MO hoorcollege 2 Flashcards
welke 3 onderzoekers waren in de beschrijvende periode?
Gesell, McGraw en Piaget
wat hield de beschrijvende periode in?
● Invloedrijkste onderzoekers 20ste eeuw
● Bijgedragen aan een rijke beschrijving motorische ontwikkeling
● Op zoek naar structuur, fasebegrip (discontinue), formalistisch verloop ontwikkeling
○ Van beschrijven naar voorschrijven hoe het moet
○ Als je er van afwijkt is het misschien wel verkeerd
○ Voorbeeld: wanneer is jouw kind begonnen met lopen?, oh dat is we laat, er zal vast wel iets niet goed zijn.
wat is nativisme? en welke onderzoekers stonden hiervoor
- Nativisme = ontwikkeling wordt veroorzaakt door je genenpakket, alleen rijping. Gesell eb McGraw
wat is interactionisse en welke onderzoeker stond hiervoor
- Interactionisme = ontwikkeling wordt veroorzaakt door je genenpakket en door de omgeving
○ Jean Piaget
wat zijn de overeenkomst tussen de verschillende theorieën?
op zoek naar structuur in ontwikkeling en gedrag. Observeren van bepaalde patronen
van wie was de rijpingstheorie?
Arnold Gesell
wat houdt de rijpingstheorie in als definitie?
“Rijping verwijst naar die fasen en producten van groei die geheel of voornamelijk zijn toe te schrijven aan aangeboren en endogene factoren”
Arnold Gesell had twee grote inspiratiebronnen:
● Charles Darwin → evolutietheorie en natural selection
○ Darwin had een wetenschappelijke benadering voor het onderzoeken van de ontwikkeling van dieren
■ Gesell vond dat de ontwikkeling van kinderen op dezelfde manier benaderd moest worden
○ Onderzoeksmethoden → zoeken naar structuur door observatie en vergelijking
■ Gesell wou op dezelfde manier naar motorische ontwikkeling kijken om zo bepaalde patronen te kunnen ontdekken die hij in zijn theorie zou kunnen verwerken
● Coghill
○ Het werk van Gesell werd sterk beïnvloed door de bevindingen van Coghill
■ Verandering in het bewegingspatroon worden voorafgegaan door verandering in neurale structuren (CZS) → cefalo-caudale ontwikkelingsrichting
■ Het bewegingspatroon ontstaat voordat sensorische banen ontstaan → de hersenen zijn ervoor om het gedrag te ontwikkelen. Ontwikkeling is niet te beïnvloeden door de ervaringen die we opdoen, maar wordt vanuit het CZS ontwikkeld
Een onderzoek van gesell, descriptief van aard, waarin gedrag werd geobserveerd:, leg dit uit en wat het is
● 58 stadia ontwikkeling van het grijpen
● 53 stadia manipuleren van een rammelaar
Dit onderzoek komt overeen met wat Charles Darwin ook deed, zoeken naar structuur door observatie en vergelijking. Dit onderzoek wordt gezien als “tirelessly seeking order” → “onvermoeid zoeken naar structuur/order”.
wat is naturisme?
geen sensorische input dan doe je ook geen ervaringen op dus dit is niet belangrijk (geloven we nu niet meer)
wat zijn de uitgangspunten van de rijpingstheorie?
● Gedrag heeft vorm (morfologie), kent patronen, er zit logica in gedrag
● Gedrag weerspiegelt onderliggende neurologische structuren
● Neurale groei is autonoom, wordt niet beïnvloedt door omgevingsstimulatie
● Leermechanismen ook onder invloed van rijping
Volgens Gesell kan oefening de ontwikkeling versnellen of vertragen maar bepaald het de ontwikkeling niet, dat doet het centraal zenuwstelsel (CZS). Gesell onderzocht de ontwikkeling heel minutieus om zo de ontwikkeling vast te kunnen legen.
wat zijn de rijpingsprincipes?
