Learning Flashcards

HC - Siegler H5 & H9

1
Q

Definitie habituation (HC)

A

Een afname in sterkte van de reactie op een herhaalde stimulus.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is het nut van een aanpassingsfunctie (HC)

A

Heeft met habituation te maken. Als je op elke stimulus zou moeten reageren, zou dit veel moeite kosten. We moeten focussen op wat relevant is. Als het niet meer nieuw is, reageer je er niet meer op.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Vul in (HC). Habituation wordt bij baby’s getest door middel van …(1). Als iets …(2) is kijkt de baby er naar.

A

1: looking time
2: nieuw

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waarom habitueer je niet als er bv een lekkende kraan is? (HC)

A

Hier wen je niet aan. Dit komt doordat je er eigenlijk iets mee zou moeten doen. Je response neemt juist toe. Je habitueert ook niet op een brandalarm (=gevaar)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke twee basic learning processes zijn er? (HC)

A

1: Non-associative learning - dit is habituation en sensitization (?)
2: Associative learning - classical conditioning en operant/instrumental conditioning

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Definitie unconditioned response en noem voorbeeld (HC)

A

Dit is een response op iets wat al plaatsvindt/al bestaat, voordat leren plaatsvindt. Bv: We hebben een bak met hondenvoer (stimulus). Als een hond een bak met eten ziet, maakt hij zich gereed om te gaan eten. De kwijlproductie begint en de hond begint te kwijlen als hij eten ziet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Definitie unconditioned stimulus en noem een voorbeeld (HC)

A

Dit is de stimulus die wordt toegediend bij unconditioned response. Bv een bak met hondenvoer.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Definitie neutral stimulus en noem een voorbeeld (HC)

A

Dit is de stimulus die je TOEVOEGT. Bv een fluitje wordt toegevoegd. Als de hond het fluitje hoort, gaat hij in eerste instantie niet kwijlen. In relatie tot kwijlen, is het een neutral stimulus. De hond geeft geen response.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Definitie unconditioned response en noem een voorbeeld (HC)

A

Dit is een response dat wordt aangeleerd. Bv: gedurende de conditionering de bak met voer en het fluitje tegelijk aanbieden aan de hond. Dit moet gedurende conditionering vaak herhaald worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Definitie conditioned stimulus en noem voorbeeld (HC)

A

Een stimulus dat wordt toegediend dat de conditioned response opwekt. De stimulus wordt toegediend zonder de unconditioned stimulus aan te bieden. De neutral stimulus veranderd in een conditioned stimulus. Het fluitje wordt geassocieerd met hondenvoer.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Definitie conditioned response en noem voorbeeld (HC)

A

De response op enkel de conditioned stimulus. Bv: omdat de hond het fluitje (conditioned stimulus) associeert met een bak voer, gaat de hond ook kwijlen als hij alleen het fluitje hoort en geen bak met voer ziet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is de klassieke conditionering bij het volgende voorbeeld (HC):
Een reclame van Beyoncé met een Pepsi cola blikje. Mensen hebben vaak een positieve kijk op Beyoncé, waardoor mensen Pepsi ook positief gaan associëren. Dit gebeurt alleen wanneer we het vaak zien. Zo krijgen we een positive attitude naar Pepsi, ook zonder dat we Beyoncé erbij zien.

A
  • Unconditioned stimulus (UCS) – Beyoncé
  • Unconditioned response (UCR) – Positieve associatie met Beyoncé
  • Neutral stimulus – Pepsi cola
  • Conditioned stimulus (CS) – Pepsi cola (voor conditioning neutral stimulus)
  • Conditioned response (CR) – Positieve associaties met Pepsi en kopen daarom Pepsi (dus als Beyoncé er niet bij is)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Definitie acquisition (verwerving; HC)

A

Dit is de tijd die nodig is voor een neutral stimulus om een conditioned stimulus te worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Definitie extinction (uitsterven; HC)

A

Als acquisition heeft plaatsgevonden, vindt extinction plaats. Dit houdt in dat als bv de hond de fluit meerdere keren te horen krijgt zonder het voedsel, dan zal de conditioned response geleidelijk verdwijnen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Definitie spontaneous recovery (HC)

