Neuro 6: basale ganglia en brein Flashcards

1
Q

Hoe is de grijze en witte stof verdeeld in het ruggenmerg?

A

binnen grijze stof en daaromheen witte stof

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe is de grijze en witte stof verdeeld in de hersenen?

A

binnen witte stof en randen grijze stof

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Grote hersenen (cerebrum)

A

twee hersenhelften die bijna onafhankelijk van elkaar werken. Ze bedienen de vrijwillige acties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hersenschors

A

Buitenste laag van de grote hersen. de hersenschors is sterk gevouwen en heeft een groter oppervlak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Gyrus

A

Hersenwindingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

fissurae

A

Diepe groeven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

sulcus

A

Ondiepe groeven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Centrale sulcus

A

sulcus tussen frontale en pariëtale kwab: aangrenzend met precentrale en postcentrale gyrus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Precentrale gyrus (M1)

A

primaire somatomotor cortex; eerste motor neuronen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Postcentrale gyrus (S1)

A

primaire somatosensibele cortex; eerste tactiele informatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Laterale fissurae (sylvius)

A

gyrus gevormd door buiging van de hersenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

kwabben

A

frontaal, pariëtaal, occipitaaal en temporaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Kleine hersenen (cerebellum)

A

voorspellen de toekomst op een paar milliseconden voor bescherming
o zorgt voor coördinatie, precieze en gladde beweging

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Tussenhersenen (diencephalon)

A

bevindt tussen cerebrum en mesencephalon
o Bestaat uit: thalamus, hypothalamus, hypofyse en epifyse

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hersenstam (truncus cerebi)

A

voortzetting van de ruggenmerg, je ziet dus ook de karakteristieken van de ruggenmerg
o Medulla oblongata: verlengde merg
o Pons: brug
o Mesencephalon: middenhersenen
o Ruggenmerg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Medulla oblongata

A

verlengde merg

17
Q

Pons

A

Brug

18
Q

Mesencephalon

A

middenhersenen

19
Q

Hersenbalk (corpus callosum)

A

verbinding tussen twee hersenhelften
o Stevige structuur omdat het bestaat uit gemyeliniseerde axon

20
Q

Ventriculair systeem

A

holtes met cerebrospinale vloeistof als bescherming
o Contrast tussen ventrikels en hersenweefsel is goed te zien

21
Q

Welke ventrikel zijn belangrijk voor de basale ganglia?

A

Laterale ventrikel (cerebrale hemisfeer) en 3e ventrikel (diencephalon) zijn belangrijk voor basale ganglia

22
Q

Welke kanten zijn bij de basale ganglia?

A

 Roof: corpus callosum
 Lateral wall: caudate nucleus
 Denkbeeldige lijn daarvan is putamen

23
Q

Basale ganglia

A
  • Alle axonen uit de hersenschors komen gaan naar de basale ganglia (begint bij striatum)
  • De informatie uit de hersenschors wordt gefilterd en uiteindelijk doorgegeven aan de (pre) motor cortex. De (pre) motor cortex gaat dan uiteindelijk het signaal doorgeven aan de 2e motor neuron
  • De cortex is uit zichzelf stupide, daarom wordt het ondersteund door de basale ganglia. De basale ganglia helpt met de coördinatie van cortex. De output van de cortex wordt uiteindelijk via de thalamus teruggestuurd naar de motor cortex.
24
Q

Subcorticale striatum circuit

A

onder cortex bevinden zich de basale ganglia die informatie verwerken

25
Q

Striatum

A

caudate nucleus en putamen