Wat is het verschil tussen symptoom en stoornis?

A

symptoom: bij een andere psychische/somatische aanodening
stoornis: angst staat centraal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waarom is terechte vrees nuttig?

A

beschermt je tegen gevaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is de definitie van psychiatrische ziekten?

A

ziekten met psychische klachten en symptomen die gepaard gaat met lijden en/of sociaal disfunctioneren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is de meest voorkomende angst in NL?

A

tandartsenfobie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn de vier psychische functies?

A

cognitieve functies (‘kennen’), affectieve functies (‘voelen’), conatieve functies (‘willen’) en somatische verschijnselen (‘lichamelijk functioneren’)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke psychische functies zijn het vaakst aangedaan bij angst?

A

Affectieve en cognitieve functies

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Voortdurende angst bij een ernstige psychotische depressie kan heel kwellend zijn. Angst bij een psychose komt vaak voort uit …

A

waanideeën en paranoïde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Depressie gaat meestal gepaard met …

A

angst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn verschillende soorten angststoornissen?

A
  • Algemene angst (angstige stemming dat alles mis zal gaan)
  • Fobie: angst (vrees) voor een specifieke situatie die dan meestal vermede wordt (zoals hoogte, besloten ruimte, grote ruimte, sociale contacten, spinnen, bloed, etc)
    o Meest voorkomend: tandartsfobie, hoogtefobie, spinnenfobie.
  • Paniek: aanvalsgewijze hevige angst met ook veel lichamelijke verschijnselen
  • Ziekte-angst (hypochondrie: angst voor ziekte)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Britt heeft sinds 10 jaar paniekaanvallen die zijn ontstaan na de geboorte van haar kind, en die ertoe hebben geleid dat ze nauwelijks meer de staat op gaat of onder de mensen komt. Wat is de classificatie?

A

(1) paniekstoornis en (2) agorafobie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hans heeft sinds ruim 40 jaar een angst voor bijna alle (alledaagse) situaties, waar hij zeer onder lijdt en waardoor hij in zijn psychosociale functioneren ernstig wordt beperkt. wat is de classficatie?

A

gegeneraliseerde angststoornis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Iris is overgevoelig voor allerlei omgevingsprikkels en heeft een voortdurend gevoel van onveiligheid in huis, zowel voor ongevallen als voor indringers, waarbij dat dit geen psychotische vorm aanneemt (ze beseft dat de angst niet reëel is), maar die wel heeft geleid tot grote aanpassingen in haar leefsituatie en dat zij nauwelijks alleen kan zijn. Wat is de classificatie?

A

gegeneraliseerde angststoornis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Joke heeft sinds vele jaren een een fobie in de vorm van ernstige smetvrees, die gevolgen heeft voor haar alledaagse functioneren, en die leidt tot dwanghandelingen, hoewel zij beseft dat haar angst en het daaruit voortkomende gedrag irreëel is. Wat is de classificatie?

A

(1) specifieke fobie en (2) obsessief-compulsieve stoornis (dwangstoornis)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Vaak komen goedbedoelde adviezen ‘het valt wel mee’ maar die helpen niet. Of er is onbegrip. ‘Stoornis’ kan helpen om het serieus te maken. Mensen leren ermee omgaan maar gaat niet volledig weg.

A

top

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly