Neuro 1: 2de Motor neuron en sensibele systemen Flashcards
Centraal zenuwstelsel (CNS)
Hersenen en ruggengraat; bestaande uit gliacellen en neuronen
Perifere zenuwstelsel (PNS)
Somatische (willekeurig) en autonomische (onwillekeurig) gedeelte
Somatische zenuwstelsel
Gericht op interactie met de omgeving (actie en waarneming)
Sensorisch gedeelte: somatosensorisch (tastzin)
Motorische gedeelte: somatomotorisch (bewegen)
Autonome zenuwstelsel
Onbewuste functies reguleren (homeostase)
* Sympathisch: Het andere deel van het autonome zenuwstelsel dat de organen arbeid kan verrichten
* Parasympatisch: Het deel van autonome zenuwstelsel dat de organen in rust en herstel laat komen
Afferent
sensorische zenuw; leidt prikkels naar het centrale zenuwstelsel
Efferent
motorische zenuw; geeft signalen vanuit het centrale zenuwstelsel
Zenuw
bundel axonen omringd door bindweefsel. Er bevatten geen neuronen in zenuwen
Ganglion (zenuwknoop)
Groep zenuwcellen met een onderling overeenkomende functie.
Neuron
Zenuwcel; in axonen vinden actiepotentialen plaats. Dendriet –> soma –>axonheuvel –>axon –>pre/post synaps (neurotransmitters) –>volgende neuron
Axonheuvel
verbinding tussen de soma en axon. Laatste plaats in de soma waar membraanpotentialen die voortkomen uit synaptische inputs worden opgeteld voordat ze naar het axon worden verzonden
Soma
cellichaam
Gliacellen (neuroglia)
Niet neuronale cellen in het zenuwstelsel; onderverdeeld in perifeer en centraal
- Functies:
o Neuronen omringen en op hun plaats houden
o Om voedingsstoffen en zuurstof aan neuronen te leveren
o Om het ene neuron van het andere te isoleren
o Om ziekteverwekkers te vernietigen en dode neuronen te verwijderen
o Niet exciteerbaar
Telodendria
takken van het achter dendriet
Terminalia (axon-uiteinde)
uiteinde van het telodendria
Astrocyten
o Barrière tussen het interne milieu van het brein en daarbuiten
o Je komt altijd een astrocyt tegen als je door de hersenen heengaat
o Alle neuronen die niet zijn omhuld door dendriet, synaps of myeline worden bedekt door astrocyten
o Structurele support
o K+ neurotransmitters
o Glia limitans superficialis: bedekken alle onbedekte gedeeltes
o Glia limitans perivascularis: bedekken alle bloedvaten
Oligodendrocyten
o Myeliniseren van axonen
o Hoe dunner een axon is, hoe minder ze gemyeliniseerd zijn
o Ook de ongemyeliniseerde axonen worden bedekt door astrocyten
Ependymale cellen
o Productie, regulatie en beweging van cerebrospinale vloeistof (CSF)
o Gezamenlijke coördinatie van alle ependymale cellen door de bewegende staartjes (cilla)
Microglia cellen
o Onderhouden van neuronen, ruimt afvalstoffen (bijv. fagocyten) op en schade repareren over heel het lichaam
Satelliet cellen
Soortgelijke functie als astrocyten
Schwann cellen
o Myeliniseren van axonen
o Gemyeliniseerde Schwann cel: bedekt door Schwann cellen
o Ongemyeliniseerde Schwann cel: bedekt door remark bundel
o Dus ALTIJD bedekt door iets
Axonale geleiding
- Actiepotentiaal
- Alles-of-niets principe
- Geen verzwakking van het signaal
Springend geleiding
- Myeline schede
- Insnoering van ranvier
- Sneller dan axonale geleiding
Synaps overdracht
- Neurotransmitters veroorzaken potentiaal verschillen in post synaptische membraan
o Grootte van verandering: hoeveelheid neurotransmitters
o Richting van verandering: afhankelijk neurotransmitter en post synaptische receptor - Sommatie van post synaptische potentiaal (PSP) creëren een actie potentiaal
o Afhankelijk van PSP afstand (uitdoving van actiepotentiaal) en diameter
o Exhiberend (ESPS +) en inhiberend (IPSP -) - het synaps is het meest te modificeren van de neuron
- Hoe groter de dendriet, hoe kleiner de verzwakking van PSP
- Hoe groter de axon, hoe sneller de geleidingsnelheid van actie potentiaal
- Hoe groter de soma, hoe meer drive er nodig is voor een actie potentiaal
Drive
hoeveelheid energie nodig voor een neuronen
Hoe veroorzaken neurotransmitters potentiaal verschillen in post synaptische membraan?
o Grootte van verandering: hoeveelheid neurotransmitters
o Richting van verandering: afhankelijk neurotransmitter en post synaptische receptor
Welke factoren spelen een rol bij de sommatie van post synaptische potentiaal (PSP) van een actie potentiaal?
o Afhankelijk van PSP afstand (uitdoving van actiepotentiaal) en diameter
o Exhiberend (ESPS +) en inhiberend (IPSP -)
Welk gedeelte van de neuron is het meest te modificeren?
synaps
Hoe groter de dendriet, hoe … van PSP
kleiner de verzwakking
Hoe groter de axon, hoe … van actie potentiaal
sneller de geleidingsnelheid
Hoe groter de soma, hoe … er nodig is voor een actie potentiaal
meer drive
Eiwitsynthese van het neuron
- Eiwitten blijven niet uit zichzelf goed –> constante eiwitsynthese nodig
- Nissel kleuring: cellichamen goed te zien
- Nissel lichamen bevatten veel RER
- Neuronen hebben een nucleolus en veel RER –> eiwitsynthese in soma
o Eiwitsynthese is nodig om celmembranen in onderhoud te houden - Hoe groter de soma –> hoe meer onderhoud –> hoe meer eiwitsynthese
o De grootte van soma is afhankelijk van:
Aantal, lengte en diameter van dendrieten
Lengte en diameter van axonen
Aantal, lengte en diameter van telodendria - Als je een gebroken zenuw samenbrengt, dan verliezen de axonen die vastzitten aan het cellichaam zijn functie. Een axon haalt zijn eiwit (energie) namelijk uit het cellichaam
- Regeneratie van axonen is moeilijk, want een zenuw bevat veel axonen
Welke inzichten krijg je van een nissel kleuring?
