Language development Flashcards
HC - Siegler H6
Waarom is taal symbolisch en willekeurig (arbitrary)? (HC)
Het is symbolisch omdat je een soort model gebruikt om te verwijzen naar een ander model. Het is willekeurig omdat er geen direct verband is tussen de vorm van taal en de betekenis van taal.
Wat is een voorbeeld van een woord dat niet arbitrary (willekeurig) is? (HC)
Koekoeksvogel: deze vogel heet zo, omdat hij dit geluid maakt.
Definitie consonant (HC)
Medeklinker, letter waarvan lucht bij het uitspreken een beetje wordt tegengehouden.
Definitie Displacement (HC)
Het kunnen praten over het verleden en over toekomstige gebeurtenissen, en over mogelijke werelden.
Definitie Generative/Generativity (HC)
Het idee dat wij, door gebruik te maken van de eindige reeks woorden en morfemen in de woordenschat van de mens, een oneindig aantal zinnen kunnen samenstellen en een oneindig aantal ideeën kunnen uitdrukken.
Definitie Phonemes (fonemen; HC)
De kleinste eenheden van klanken/geluid. Het is een basisklank. Bv Geel vs Heel. Geel met zachte G en harde G zijn geen verschillende fonemen, ze veranderen dan namelijk niet van betekenis.
Definitie Morphemes (morfemen; HC)
De kleinste eenheid van betekenis. Woorden of woorddelen. Bestaan uit phonemes. Tree is één morfeem, maar de -s in tables is er ook één. Bv: prepaid heeft twee morphemes (opgebouwd uit pre en paid). Bargain heeft één morpheme (één woord en niet opgebouwd uit twee verschillende woorden).
Kinderen ontwikkelen drie soorten knowledge. Welke drie zijn dit? (HC)
1: Syntactic knowledge
2: Pragmatic knowledge
3: Metalinguistic knowledge
Definitie Syntactic knowledge/syntax (HC)
Regels die aangeven hoe woorden uit verschillende categorieën (zelfstandige naamwoorden, werkwoorden, bijvoeglijke naamwoorden, etc.) gecombineerd kunnen worden.
Definitie Pragmatic knowledge/pragmatics (HC)
Kennis over hoe we taal gebruiken. Bv elkaar uit laten praten of grapjes maken.
Definitie Metalinguistic knowledge (HC)
Dit is kennis over taal; wat onjuist en juist is.
Wat zijn de fases in ontwikkeling van taal? (van 0 - 5 jaar; HC)
0 - 12 maanden & 1 - 2,5 jaar & 2,5 - 5 jaar
0 - 12 maanden: vocalising (zingen), babbling, protowords (klanken vonder dat het echt woorden zijn, bv ‘vroom’ bij auto)
1 - 2,5 jaar: eerste woorden, telegraphic speech (missen veel elementen)
2,5 - 5 jaar: complexe zinnen incl. grammatische morfemen
Definitie Prelingual period (HC)
Fase van 0 - 12 maanden, voordat kinderen echt gaan praten.
Definitie Telegraphic speech (HC)
In de fase van 1 - 2,5 jaar. Dit is eerste woorden spreken, maar er missen nog veel elementen. Er worden geen grammaticale morphemes gebruikt.
Tot welke leeftijd kunnen baby’s fonemen onderscheiden, ongeacht de taal? (HC)
8 - 10 maanden. Na deze periode kunnen baby’s alleen fonemen onderscheiden van hun moedertaal.
Definitie Fast mapping/Mutual exclusivity (HC)
Kinderen koppelen een betekenis van een woord aan iets wat ze nog niet kennen. Dus bv het woord dukdalf. Plaatjes van appel, iets in de zee en een schoen. Appel en schoen ken je als woorden, dus dan ga je er van uit dat het plaatje van de zee een dukdalf is.
Definitie Underextention (HC)
Kind gebruikt één woord voor één specifiek voorwerp ipv voor de gehele groep voorwerpen. Bv het woord ‘auto’ verwijst naar een specifieke auto en niet naar alle auto’s.
Definitie Overextention (HC)
Generaliseren. Een kind noemt bv verschillende dieren allemaal hetzelfde: bv alle dieren zijn honden.