A

De conditioned response wordt niet helemaal afgeleerd. Spontaneous recovery is het proces waarbij er een response wordt gegeven op de stimulus.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat beïnvloedt acquisition? (HC)

A

1: Intensiteit - bv meer/lekkerder voedsel
2: Voorwaartse koppeling - tussen unconditioned stimulus met neutral stimulus (?)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat is het proces van voorwaartse koppeling (of learning speed/strength of conditioned response)? (HC)

A

1: Backward pairing - als we eerst het eten toedienen en dan de fluit, dan is het het minst effectief
2: Simultaneous pairing - als het eten en de fluit op hetzelfde moment worden toegediend
3: Forward trace pairing - eerst de fluit, dan pas het eten en dan verdwijnt de fluit
4: Foward short-delay pairing - als de fluit eerst komt, dan het eten en de fluit blijft. Dit werkt volgens onderzoekers het beste.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Waarom werkt forward short-delay pairing volgens onderzoekers het beste? (HC)

A

Omdat de acquisition time daar het minste is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Definitie one-trial learning en pas een voorbeeld toe op de wijze van klassieke conditionering (HC)

A

Dit is iets waarbij herhaling van de neutral stimulus niet nodig is. Bv voedselvergiftiging.
• Unconditioned stimulus – Overgeven
• Unconditioned response – Voedselaversie
• Conditioned stimulus – Sushi (was eerst de neutral stimulus)
• Conditioned response – Aversie voor sushi

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Definitie stimulus generalization (HC)

A

Stimulus vergelijkbaar met initiële conditioned stimulus en lokt een conditioned response uit. Bv een geluid wat lijkt op het geluid van een fluit, kan een hond ook doen kwijlen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Definitie stimulus discrimination (HC)

A

Als je bv ooit door een hond bent gebeten, ben je bang voor honden. Maar het kan zo zijn dat je niet voor elke hond bang bent geworden. Voor puppy’s ben je misschien niet bang.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Definitie phobia (HC)

A

Een soort angststoornis, gekenmerkt door aanhoudende en buitensporige angst voor een voorwerp of situatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Kan een phobia aangeleerd worden? (HC)

A

Ja, denk aan experiment Little Albert. Hij hield eerst veel van konijnen, maar doordat er een vervelende stimulus werd toegediend elke keer als hij een konijn zag ging hij steeds huilen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Definitie exposure therapy (HC)

A

Werkt bijna hetzelfde als extinction. Bv een fobie voor honden omdat je door een hond bent gebeten. Als je meerdere keren in aanraking komt met een hond en niks erg gebeurt, de angst kan hierdoor verdwijnen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Definitie aversion therapy (HC)

A

Iets afleren door vervelend iets toe te voegen. Bv kinderen die nagelbijten. Soms doen ouders een bepaalde nagellak op bij het kind, wat niet erg lekker is. Het kind leert nagelbijten hierdoor af.

26
Q

Definitie changing attitudes (HC)

A

Bv advertenties die attitudes van mensen willen veranderen. Bv de overheid die reclame gebruikt om bepaald gedrag af te leren, roken of drinken

27
Q

Definitie instrumental conditioning (HC)

A

Dit is iets nieuws aanleren. Denk aan kat in puzzlebox. Trial-and-error proces.

28
Q

Definitie Law of effect (HC)

A

Stelt dat die gedragsreacties die het meest werden gevolgd door een bevredigend resultaat, de meeste kans hadden om vaste patronen te worden en opnieuw voor te komen als reactie op dezelfde stimulus.

29
Q

Definitie operant conditioning en noem voorbeeld van experiment (HC)

A

Een soort waarschuwing waarbij het gedrag wordt beïnvloed door de gevolgen die erop volgen. Voorbeeld is Skinner box: Hij gebruikte ook een soort puzzlebox, waarbij een rat een hendel moest indrukken om eten te krijgen. In deze box, kon een beloning gegeven worden (het eten). Maar er kon ook een straf gegeven worden, elektrische schokken (negatieve stimulus). Dus hetgeen wat de rat doet, kan beïnvloed worden door straf of beloning.

30
Q

Definitie reinforcement en reinforcer (HC)

A

Reinforcement is een reactie wordt versterkt door een resultaat dat erop volgt.
Reinforcer is een stimulus of gebeurtenis die de frequentie van een response verhoogt.

