la mobilité, le changement Flashcards
la mobilité
mobiliteit
mobile
mobiel
l’évolution (f)
evolutie
évoluer
evolueren
l’assimilation (f)
assimilatie
le dynamisme
dynamisme
dynamique
dynamiek, dynamisch
le tempo
tempo
le rythme
ritme
le transfert
overdracht, transfer
le sens/la direction
richting
un progrès
vooruitgang
un recul
achteruitgang
reculer
achteruitplaatsen
avancer
vooruitplaatsen, vorderen
circuler
circuleren, doen de ronde
(r)approcher
dichterbij plaatsen
approcher
dichterbij komen
approcher de
naderen
l’approche (f)
het naderen
une approche
benadering, aanpak
éliminer/supprimer
uit de weg ruimen
éloigner/écarter
weghalen, weggaan
éloignement (m)
afgelegen
traverser
oversteken, door stromen
à travers
doorheen
couler
stromen
s’écouler
weglopen
usé
versleten
une orientation (f)
koers
s’orienter
zich richtten
un pas
stap
orienter
oriënteren
précéder
voorafgaan
suivre
volgen
disparaître
verdwijnen
rattraper
inhalen
étendre
uit breiden
répandre
verspreiden
se répand of s’étend
uitbreiden
un tour
beurt
les tours (m)
trucs
changer
veranderen
un changement
verandering
transformer
omvormen, veranderen
une transformation
wijziging, verandering
modifier
wijzigen
une modification
wijziging
varier
variëren
une variation
wisseling
renouveler
vernieuwen, verlengen
baisser/diminuer
dalen
augmenter
stijgen
influencer
beïnvloeden
une influence
invloed
une adaptation
aanpassing
s’adapter
zich aanpassen
la dégradation
aantasting
s’aggraver
erger worden
une tournure
wending
reporter
uitstellen
une tendance
strekking
de transition
overgangs-
une élévation
verhoging
un élan
opwelling
remplacer/ substituer
vervangen en in de plaats stellen