college 4 Flashcards
wat is het behaviorisme?
Puur operationele benadering:
- Bestuderen van wetmatigheddn tussen stimuli en oberserveerbaar gedrag, geen orrdeel over intere processen
- Fysieke omgeving (stimuli) gedrag (respons)
- Relatie tussen input en output
wat is de klassieke conditionering?
- Een reeeds in het gedragsrepertoire voorkomende respons ® wordt gekoppeld aan een stimulus (S) die de respons aanvankelijk niet oproept
- Klassieke conditionering kan niet het leren van nieuwe taken en bewegingen verklaren
- Er worden wel nieuwe associaties gelegd
- Angst ontstaan zowel via klassieke conditionering
wat is operanet conditionering?
- Nieuwe gedragingen kunnen worden aangeleerd
- Leren naar aanleiding van de consequenties van de gedrag beloning/straf
- Skinner
- Geldt voor: baby’s, olympische sporters
wat zijn de 4 vormen van operanet conditionering?
- Bekrachtiging = zodat gedrag toeneemt
- Straf = zodat gedrag afneemt
- Positief = stimulus toedienen
- Negatief = stimulus verwijderen
o Positieve bekrachtiging: toetje geven als je je bord eet leegt
o Negatieve bekrachtiging: je haalt iets vervelends weg, waardoor het beter gaat
o Positieve straf: het pak
o Negatieve straf: je haalt iets fijns weg, zodat je hoopt dat het gedrag weg gaat. Ik zet nu de tv uit als je niet rustig bent - Af en toe is belangrijk, want anders kunnen mensen te veel rusten op de bekrachtiging en anders het idee niet doen
wat is de sociale leertheorie van Bandura?
- Net als bij behaviorisme: leren is afhankelijk van de gevogen van gedrag
- Verschillen
o Cognitie is essentieel element van leren: niet responses worden geleerd, maar kennis over responses en hun gevolgen
o Leren is sociaal gemedieerd
wat is observationeel leren?
kijken hoe anderen iets doen en dit na doen
wat is modelling?
leren door middel van observaties van voorbeeldgedrag
wat is imiteren?
het actief modelleren van een waargenomen gedrag. Waarom? Vanwege bekrachtiging
wat zijn de 4 deelprocessen van observationeel leren?
- aandacht aandacht richten op personen met hoge status, hoog vaardigheidsniveau, hetzelfde geslacht
- retentie Opbouwen van een mentale representatie, belang van herhaling
- productie vertalen van mentale representatie naar daadwerkelijke uitvoering (imitatie)
- motivatie motivatie om te imiteren, opbrengsten of gevolgen, de mate waarin waarnemer en model op elkaar lijken (als iemand op mij lijkt, kan ik t ook wel), de frequentie van het modelgedrag
waarom is observationeel leren effectief voor motorisch leren?
- Modellering beïnvloedt zowel bewegingsvorm (techniek) als bewegingsresultaat positief
o Effect op bewegingsvorm met name bij volwassen
o Effect op bewegingsresultaat met name bij kinderen - Met name effectief bij seriële taken verschillende bewegingen achter elkaar uitvoeren
wat houden spiegelneuronen in?
- Neuronen in de premotorische cortex die vuren als een handeling wordt uitgevoerd, maar ook als een ander die handeling uitvoert
o Meeste activiteit als waarnemer bewegingservaring met mbt speciefieke taak
o Zelfde neuronen actief als je kijkt en niet de beweging zelf uitvoert, het heeft een doel of een handeling de bewegingen premotorische cortex
o Ook als je naar iemand kijkt die pijn heeft, kan je het meevoelen
wat zijn de praktische implicaties van spiegelneuronen?
sterk leereffect, zo frequent mogelijk, nagestreefde doel moet on het modelgedrag herkenbaar zijn, gekozen handelingen moet zo nauw mogelijk aansluiten
wat is het mastery model?
een expert, vol vertrouwen. doet het perfecte voorbeeld
wat is het coping model?
iemand die het gewoon kan en of door het zelfde leerproces ook gaat terwijl jij kijkt
wat is beter mastery of coping?
mastery is beter voor de spiegelneuronen, coping beter voor de self efficacy (geloof in het eigen kunnen). Het maakt niet veel uit welke beter is.