- Nissel kleuring: cellichamen goed te zien
- Nissel lichamen bevatten veel RER
- Neuronen hebben een nucleolus en veel RER –> eiwitsynthese in soma
o Eiwitsynthese is nodig om celmembranen in onderhoud te houden
- Hoe groter de soma –> hoe meer onderhoud –> hoe meer …
eiwitsynthese
De grootte van soma is afhankelijk van:
Aantal, lengte en diameter van dendrieten
Lengte en diameter van axonen
Aantal, lengte en diameter van telodendria
Reparatie van een gebroken zenuw
- Als je een gebroken zenuw samenbrengt, dan verliezen de axonen die vastzitten aan het cellichaam zijn functie. Een axon haalt zijn eiwit (energie) namelijk uit het cellichaam
- Regeneratie van axonen is moeilijk, want een zenuw bevat veel axonen
Evolutie van de ruggenmerg
- Neurale buis is de centrale buis –> aan beide kanten is er een somiet verbonden met sensorische en motorische innervatie
- Elke laag somiet representeert innervatie van een schijf lichaam –> segmentatie van het lichaam
- Somiet groeien mee met de weefsel van het lichaam
- Centrale patroon generator (CPG): connecties en neuronen samen
o commissurale verbinding: links-rechts verbinding
o propriospinale verbinding: boven-onder verbinding - Evolutie van controle: ruggenmerg –> herstemstam –> grote hersenen
o Elke toevoeging maakt gebruik van het bestaande CPG. Ze maken niet geheel hetzelfde CPG nog een keer, maar gebruiken de lage systemen
- Neurale buis is de … –> aan beide kanten is er een … verbonden met sensorische en motorische innervatie
centrale buis, somiet
Centrale patroon generator (CPG)
connecties en neuronen samen
o commissurale verbinding: links-rechts verbinding
o propriospinale verbinding: boven-onder verbinding
o Elke toevoeging maakt gebruik van het bestaande CPG. Ze maken niet geheel hetzelfde CPG nog een keer, maar gebruiken de lage systemen
Grijze stof verdikking
hoe hoger je bij het ruggenmerg zit, hoe meer afferente neuronen er voorkomen, hoe dikker het ruggenmerg
Waarom en op welke gebieden heeft het lichaam verdikkingen van witte stof?
Het ruggenmerg heeft twee verdikkingen bij de extremiteiten (meer axonen aanwezig)
Spinale zenuw
zenuw die beiderzijds uittreden vanuit de ruggenmerg
o Bestaat uit de voorwortel en achterwortel
o Sommige spieren worden geïnnerveerd door meerdere spinale zenuwen
o Daarom worden deze samengebracht tot 1 spinale zenuw van de drie zenuwen, anders wordt het onoverzichtelijk
o Motor neuronen verblijven in de voorhoorn
o Sensor neuronen verblijven in de achterwortel ganglion (spinale ganglion), dus naast het ruggenmerg. Vervolgens gaan ze de achterhoorn binnen
achterwortel ganglion (spinale ganglion)
o Sensor neuronen verblijven in de achterwortel ganglion (spinale ganglion), dus naast het ruggenmerg. Vervolgens gaan ze de achterhoorn binnen
Grijze stof (vlinder vormig)
o Voorhoorn: motor neuron
o Achterhoorn: sensibele neuron
o Intermediaire grijs: omzetting van achter- naar voorhoorn
Witte stof
o gemyeliniseerde axonen
o ventrale fascie
o dorsale fascie
o Dorsalaterale fascie
o Ventraolaterale fascie
Plexus
losse spinale zenuwen worden samen gebundeld tot een perifere zenuw
Dermatoom
schijfje van het lichaam dat hoofdzakelijk wordt voorzien door één spinale zenuw
1e (bovenste) motor neuron
in de hersenen –> overkant van ruggenmerg
2e (onderste) motor neuron
in de ruggenmerg –> spier
Twitch
opwekking van de spiervezel
o Voordat de twitch voorbij is, kunnen er weer andere actiepotentialen twitches sommeren (want actiepotentialen zijn sneller dan twitches)
- 1 motor unit innerveert …
meerdere spiervezels
1 spiervezel wordt geïnnerveerd door …
1 motor unit
Hoe meer 1 motor unit spieren innerveert, hoe …
minder nauwkeurig (quadriceps vs hand spieren)
De grootte van een soma is … aan de membraan oppervlak
proportioneel
Size principle of Henneman
o Hoe kleiner de motor neuron, hoe makkelijker je het kan exciteren
o Kleinere motor neuronen worden dus eerder aangesproken en hebben een kleinere drive nodig
o Als de drive meer wordt, dan worden de grotere motor neuron meer aangesproken
Motor neuron pool
de 2e motor neuronen die een spier aansturen
commissurale verbinding
links-rechts verbinding
propriospinale verbinding
boven-onder verbinding