MO hoorcollege 4 Flashcards
Het complex dynamisch systeem in z’n algemeen:
interactie van factoren (constraints) bepaalt de gedragstoestand van het systeem
factoren =
betreft verschillende kenmerken van de beweger/ het bewegingsapparaat: neurale, biomedische en psychologische constraints
gedragstoestand=
in het geval van bewegen: de bewegingsuitvoering/ het coordinatiepatroon
systeem =
betreft het systeem de beweger/ zijn bewegingsapparaat
Kenmerken dynamisch systeem:
● Open systeem: er vindt interactie plaats met de omgeving
● Interactie van veel factoren zorgt voor niet-lineair gedrag
○ Optreden van (fase)transities door kritische fluctuaties
● Gedragstoestand komt door zelforganisatie tot stand
○ Stabiele (attractoren) en niet-stabiele gedragstoestanden
○ Niet stabiele gedragstoestanden worden gekenmerkt door variabiliteit
wat zijn de ontwikkelingsopvattingen?
- oorzaken: factoren die verantwoordelijk zijn voor verandering
- regulatie: hoe zorgen de oorzaken voor verandering
- aard: kenmerken van het proces (formalistisch/random, (dis)continue)
wat zijn de ideeën van Bernstein over bewegingssturing? Noem 4 dingen
Nativistisch gaat uit van top-down sturing, denkt 1 kant op. Er is iets in die hersenen, er ligt een plan dat moet alleen maar rijpen en dan komt er gedrag.
Bernstein zegt dat er meer patroon is in gedrag dan alleen eeg-gedrag. Hoe kan alles wat daar zit maar 1 kant op sturen.
Bernstein zegt ook dat er een vrijheidsgradenprobleem is, en 1 manier van aansturing kan een bepaald effect hebben, het kan gewoon niet dat het bewegen maar 1 kant op werkt want anders zouden we niet kunnen bewegen zoals we bewegen.
Het bewegen ontstaat op een moment in een bepaalde context met een bepaalde taak. Lopen ontstaat op het moment zelf op basis van alle constraints die er zijn, wij zijn niet voorgeprogrammeerd om te lopen. En vanwege deze specifieke leefomgeving zijn wij in staat om te gaan leren lopen (motorische mijlpaal). Op de maan bijvoorbeeld zouden deze motorische mijlpalen er heel anders uitzien.
Bernstein zegt dat gedrag op het moment zelf ontstaat vanwege interactie van alle constraints, het wordt op dat moment gevormd, het kan niet zijn dat beweging alleen maar top-down geprogrammeerd is.
Motorisch leren en ontwikkeling, welke verschillende benaderingen zijn?
Verschillende benaderingen gezien met:
● Ontwikkeling van representaties in het brein
○ Top-down sturing
● Determinanten van ontwikkeling
○ 1 oorzaak, bv nativisme (genenpakket) of empirisme (oefening)
○ Noodzakelijke oorzaken
Zelforganisatie en de verschillende van de benaderigen tegen over elkaar
Het plaatje van de mime geeft weer hoe de bovenstaande benaderingen denken over ontwikkeling. De dynamische systeemtheorie staat hier tegenover, want deze theorie gaat namelijk uit van zelforganisatie.
wat houdt zelforganisatie in?
Zelforganisatie → De eigenschappen van de componenten of samenstellende elementen definiëren de organisatiestructuur.
Makkelijker gezegd komt het erop neer dat de eigenschappen van heel veel factoren uiteindelijk het gedrag van het systeem bepalen.
Bij zelforganisatie wordt er gebruik gemaakt van bottom-up sturing.
wat is non-essentialisme?
Non-essentialisme: Motorische ontwikkeling is niet alleen het product is van het centraal zenuwstelsel, maar ook van eigenschappen van het bewegingsapparaat, omgevingseigenschappen en taakvereisten (multicausale ontwikkeling). Het houdt in dat er geen enkele factor een logische prioriteit heeft, schrijf ontwikkeling voor of genereert ontwikkeling.
bottom-up sturing
niet 1 noodzakelijke oorzaak
verklaring van McGraw over verdwijnen van stalreactie is ?
● Verklaring McGraw: rijping van het zenuwstelsel → de corticale inhibitie hypothese
- Subcorticale sturing stapreacties
- Subcorticale inhibitie door corticale gebieden
- Corticale sturing vrijwillig stappen
verklaring vanuit nativisme voor verdwijnen van stapreactie is?
○ Ontwikkeling van het zenuwstelsel, zelfde als McGraw.
verklaring vanuit DST over stap reactie is?
○ De parameter kan veranderen waardoor je in een ander dal terecht kan komen
■ Dit komt bijvoorbeeld door krachtverandering
verklaring van DST van Thelen over stapreactie:
● Verklaring vanuit dynamische systeembenadering
○ Thelen: verdwijnen stapreactie (± 2 maanden) door samenspel factoren (multicausaal)
■ Stapreactie
● Trapbeweging
● Invloed gewrichten en water
■ Dus stapreactie verdwijnt door asynchrone groei beenmassa en spierkracht
● Spontane motoriek is er wel, dus trappelen/lopen kan nog wel. Als je de baby in een bak met water hangt laat hij de reactie wel weer zien. Hang je gewichtjes aan zijn/haar benen dan laat hij het niet meer zien.
● Benen worden tijdens het verdwijnen van de stapreactie veel vetter
○ Thelen: een combinatie van alle factoren zorgt ervoor of je wel of niet het reflex ziet