Neuro 11: myasthenia gravis; kliniek en neurofysiologie Flashcards

1
Q

Myasthenia Gravis (MG)

A
  • Ernstige vermoeibare spieren
  • Wisselende spierzwakte
  • Zwakte neemt toe na inspanning en verbetert na rust
  • Auto-immuunziekte
  • Gefluctueerde en regionale verschillen
  • Er ontstaan antilichamen, meestal tegen de receptor voor Acetylcholine (zit in de neuromusculaire overgang)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Myasthenia Gravis vormen

A

o Oculair: hangende oogleden en dubbelzien
o Gegeneraliseerd: algehele zwakte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Myasthenia Gravis symptomen

A

o Ptosis: hangende oogleden
o Dysarthrie: articulatie stoornis/onverstaanbaar spreken
- Thymoom: Een thymoom is een tumor die is ontstaan vanuit de zwezerik (thymus), een orgaan dat tussen het hart en het borstbeen ligt. De thymus is van belang bij de ontwikkeling van het afweersysteem. (15% hebben een thymoom)
o Thymus wordt verschrompeld als je volwassen wordt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Myasthenia Gravis pathofysiologie

A

o Er ontstaan antilichamen, meestal tegen de receptor voor Acetylcholine (zit in de neuromusculaire overgang)
o Post-synaptische stoornis: zenuw spreekt op normaal volume maar de spier is doof: Minder ACh receptoren
o Pre-synaptische stoornis: de spier kan normaal horen maar de zenuw fluistert: Minder calcium afgifte
o Zieke eindplaatpotentialen (EPP):
- Jitter: drempelwaarde wordt wel bereikt, maar er is een spreiding van tijd tussen de actiepotentialen
- Block: drempelwaarde wordt niet bereikt –> geen spiercontractie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Jitter

A

drempelwaarde wordt wel bereikt, maar er is een spreiding van tijd tussen de actiepotentialen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Block

A

drempelwaarde wordt niet bereikt –> geen spiercontractie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Lambert-Eaton Myastheen syndroom (LEMS)

A
  • Zeldzamer dan myasthenia gravis
  • Komt vooral voor bij mensen met kleincellig longcarcinoom (50%)
  • Immuunreactie tegen de tumor met antilichamen tegen VGCC (voltage-gated calcium channels)
  • VGCC zitten in zenuwcellen –> minder calcium influx –> ontstaat wisselende spierzwakte, met name bovenbenen en bovenarmen (bijv. opstaan is lastig)
  • Als de tumor weg is, dan is de spierzwakte ook minder
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Lambert-Eaton Myastheen syndroom behandeling

A

o Symptomatisch: Acetylcholine esterase remmer (zorgen dat de acetylcholine langer in de synaps blijft)
o Immuunsuppressie (prednison, azathioprine, etc.)
o Thymectomie: thymus verwijderen, zelfs als er geen thymoom is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Diagnose MG en LEMS

A
  • Test op AChR of VGCC antilichamen (niet bij alle patiënten aantoonbaar)
  • Klinische tests: ice-pack test en neostigminetest
  • Neurofysiologische tests: repetitieve zenuw stimulatie en single fiber EMG
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Verschil tussen repetitieve zenuw stimulatie en single fiber EMG

A

o Repetitieve zenuwstimulatie wordt pas abnormaal als de vezels geblokkeerd zijn. Onvoldoende ACh-quanta om een spiervezelpotentiaal te generen
o Single fiber EMG toont ook een verminderd (maar voldoende) aantal ACh-quanta (verhoogde jitter)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

ice-pack test

A

acetylcholine esterase (zorgt voor remming ACh) wordt geremd door het ijs –> tijdelijk meer ACh (ptosis van MG)
- veilig en snel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

neostigminetest

A

acetylcholine esterase remmer (MG)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

repetitieve zenuw stimulatie decrement

A
  • Supra-maximaal stimuleren –> contractie van alle spiervezels (kwab)
  • Het aantal geactiveerde spiervezels geeft de hoogte van de amplitude, en zo zie je hoeveel functionerende synapsen werken
  • Decrement: herhalende spiercontracties zorgt voor een decrement. De primaire ACh voorraad raakt op en de CMAP daalt. Het decrement komt overeen met het aantal geblokkeerde synapsen. De secundaire voorraad ACh zorgt uiteindelijk voor minder decrement
  • Zoveel mogelijk klinische zwakke spieren testen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

repetitieve zenuw stimulatie voordelen en nadelen

A

 Voordelen:
* Relatief makkelijk
* Apparatuur in elk ziekenhuis beschikbaar
 Nadelen:
* Je meet alleen de geblokkeerde vezels
* Lage sensitiviteit
* Je kunt niet alle spieren onderzoeken (zoals puur oculaire spieren)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

repetitieve zenuw stimulatie increment

A

mensen met LEMS kunnen door stimulatie met hoge frequentie zorgen voor accumulatie van calcium.
o De eerst CMAP is abnormaal laag omdat spiervezels geblokkeerd zijn. Door hoogfrequente stimulatie herstelt de amplitude tot de normale waarde
- Drie kenmerken van LEMS:
o Lage eerste CMAP
o Decrement bij laagfrequente stimulatie (3-5 Hz)
o Increment na hoogfrequente stimulatie (20Hz of zelf aanspannen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

repetitieve zenuw stimulatie kenmerken LEMS

A
  • Lage eerste CMAP
  • Decrement bij lagefrequente stimulatie (3-5 Hz)
  • Increment na hoogfrequente stimulatie (20Hz of zelf aanspannen)
17
Q

single fiber EMG

A

 1 spiervezel meten met een SFEMG naald en een stimulatie naald vlakbij het desbetreffende axon
 Latentie tussen tijd en stimulus potentiaal
 Verschil in tijd van synaps transmissie
 Constatering: block of jitter te zien
* Block relevant door uitval, maar jitter merkt de patiënt niet veel van

18
Q

single fiber EMG voordelen en nadelen

A
  • Voordelen:
    o Hoge sensitiviteit
    o Vaak afwijkend in spieren die klinisch niet zwak zijn
  • Nadelen:
    o Moeilijk, vereist training en ervaring
    o Invasief (naalden)
    o Iets minder specifiek
19
Q

Verschil repetitieve zenuw stimulatie en single fiber EMG

A

o Repetitieve zenuwstimulatie wordt pas abnormaal als de vezels geblokkeerd zijn. Onvoldoende ACh-quanta om een spiervezelpotentiaal te generen
o Single fiber EMG toont ook een verminderd (maar voldoende) aantal ACh-quanta (verhoogde jitter)