Beschrijf de drie fasen in grammatical development (HC)
1: Telegraphic speech, taal zonder grammaticale morphemes (functiewoorden, hulptekens, verbuiging). Bv: doggy sleep, want ball
2: Productief grammaticaal systeem, aangetoond door groeiende zinnen
3: Kinderen maken gebruik van bv ‘putted’ ipv ‘put’
Definitie Overregularization/morphology (HC)
Dit is dat kinderen bv gebruik maken van ‘putted’ ipv ‘put’
Wat houdt de U-vorm development in? (HC)
Kinderen hebben op het begin weinig tijdstelsel, gebruiken bv alleen ‘put’. Dan komen ze erachter dat je ook verleden tijd kan gebruiken, ‘putted’, maar dit gebruiken ze nog verkeerd. Dan komen ze erachter op welke manier ze het correct gebruiken.
Wat is een vereiste voor het leren van taal? (HC)
Language input: je hebt input nodig om de taal te leren.
Wat zeggen Skinner, Augustinus en Chomsky op de vraag of taal een speciaal gift is? (HC)
Skinner: tabula rasa en leren door stimulus - response, dus geen speciaal gift.
Augustinus: door god gegeven.
Chomsky: kinderen komen ter wereld met aangeboren taalkennis.
Hoe kijken Tomasello en Saffran naar kennis over taal? (HC)
We leren niet door aangeboren kennis, maar we leren door sociale mechanismen, gekoppeld aan algemene leermechanismen en rijke input.
Op welke manier komt social learning voor bij taalontwikkeling in prelinguale fase? (HC)
Prelinguale kinderen kijken naar de oogrichting van hun gesprekspartner, zo kunnen ze onbekende woorden leren.
Wat liet het experiment zien over het leren van Mandarin Chinese en de verschillende manieren waarop geleerd werd, online of live? (HC)
De kinderen die enkel beeld- en audiofragmenten kregen te zien, scoorde net zo slecht op de test als kinderen die enkel Engelstalig zijn. Live door een docent bleek het beste. Dus: social learning is belangrijk voor leren tweede taal.
Definitie Phonological short-term memory (HC)
Vermogen om verbale phonological information kort vast te houden, om dit in je gedachten te houden. Dit heb je nodig om de info naar je lange termijn geheugen te transformeren.
Op welke manier zijn individuele verschillen in het leren van taal zichtbaar? (HC)
1: Interactie van interne (aangeboren) en externe (omgevings)factoren
2: Aangeboren factoren zichtbaar in klinische populaties: Dyslexie etc.
3: Natuurlijke experimenten (Genie)
Wat toonde het experiment van Nicaraguan Sign Language aan? (HC)
Veel dove kinderen die tekens leerden. Was een simpele taal: zonder grammatica. De jongere kinderen die vanaf een jonge leeftijd naar die school gingen, konden veel complexere taal leren, met grammatica en signaalwoorden. Toonde dus aan dat wanneer je vanaf jonge leeftijd naar zo’n school ging, dat je complexere taal kon leren.
Vul in en aan (HC). Hoe …(1) je wordt, hoe …(2) het is om een nieuwe taal te leren op een inheemse manier. Dit heeft te maken met …
1: ouder
2: moeilijker
kritieke periode
Vul aan (HC). Kinderen met een minder goede phonological short-term memory, dus de kinderen die minder goed informatie opslaan voor een korte termijn, zijn ook de kinderen die …
een kleinere omvang van vocubulariteit hebben. Dit heb je nodig om taal te leren.
Wat zijn twee stappen om het gedrag van ouders en de interactie tussen ouder en kind te veranderen, in het bijzonder voor gezinnen met lage SES? (HC)
1: Maak ouders bewust van hun rol als ouder
2: Meer praten, afstemmen, om de beurt
Dit is veelbelovend, maar niet duurzaam.
Er zijn culturele verschillen in taalontwikkeling. Hoe gaan Piedmont Carolines, Quiche Mayan en Samoan ouders hiermee om? (HC)
Piedmont Carolines praten niet met hun kinderen totdat de kinderen zelf praten. Quiche Mayan moeder fluisteren tegen hun baby’s. Samoan ouders gebruiken richtlijnen of laten oudere broers/zussen met jonge kinderen praten vanwege verschil in status.