LES 7: Voetgangers Flashcards

1
Q

Wat zijn weggebruikers?

A

Volgens de wegcode is een weggebruiker elke persoon die gebruik maakt van de openbare weg.

Het gaat dus over personen. Een dier zoals een paard of een hond en een ding zoals een fiets of een auto zijn dus geen weggebruikers.

Weggebruikers zijn wel: de voetgangers de bestuurders van voertuigen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn voetgangers?

A

Een voetganger is een persoon die zich “te voet” op de openbare weg verplaatst. Een voetganger moet dit doen op het trottoir of op het voetpad of op de berm. Is er geen voetpad of geen berm, dan mag hij bij voorkeur op het fietspad, ofwel op de rijbaan stappen.

Ook personen die een winkelkarretje of een kruiwagen voortduwen, zijn voetgangers, net zoals iemand die zich met een rolstoel of een voortbewegingstoestel maar stapvoets verplaatst.

Iemand die een defecte bromfiets of een fiets voortduwt, is ook een voetganger. In dit voorbeeld moet het voortduwen op het trottoir gebeuren.

Een ruiter of een persoon die een paard begeleidt, is geen voetganger, maar wel een bestuurder.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Borden: oversteekplaats voor voetgangers

A

Als er binnen een afstand van 20 meter (tot 31/5/19 : 30 meter)een oversteekplaats voor voetgangers of een zebrapad is, dan moeten voetgangers dat gebruiken.

Deze twee borden duiden een oversteekplaats voor voetgangers aan.

Het blauwe aanwijzingsbord staat bij de oversteekplaats, zoals je op de afbeelding kunt zien.

Het rode gevaarsbord staat op ongeveer 150 meter voor de oversteekplaats.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Gevleugeld zebrapad

A

Een gewone oversteekplaats voor voetgangers is drie tot vier meter breed. Op sommige plaatsen in Vlaanderen worden gevleugelde zebrapaden op het wegdek geschilderd. Die zijn acht tot negen meter breed.

Met dit type zebrapaden wil men het oversteken van voetgangers veiliger laten gebeuren. Daarenboven wil men overstekende voetgangers voor hoger zittende bestuurders (bijvoorbeeld een vrachtwagenbestuurder) beter zichtbaar maken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Voorrang

A

Voetgangers die op het zebrapad stappen, of het willen gaan gebruiken, moet je altijd voorrang geven. Rijd dus heel voorzichtig als je een oversteekplaats nadert.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Inhalen

A

Je mag nooit een bestuurder inhalen die vertraagt of die stopt voor een zebrapad. Wat de bestuurder van de grijze auto hier doet, is dus een ernstige overtreding.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Stilstaan en parkeren

A

Je mag niet op een oversteekplaats (niet op de rijbaan en niet op de berm) parkeren of even stilstaan om bijvoorbeeld iemand te laten in- of uitstappen. En je mag het ook niet op de rijbaan (wel op de berm) tot op 5 meter voor de oversteekplaats.

Dat is trouwens ook zo bij een oversteekplaats voor fietsers en tweewielige bromfietsen.

Voorbij een oversteekplaats mag je wel parkeren en stilstaan (behalve als verkeersborden het daar verbieden).

OPGELET: Als je in een file met traag verkeer rijdt, en de auto voor jou is net over de oversteekplaats gereden en stopt weer, dan mag jij niet stoppen OP de oversteekplaats, maar moet je dat doen VOOR de oversteekplaats.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat als er geen oversteekplaats is?

A

Een voetganger die de rijbaan wil oversteken op een plaats waar geen zebrapad is, moet zelf voorrang verlenen.

Toch is de boodschap dat je altijd voorzichtig moet zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Voetgangerszone

A

De bestuurders die in een voetgangerszone mogen rijden:
- moeten dit stapvoets doen.
- ze moeten de doorgang vrij laten voor voetgangers en indien nodig stoppen.
- ze mogen de voetgangers niet in gevaar brengen of hinderen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Voetgangers aan een halteplaats

A

Als een tram of een bus stopt op de rijbaan en er is geen vluchtheuvel bij de halteplaats, dan moet de bestuurder die rijdt langs de kant waar de reizigers in- en uitstappen:

  • stoppen.
  • de reizigers de kans geven de rijbaan veilig over te steken.

Daarna mag hij met matige snelheid opnieuw vertrekken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly