Genes Flashcards
Siegler H3 (1/2)
Hoe werkt genetisch materiaal bij monozygotische tweelingen? (HC)
Eeneiige tweeling. Delen hetzelfde genetische materiaal. Nadat één zaadcel één eicel heeft bevrucht, splitst de zygote zich in tweeën en worden het twee embryo’s.
Hoe werkt genetisch materiaal bij dizygote tweelingen? (HC)
Twee-eiige tweeling. Delen 50% van hun genen. Twee eicellen zijn bevrucht door twee verschillende zaadcellen. Dat is hetzelfde bij normale tweelingen.
Hoe komt het dat dizygote tweelingen meer op elkaar lijken dan normale tweelingen? (HC)
Dat komt doordat ze meer van eenzelfde soort omgeving delen. Dit wordt de equal environment assimumption genoemd.
???
Definitie genetische versterking (HC)
Uit een groot onderzoek blijkt dat erfelijkheidsgraad van intelligentie aanzienlijk toeneemt van de kindertijd (9 jaar) tot de adolescentie (12 jaar) en tot de jongvolwassenheid (17 jaar). Deze toename heet de genetische versterking.
Wat is het actieve model van geselecteerde omgevingen? (HC)
We kiezen onze omgeving wat soms gebaseerd is op onze genetische aanleg.
Definitie genotype (HC)
Het genetisch materiaal dat van de ouders wordt geërfd.
Definitie fenotype (HC)
Waarneembare expressie van het genotype. Dit is alles wat we kunnen meten: IQ, lengte, gewicht, agressief gedrag, haarkleur, oogkleur, etc.
Definitie gedragsgenetica (HC)
Onderzoeksgebied geïnteresseerd in de mate waarin variatie in gedrag/psychologische kenmerken te wijten is aan genen en omgeving.
Definitie determinisme (HC)
Niet willekeurig. Als we denken dat omgevingsfactoren het belangrijkste zijn voor onze gezondheid of karaktereigenschappen, kunnen we optimistisch zijn want wij hebben de controle (bv we kunnen ouders trainen om betere ouders te worden).
Welke cellen hebben niet 46 chromosomen? (HC)
Geslachtscellen (gamtete). Spermacel of eicel heeft 23 chromosomen.
Waarom zijn broertjes/zusjes niet identiek als je kijkt naar random assortment? (HC)
- Geslachtscreatie: De kans dat een bevrucht ei identiek is aan een eerder bevrucht ei is bijna nul, omdat die kans 8 miljoen (vrouw) op 8 miljoen (man) moet zijn.
- Bevruchting: Random eicel en random zaadcel die samengaan. Daarom hebben broertjes/zusjes nooit dezelfde genetica.
Waarom zijn broertjes/zusjes niet identiek als je kijkt naar crossing over? (HC)
Delen van DNA van chromosomen wisselen. Gedurende het proces van nieuwe chromosomen creëren, kan het voorkomen dat bepaalde delen van het chromosoom wisselen. Als de cellen worden gesplitst, zijn ze niet meer identiek. Dit gebeurt in het proces van random pick.
Waarom zijn broertjes/zusjes niet identiek als je kijkt naar mutaties? (HC)
Een toevallige verandering in DNA-code. Kan komen door:
- Celdeling
- Omgevingsfactoren
Genen vertellen cellen wat ze moeten doen. Hoe doen ze dit? (HC)
Dit doen ze door proteïne aan te maken. Het is een soort kookboek dat recepten bevat voor het maken van specifieke proteïne die weer allerlei andere functies kunnen uitvoeren.
Als alle cellen in het lichaam dezelfde genen dragen, waarom doen alle cellen dan niet hetzelfde? (HC)
Genen zijn niet allemaal tegelijk in werking. Ze gaan aan en uit. Sommige genen activeren om iets te maken (Bv armcellen) en worden daarna weer gedeactiveerd.
Definitie regulatorgenen (HC)
Deze bepalen wanneer een gen aan of uit gaat. Reguleert de keten van gebeurtenissen. Daarom zijn er heel veel verschillende cellen met verschillende functies.
Wat houdt de keten van genetische gebeurtenissen in? (HC)
Het aan en uit gaan van genen gebeurt altijd in een keten van gebeurtenissen. Het inschakelen van een bepaalde gene betekent bv dat een andere gene wordt uitgeschakeld of andersom.
Hoe wordt een oogkleur gecreëerd? (HC)
We krijgen genetisch materiaal van vader en van moeder. We noemen dit een ‘allel’, we krijgen een allel van moeder en een allel van vader. Dus een variatie van genen. Eén allel is dominant en één recessief. Dus als de dominante allel aanwezig is bij één van de ouders, krijgt het kind die kleur ogen. Wanneer er twee recessieve allel aanwezig zijn, kan het kind die kleur ogen krijgen.
Wat houdt mendelian inheritance patterns in? (HC)
Eén allel is dominant en één minderwaardig/recessief. Bv bruin is dominant, blauw is recessief. Dus als de bruine allel aanwezig is bij één van de ouders, krijgt het kind bruine ogen. Blauw is recessief, alleen wanneer er twee blauwe allel zijn, krijgt het kind blauwe ogen.
Definitie monogenic gen (HC)
Iets wat beïnvloed wordt door één gen.
Definitie polygenic transmission (HC)
Verschillende paren van genen worden gecombineerd. Je oogkleur wordt bv bepaald door 16 verschillende genen. Het fenotype wordt beïnvloed door verschillende genotypes.
Op welke manier bepaalt de omgeving het fenotype? (HC)
Dit is niet op een additieve manier, maar ze beïnvloeden elkaar. Bv: tweeling die geboren zijn met genen dat twee keer zo snel vet opneemt als een gemiddeld persoon. Anne eet gezond en weinig vet eten, bij haar worden obesitas genen niet getriggerd. Karen eet vet en ongezond en bij haar worden obesitas genen wel getriggerd.
Wat doen Genome Wide Association Studies? (HC)
Bekijken het gehele genoom (= alle genen bij elkaar). Bv depressieve en niet-depressieve mensen. Kijken naar welk chromosoom of geen verschilt tussen groepen.