31
Q

Definitie positive reinforcement en noem voorbeeld (HC)

A

Treedt op wanneer de response wordt versterkt door de daaropvolgende presentatie van een stimulus. Is niet perse positieve stimulus! Het is een stimulus die de frequentie van de reactie verhoogt.

Bv: een sticker geven wanneer ze op de pot plassen. Kinderen worden gestimuleerd om op de wc te plassen door ze een sticker te geven. Of bv employee of the month, verhoogt de motivatie om dit te worden. Of een bonus, of belastingverlaging als je wil dat mensen iets doen aan het klimaat.

32
Q

Definitie negative reinforcement en noem voorbeeld (HC)

A

Treedt op wanneer een reactie wordt versterkt door het wegnemen van een aversieve stimulus.

Bv: het smeren van zonnebrand. Het smeren van zonnebrand haalt een negatieve uitkomst weg, namelijk het verbranden. We gebruiken zonnebrand omdat we weten dat het verbranding voorkomt. Het kan ook bv duty free shopping zijn van alcohol. De BTW zit niet bij de duty free alcohol.

33
Q

Definitie punishment (HC)

A

Een reactie dat wordt verzwakt door een resultaat dat volgt.

34
Q

Definitie positive punishment en noem voorbeeld (HC)

A

Treedt op wanneer een reactie wordt verzwakt door de presentatie van een stimulus.

Bv: fysieke straf kan leiden tot een verzwakking van het ongewenste gedrag. Maar ook een parkeerboete. Als je een parkeerboete krijgt, ga je je waarschijnlijk beter houden aan de verkeersregels. Of bv je kind in een hoek zetten als hij zich slecht gedraagt, zodat het kind weet dat dit niet het gewenste gedrag is. Een ander voorbeeld is weer BTW op alcohol, we kopen het minder omdat het duur is. De overheid probeert dus ons gedrag te verminderen in het kopen van alcohol door BTW erover te heffen.

35
Q

Definitie negative punishment/response cost en noem voorbeeld (HC)

A

Treedt op wanneer een reactie wordt verzwakt door het wegnemen van een stimulus.

Bv: een ouder die het kind straft door iets weg te nemen wat het kind leuk vindt, bijvoorbeeld een tablet. Het kan ook zijn dat je rijbewijs wordt ingenomen, omdat je je niet aan de verkeersregels houdt.

36
Q

Definitie observational learning (HC)

A

Het proces van leren door het gedrag van anderen te observeren.

37
Q

Wat houdt het Bobo Doll experiment in? (HC)

A

Kinderen werden geobserveerd na het kijken van agressieve filmpjes en niet-agressieve filmpjes. De kinderen die agressieve filmpjes hadden gezien, deden dit ook na.

38
Q

Wat was te zien bij de agressievere kinderen bij het Bobo Doll experiment? (HC)

A

Ze hadden meer aversie met wapens en namen de agressieve taal over.

39
Q

Vul in + aan (HC). Observational learning gaat via …(1). Dit houdt in…

A

1: instrumental conditioning

dat gedrag wat versterkt wordt, eerder zal worden aangeleerd.

40
Q

Welke vier aspecten zijn noodzakelijk voor het aanleren van cognitieve vaardigheden? (HC)

A

1: Attention - je moet in staat zijn om gedrag te kunnen observeren
2: Retention - je moet in staat zijn om het gedrag te kunnen herinneren
3: Reproduction - je moet fysiek in staat zijn om het gedrag te kunnen nadoen
4: Motivation - je moet in staat zijn om het gedrag te willen imiteren

41
Q

Definitie statistical learning (Siegler)

A

Dit is het oppikken van informatie vanuit de omgeving, door middel van associaties die ontstaan tussen stimuli in een statisch voorspelbaar patroon.

42
Q

Definitie Classical conditioning (Siegler)

A

Een vorm van leren, die bestaat uit associaties maken tussen een neutrale stimulus en een stimulus die altijd al een bepaalde reactie uitlokte.

43
Q

Definitie unconditioned stimulus (Siegler)

A

Stimulus die een bepaalde reactie uitlokt.

