college 1 Flashcards
welke 4 theoretische benaderingen zijn er?
dynamisch systeemtheorie, ecologische psychologie, sociale leertheorie en informatietheoretisch benadering
wat voor praktisch thema is dynamische systeemtheorie?
niet-lineaire pedagogiek
wat voor praktisch thema is ecologische psychologisch?
niet-lineaire pedagogiek]
impliciet leren
perceptueel-motorisch leren
wat voor praktisch thema is sociaal leertheorie?
observationeel leren
wat voor praktisch thema is informatietheoretisch benadering?
feedback
afwisseling en variatie
taalmoeilijkheid
welke 3 fases zijn er bij het traditoneel model
- Verbaal cognitieve fase (instructie, fysieke leerhulp)
a. Ga je een taak voor het eerst doen, je bent heel bewust ermee bezig hoe je de beweging uit moet voeren, de coördinatie gaat vaak stroef - Associatieve fase (feedback, demonstratie/video)
a. Associaties tussen perceptie (waarnemen) en actie (bewegen), perceptie-actie koppelingen, en naarmate je deze koppelingen meer oefenend hoe beter je erin wordt, het bewegingsgevoel wordt in deze fase ook stuk beter - Autonome fase
a. Als je heel erg veel geoefend hebt wordt het geautomatiseerd, je hoeft er eigenlijk niet meer bij na te denken, het is niet meer dat ze er niet meer bij na denken maar ze denken na over het doel van de beweging
welke 3 kritische kanttekeningen zijn er bij het traditionele model?
- Leerproces kan ook onbewust starten
- Aandacht voor het bewegingsresultaat bevordert prestatie en leren, ook in het begin van het leerproces
- Inslijpen is nodig voor automatisering en bereiken expertise? Belang van ‘herhalen zonder te herhalen’.
wat is motorisch leren?
Leren: een proces dat leidt tot relatief duurzame veranderingen in het gedrag(spotentieel) als gevolg van specifieke ervaringen met de omgeving. Er moet dus sprake zijn van retentie, of je een oefeningen of gedrag na een bepaalde tijd nog steeds kan laten zien, dat is leren.
wat is het verschil tussen prestatieverbetering en leren?
Als iemand flink verbeterd is in de prestatie betekent niet perse dat diegene ook echt geleerd heeft. Dit kan je testen door middel van een retentietest op een later moment. Als hetzelfde gedrag dan nog steeds aanwezig is kan je zeggen, er is geleerd.
wat is een transfertest?
Een transfertest is om te testen hoe specifiek het leereffect was. Iemand heeft iets geleerd in een bepaalde situatie en je gaat testen of iemand ditzelfde gedrag ook kan uitvoeren maar in een andere situatie, op die manier test je hoe specifiek het leereffect was.
wat is deliberate practice
- Uren maken meer vaardigheid op doen
- Gericht oefenen:
o Doel: verbeteren prestatie (gericht op vernieuwing), steeds een stapje meer
o Aandacht voor feedback
o Sterke focus van aandacht
o Specifiek oefenen (erg relevant) - Vaak gerelateerd aan vroege specialisatie
wat is deliberate play
Doel: zoveel mogelijk plezier hebben
- Informeel
- Intrinsieke motivatie
- Aangepaste regels
- Experimenteren
- Exploreren veel ruimt voor innovatie
- Flexibiliteit
- Vaak gerelateerd aan vroege diversificatie early sampling, oftewel toen je jong was
wat zijn de voor of nadelen van play vs practice?
- Play meer algemeen dingen aanleren en de top meer halen met practice. Eerst play dan practice.
- Bij practice heb je de techniek en betere worden in een bepaalde vaardigheid
development model of sport participation houdt in:
3 routes. gebaseerd op type training en mate van betrokkenheid in de sport, worden play en practice gelinkt aan verschillende uitkomsten in termen van prestatie op de lange termijn en persoonlijke ontwikkeling
welke 3 routes zijn er bij DMSP
- recreatiesporten door diversificatie. play
- topsport door diversificatie. play
- topsport door vroege specialisatie. practice