Motor development Flashcards
Siegler H5
Waarom is het van belang om motorische ontwikkeling te bestuderen? (HC)
1: Bewegingen bieden een vroege kijk op ontwikkeling
2: Stoornissen in motorische ontwikkeling kunnen leiden tot beperkingen in de activiteiten van het dagelijkse leven en de deelname aan de samenleving
3: Motorische ontwikkeling biedt kansen voor ontwikkeling op andere domeinen (cognitief, taal, sociaal), terwijl motorische achterstand die kansen kan belemmeren
Wat zijn vier theorieën die motorische ontwikkelingsveranderingen verklaren? (HC)
1: Neurale rijpingstheorie (neuromaturational theory)
2: Dynamische systeemtheorie
3: Ecologische perceptie-actie theorie
4: Embodied cognition theory
Wat houdt het stapreflex in en wanneer is deze aanwezig? (HC)
Vanaf de geboorte en verdwijnt na ongeveer 2 maanden. Stapreflex houdt in dat een baby stapbewegingen gaat maken wanneer je hem boven de grond vasthoudt (voeten raken de grond niet).
Waardoor komt het stapreflex volgens de neurale rijpingstheorie? (HC)
Dit komt door corticale inhibitie: de reflexen die voor de geboorte aanwezig zijn worden geremd (inhibitie) en uiteindelijk verdwijnen ze.
Hoe verloopt het proces van corticale inhibitie bij stapreflex volgens de neurale rijpingstheorie? (HC)
Rijping corticale (hersenschors) structuren -> minder subcorticale structuren -> afname reflexen
Vul aan (HC). Reflexen worden gecontroleerd door …
subcorticale structuren
Vul aan (HC). Corticale structuren remmen de activiteit van…
subcorticale structuren.
Thelen et al. twijfelde aan de neurale rijpingstheorie. Wat voor experimenten werden er door hen uitgevoerd?
1: Baby’s die nog het stapreflex vertoonden - kleine enkelgewichten aan de benen: baby’s lieten stapreflex niet meer zien
2: Baby’s die niet meer het stapreflex vertoonden - baby in ondiep zwembad, waarna ze het stapreflex weer lieten zien
Wat concludeerde Thelen et al. bij hun experimenten? (HC)
Dat dit niet verklaard kon worden adhv corticale inhibities. De nieuwe verklaring was: snelle gewichtstoename door vette melk van borstvoeding maakt de benen te zwaar voor de spieren die de benen optillen bij het stappen. Dus verklaard door een omgevingsfactor: borstvoeding en vetmassa.
Wat zijn drie aannames van de neurale rijpingstheorie? (HC)
1: Motorische ontwikkeling is vooraf bepaald - gedragsveranderingen weerspiegelen 1 op 1 de rijping van het centrale zenuwstelsel
2: Vaste opeenvolgende volgorde van motorische mijlpalen
3: Ontwikkeling verloopt van proximaal naar distaal (bv grove motoriek van benen naar fijne motoriek van vingers) en cephal naar caudal (van hoofd naar voeten).
Vul in (HC). Dynamische systeemtheorie zegt dat motorische ontwikkeling die we zien ontstaat door een …(1) tussen het …(2), de …(3)en de …(4).
1: dynamische interactie
2: kind
3: taak
4: omgeving
Definitie heterarchisch systeem (HC)
Veranderingen in een van de subsystemen bij de dynamische systeemtheorie kunnen leiden tot een overgang in motorisch gedrag en motorische ontwikkeling.
Wat zijn factoren wat kan maken dat het kind zijn eerste stapjes zet? (HC)
Centrale zenuwstelsel, spiergewicht, fysieke groei, cognitie, executieve functie, geheugen, aandacht, temperament, motivatie etc.
Een onderliggend proces van de dynamische systeemtheorie is zelforganisatie. Wat houdt dit in? (HC)
Idee dat veranderingen in het motorische gedrag komen door de complexe interactie van verschillende subsystemen, zonder dat dit wordt geregeld door een centraal orgaan. Denk aan duizendpoot en wegnemen van pootjes: duizendpoot heeft een zelf organiserend vermogen om de meest efficiënte manier van voortbewegen te reduceren.
Op welke manier kan de dynamische systeemtheorie toegepast worden op een paard? (HC)
Overgangen zijn niet-lineair van aard. Als een paard zo snel gaat lopen dat het niet meer efficiënt is om te lopen, gaat hij over naar draf en ook weer over naar gallop. Hij heeft zelforganiserend vermogen om van stap naar gallop te gaan, geen motorisch systeem.
Definitie volgorde-parameter (HC)
Geeft de volgorde van het bewegingspatroon weer (bv stap - draf - gallop of kruipend - lopend)