NC (203-252) Flashcards
1
Q
logistiek
A
logística
(f)
2
Q
aandeel, kavel, partij
A
lote
(m)
3
Q
profijt, winst
A
lucro
(m)
4
Q
luchter
lustrum
A
lustro
(m)
5
Q
(hogere) ambtenaar, rechter
magistraat
A
magistrado
(m)
6
Q
machthebber
A
mandatario
(m)
7
Q
ambtsperiode
mandaat
A
mandato
(m)
8
Q
jachthaven, zeemacht
marine
A
marina
(f)
9
Q
baarmoeder, gietvorm, matrix
A
matriz (f)
10
Q
berichtendienst
A
mensajería
(f)
11
Q
methode, methodologie
A
metodología
(f)
12
Q
migratie
A
migración
(f)
13
Q
modus, modaliteit
A
modalidad
(f)
14
Q
beweeglijkheid, mobiliteit
A
movilidad
(f)
15
Q
mobilisatie, het mobiliseren
A
movilización
(f)
16
Q
aanstelling, benoeming
A
nombramiento
(m)
17
Q
normenstelsel, regelgeving
A
normativa
(f)
18
Q
aankondiging,
bekendmaking,
kennisgeving
A
notificación
(f)
19
Q
nietigheid, ongeldigheid
A
nulidad
(f)
20
Q
aanschaf, koop, verkrijgen
A
obtención
(f)