44
Q

Definitie unconditioned response (Siegler)

A

Een bepaalde reactie die wordt uitgelokt door de unconditioned stimulus.

45
Q

Definitie conditioned stimulus (Siegler)

A

Neutrale stimulus die herhaaldelijk wordt gecombineerd met de unconditioned stimulus, om zo uiteindelijk zelf de unconditioned response uit te lokken.

46
Q

Definitie conditioned response (Siegler)

A

Bepaalde reactie die op een gegeven moment gecombineerd wordt met de conditioned stimulus.

47
Q

Vul in (Siegler): Eerst leidt de …(1) naar een …(2), vervolgens leidt een …(3) van een …(4) naar een …(5), en uiteindelijk leidt een …(6) naar een …(7).

A

1: UCS
2: UCR
3: CS
4: UCS
5: UCR
6: CS
7: CR

48
Q

Definitie operant/instrumental conditioning (Siegler)

A

Vorm van leren die bestaat uit de relatie tussen iemands eigen gedrag en de gevolgen die voortkomen uit dat gedrag. Dmv belonen/straffen wordt gedrag op positieve/negatieve manier beïnvloed.

49
Q

Vul aan (Siegler). Positive reinforcement is een beloning die volgt op bepaald gedrag en daarmee …

A

vergroot de waarschijnlijkheid dat het gedrag in de toekomst weer vertoond zal worden.

50
Q

Vul aan (Siegler). Straffen zorgen voor …

A

vermindering en uiteindelijk verdwijning van bepaald gedrag.

51
Q

Definitie rational learning (Siegler)

A

Het gebruik van eerdere ervaringen om te voorspellen wat er gaat gebeuren.

52
Q

Wat is een manier om te onderzoeken hoe je weet dat een kind rationeel leert? (Siegler)

A

Met violation-of-expectation paradigma’s, die gebruik maken van de verbazing van baby’s als er onverwachte uitkomsten zijn.

53
Q

Wat is actief leren? (Siegler)

A

Actief leren is leren dmv reageren op de wereld, in plaats van het passief observeren van objecten en gebeurtenissen.

54
Q

Wat impliceert de Rovee-Collier’s studie? (Siegler)

A

Het lange termijn geheugen van kinderen accurater wordt naarmate ze ouder worden. Ook het werkgeheugen krijgt meer capaciteit naarmate kinderen ouder worden.

55
Q

Hoe kijkt Watson naar de ontwikkeling van het kind? (Siegler)

A

Grondlegger behaviorisme. Ontwikkeling die bepaald wordt door sociale omgeving dmv conditionering. Onderzoek Little Albert. Klassieke conditionering als basis voor behandeling van deconditioneren (elimineren van angst).

56
Q

Definitie Systemic desensitization (systematische desentisatie; Siegler)

A

Experiment deconditioneren met het konijn. Na vele herhalingen en blootstelling aan de angst in combinatie met het uitblijven van negatieve gevolgen, verdween de angst voor het konijn.

57
Q

Hoe kijkt Skinner naar de ontwikkeling van het kind? (Siegler)

A

Grondlegger operante conditionering. Dmv belonen/straffen kon gedrag worden beïnvloed.

58
Q

Definitie Intermittent reinforcement (Siegler)

A

Inconsistente reactie op een gedrag; bv soms bestraffen van onaanvaardbaar gedrag, en andere keren negeren.

59
Q

Definitie Behavior modification (Siegler)

A

Deze therapie richt zich op het aanmoedigen van beter aangepast gedrag door middel van operante conditionering.

60
Q

Wat is de sociale leertheorie van Bandura? (Siegler)

A

Richt zich op leren van gedrag dmv observaties en imitaties ipv versterking. Wordt ook sociaal cognitieve theorie genoemd. Is ook van Bobo-doll experiment.

61
Q

Definitie Reciprocal determinism (wederzijds determinisme; Siegler)

A

Van sociale leertheorie Bandura. Dit is een concept waarin de interactie tussen kind en omgeving in twee richtingen werkt. Kinderen worden beïnvloed door aspecten van hun eigen omgeving, maar ze beïnvloeden ook omgeving zelf.

62
Q

Definitie Vicarious reinforcement (indirecte versterking; Siegler)

A

Iemand anders een beloning of straf zien krijgen.