Les 21 Verkleinwoorden Flashcards
1
Q
verkleinwoorden worden gebruikt om te vertellen:
A
dat iets of iemand klein is. eindje, sjaaltje, boompje, jongetje
dat iets of iemand leuk, gezellig, aardig of lief is: brilletje, etentje, schatje
2
Q
lidwoord van een verkleinwoord is altijd….
A
het en het meervoud -s
3
Q
meestal - je
A
stad, dorp
4
Q
na een l, n, w, r of klinker komt….
A
tje
5
Q
na een m komt…..
A
pje
6
Q
sommige woorden krijgen - etje
A
brilletje, mannetje, sterretje, ringetje, nulletje, bonnetje, weggetje, bruggetje, spelletje