- Individualiserende rijping
a. Bewegingen ontwikkelen door intrinsieke vormgevende processen (invloed genen) zonder invloed van ervaring - Ontwikkelingsrichting
a. Rijping vindt plaats van cephalo naar caudaal (kop naar staart) en van proximaal naar distaal (binnen naar buiten) van ulnair naar radiaal - Wederkerige dooreenweving
a. Ontwikkeling is niet lineair, maar cyclisch (bijv. afwisseling dominantie buig- en strekspieren in verschillende motorische stadia) - Functionele asymmetrie
a. Ontwikkeling is doorbreken van symmetrie uitmondend in asymmetrische functies zoals handvoorkeur - Zelfregulerende fluctuaties
a. Ontwikkeling van instabiele naar stabiele toestanden, zelfregulerende fluctuaties zorgen ervoor dat gedrag stabieler wordt. Nieuwe gedrag/fase eerst - Optimale realisatie
a. Ontwikkeling streeft altijd naar optimale toestand zelfs bij ernstige verstoring door ziekte, ondervoeding en andere depriverende omstandigheden, middels regeneratie, compensatie en vervanging - Motorisch klimaat
a. Er is eerst rijping van motorische gebieden en dan pas van sensorische gebieden
wat draait het om bij de rijpingstheorie en hoe zit het met lereN
alles draait om patronen. patronen geordend in genetica. DNA laat het css rijpen wat zorgt daarna voor gedrag. Leren wordt niet bepaald door ontwikkeling, leren determineert ontwikkeling niet
wat zijn belangrijke punten bij de rijpingsprincipes?
- vele van de principes zijn al ontkracht
- principes gebaseerd op bv Coghill
- individualiserende rijping is belangrijk
- je ziet de principes nog wel terug, maar diet zo gefixeerd
Corticale inhibitie hypothese:
● Stadium 1 → stapreactie (<2 maanden) controle door subcorticale netwerken
● Stadium 2 → inhibitiefase (+2 maanden) door rijping corticale netwerken wordt activiteit subcorticale netwerken afgeremd. Corticale netwerken worden gevormd en die inhiberen de subcorticale netwerken
● Stadium 3 & 4 → corticale controle over beenbewegingen (>8 maanden), ontstaan van zelfstandig lopen
● Vertraagt verdwijnen van stapreactie indiceert verstoring van het centrale zenuwstelsel
Makkelijker gezegd: gedrag is een weerspiegeling van het gedrag dat vastligt in het zenuwstelsel. Er rijpt iets dat zorgt voor de inhibitie van de stapfrequentie. Dit heet de corticale inhibitie hypothese.
wat is het verschil tussen Gesell en McGraw?
McGraw is minder strikt in de nativitische opvatting. genen en rijping zijn volgens McGraw nog steeds het belangrijkste, maar ervaring kan het zenuwstelsel wel degelijk beinvloeden
wat is een belangrijk onderzoek van McGraw?
Jimmy en Johnny. Een belangrijk onderzoek die McGraw heeft uitgevoerd is: Growth, a study of johnny and jimmy. In deze studie werd Johnny wel getraind maar jimmy niet. Hierin ging ze onderzoeken in een longitudinale studie wat het effect was van training op de ontwikkeling. Hiermee wilde ze onderzoeken wat het effect van nature en nurture was door de ene tweeling van de 1-eige tweeling wel te trainen en de andere niet. Er werd onderzocht wat de verschillen zijn tussen de 2, welke invloed heeft de omgeving op de ontwikkeling.
Ook kwam er uit haar onderzoek dat fylogenetische activiteiten (zoals kruipen, lopen, praten, die van belang zijn voor de instandhouding van de soort) dat training van deze activiteiten geen effect heeft. Voor ontogenetische activiteiten (klimmen, rolschaatsen, fietsen) was er een positief effect van training. Deze activiteiten waren bij Johnny sneller ontwikkeld dan bij Jimmy. Deze uitkomsten ontkrachten de strikte rijpingsvisie (principe van individualiserende rijping).
wat zijn de McGraws 4 stage developmetn?
- the reflexes present in the newborn infant
- the CNS develops sufficiently tp inhibit these primitive reflexes.
- the CNS assumes more of the voluntary control of movement.
- the early reflexes integrate into larger movement patterns
wat is uit het onder zoek van Zelazo gekomen?
Uit een andere studie van Zelazo is echter gebleken dat de stapreactie trainbaar is. Door het trainen van de stapreactie leidde dit tot eerder lopen, terwijl lopen volgens McGraw een fylogenetische activiteit is en dus eigenlijk niet trainbaar zou moeten zijn.
wat is fylogentische activiteiten?
kruipen, lopen, praten, dwz activiteiten die belangrijk zijn voor in standhouding van soort
wat zijn ontogentische activiteiten?
klimmen, rolschaatsen, fietsen