Les 46: omdat, als Flashcards

1
Q

Omdat, want

A

example:
ik ga naar de tandarts want ik heb kiespijn.

ik ga naar de tandarts omdat ik kiespijn heb

deze twee zinnen betekenen precies hetzelfde!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

using Omdat

A

bij omdat komt het werkwoord achteraan in de zin.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

als

A

het woordje als geeft een voorwaarden aan. in het geval dat……

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly