Neuro 5: Beroerte Flashcards

1
Q

Beroerte

A
  • TIA: een bloedvat in de hersenen tijdelijk is afgesloten
  • Herseninfarct: een bloedvat in de hersenen afgesloten blijft
  • Hersenbloeding: een bloedvat in de hersenen kapot is waardoor het bloed eruit stroomt
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

TIA

A

een bloedvat in de hersenen tijdelijk is afgesloten
- Voorbijgaande neurologische uitvalsverschijnselen
- Pathofysiologie is hetzelfde als die van een herseninfarct
- Een patiënt die een TIA heeft doorgemaakt heeft een verhoogd risico om daarna een herseninfarct te krijgen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Herseninfarct

A
  • Zo snel mogelijk ambulance bellen
  • Hoe eerder je een behandeling doet, hoe minder hersenschade de patiënt oploopt
  • Herstel:
    o Stroke unit: afdeling voor mensen met beroerte
    o fysio, ergotherapeut en logopedist
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hersenbloeding

A
  • Neurologische uitval, vaak niet te onderscheiden van een herseninfarct
  • Er breekt een bloedvat –> teveel bloed
  • Soms in de loop van een paar uur progressief
  • Lobaire bloeding: Bloeding meer oppervlakkig in het hersenparenchum (het werkzame deel van de hersenen)
  • Basale kernen bloeding: Bloeding die dieper optreed (bij de basale ganglia). Als gevolg vaak halfzijdige verlamming
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Kliniek herseninfarct en TIA

A
  • Oorzaak: hoge bloeddruk, glucose, gewicht, roken hoog cholesterol en migraine
  • Corticaal infarct: trombo-embolie (vanuit hart of halsvaten)
    o Verschijnselen: afasie, neglect (aandachtsstoornis aan 1 kant van het lichaam) en voorkeursstand
  • Subcorticaal infarct: lokale trombose door atherosclerose
    o Verschijnselen: hemiparese (halfzijdige spierzwakte) en hemihypesthesie (gevoelsverlies)
  • Acute verschijnselen: scheve mond, verwarde spraak en lamme arm
    o Bewustzijnsstoornissen en hoofdpijn zijn geen symptomen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

1e motorische neuron letsel door een beroerte

A
  • Gevolgen van hersenschade door een beroerte
  • Compleet letsel
    o Geen kracht leveren
    o Spieren niet te activeren
  • Incompleet letsel
    o Vaardigheid, fijne motoriek
    o Vooral distaal extremiteiten, ook mond
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

behandeling herseninfarct

A
  • Intraveneuze trombolyse: alteplase die stolsel in het bloedvat kan oplossen
  • Intra-arteriële trombectomie: een soort stent die het stolsel eruit trekt zodat het bloed weer kan stromen
  • Carotis Endarterectomie: open snijden bloedvat en plaques verwijderen
  • Profylaxe: voorkomen van nog een herseninfarct
  • Trombocytenaggregatieremmers (clopidogrel): samenklonteren van bloed verminderen (ook voor TIA)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

intraveneuze trombolyse

A

alteplase die stolsel in het bloedvat kan oplossen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

intra-arteriële trombectomie

A

een soort stent die het stolsel eruit trekt zodat het bloed weer kan stromen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Herstel herseninfarct

A

o Stroke unit: afdeling voor mensen met beroerte
o fysio, ergotherapeut en logopedist

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Oorzaken hersenbloeding

A
  • Hypertensie: hoge bloeddruk
  • Vasculaire malformatie: afwijkingen die kunnen ontstaan in bloedvaten of lymfevaten
  • Ruimte-innemend proces: abnormaal weefsel in de hersenen (tumor etc.)
  • Vaker dan bij een beroerte hoofdpijn
  • Kans op een gedaald bewustzijn is groter
  • Kans op epileptische insulten is groter
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Behandeling hersenbloeding

A
  • Soms chirurgische evacuatie van het bloed (uitzonderingsgevallen)
  • Stroke unit
  • Bloeddruk relatief laag houden
  • Kans op herstel of overlijden afhankelijk van grootte van de bloeding
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Subarachnoïdale bloeding (SAB)

A
  • Bloeding in de ruimte tussen de hersenen en de schedel
    o Bloed volgt de windingen van de hersenen
  • In de bloedvaten kunnen uitstulpingen (aneurysma) ontstaan. De uitstulping is een ballontje. Hoe verder je het opblaast, hoe dunner de wand
  • Voornaamste symptoom: hevige hoofdpijn
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Behandeling Subarachnoïdale bloeding

A

o Coilen: aneurysma opvullen met een dun draad
o Clippen: aneurysma afsluiten met een klemmetje

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Trombocytenaggregatieremmers (clopidogrel)

A

samenklonteren van bloed verminderen (voor TIA en herseninfarct)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Corticaal infarct

A

trombo-embolie (vanuit hart of halsvaten)
o Verschijnselen: afasie, neglect (aandachtsstoornis aan 1 kant van het lichaam) en voorkeursstand

17
Q

Subcorticaal infarct

A

lokale trombose door atherosclerose
o Verschijnselen: hemiparese (halfzijdige spierzwakte) en hemihypesthesie (gevoelsverlies)

18
Q

Oorzaak herseninfarct

A
  • Vasculaire risicofactoren: bloeddruk, glucose, gewicht, roken, cholesterol, migraine
  • Stenose halsvaten?: CTA of duplex carotiden
  • Cardiale emboliebron: ECG, monitor, evt. ICC cardiologie
19
Q

Carotis Endarterectomie

A

open snijden bloedvat en plaques verwijderen

20
Q

Profylaxe

A

voorkomen van nog een herseninfarct