L8 : Dwangmiddelen Flashcards

Belangrijk: - Wie is in de wet bevoegd verklaard om het dwangmiddel toe te passen - Wanneer mag het dwangmiddel worden toegepast - Wat houdt het dwangmiddel precies in?

1
Q

Geef een omschrijving van een dwangmiddel?

A

evoegdheden tot het maken van een inbreuk op - in de Gw en/of verdragen omschreven - grondrechten van de burger.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waar gaat het in ieder geval om?

A
  • Inbreuk op grondrecht van betrokkene
  • op grond van een (wettelijke) bevoegdheid
  • ten dienste van het strafproces
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Verschil tussen bevoegdheden en dwangmiddelen?

A

Alle dwangmiddelen zijn bevoegdheden maar alle bevoegdheden zijn niet tevens dwangmiddel (bv telefoontaps)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Is een plicht, bv verschijningsplicht voor een getuige, een dwangmiddel?

A

Nee

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Impliceert dwangmiddel iets te doen?

A

Nee, veeleer iets te dulden, geen verzet te plegen, niet tegen te werken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Noem hier een uitzondering op?

A

Meewerken met een ademtest tijdens alcoholcontroles

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is de harde kern van dwangmiddelen?

A

Vasthouden en opsluiten van gevangenen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Noem 7 dwangmiddelen, oplopend in zwaarte?

A
  • staande houden
  • aanhouden
  • ophouden voor onderzoek
  • inverzekeringstelling
  • bewaring
  • gevangenhouding
  • gevangenneming
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is kenmerkend voor zwaardere dwangmiddelen?

A
  • tijdsduur wordt steeds langer

- ‘zwaarte’ van autoriteit neemt toe voor beslissing

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Bij oplopende zwaarte van dwangmiddelen worden steeds strengere voorwaarden gesteld. Wat betreft dit?

A
  • zwaarte van het delict waarvan iemand wordt verdacht
  • graad van de verdenking
  • grond voor toepassing van het dwangmiddel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is de scherpste cesuur voor het wel of niet mogen toepassen van dwangmiddelen?

A

Zwaarte van het delict

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe lang kan voorlopige hechtenis duren?

A

Afhankelijk van de zwaarte van een delict, maar in beginsel tot zijn berechting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Kan iemand worden aangehouden voor eend elict waarvoor geen voorlopige hechtenis is toegestaan?

A

ja, indien op heterdaad; 6 uur voor verhoor(langer mag niet, en zeker geen inverzekeringstelling)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe bepaal je of bv aanhouding en inverzekeringstelling mogelijk is?

A

Vloeit voor uit ‘ enig strafbaar feit’. Het juist bepalen hiervan is reeds bij de aanhouding heel belangrijk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is de hoofdregel voor voorlopige hechtenis?

A

Art 67 Sv:

  • 4 jaar of meer
  • specifiek benoemde delicten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Iemand wordt verdacht van eenvoudige belediging. Is voorlopige hechtenis toegestaan?

A

Nee, art 266 sr kent slechts een maximumstraf van 3 maanden ( art 67 lid1 sub A, bepaalt dat verhoging of verlaging niet aan de orde is, dus meervoudige belediging geeft nog steeds geen grond voor voorlopige hechtenis.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Iemand wordt verdacht van poging tot diefstal? Is voorlopige hechtenis toegestaan?

A
wettelijke omschrijving ( zoals gevraagd door art 67 lid 1 sub a Sv) geeft aan 4 jaar. Bij een strafbare poging wordt het maximum verlaagd met max 1/3 (art 45 Sr). 
Voorlopige hechtenis is toegestaan, het gaat immers om de wettelijke omschrijving van de bijzondere strafbepaling. En art 129 Sv bepaalt dat indien in het WvSv gesproken wordt van een misdrijf, hieronder ook de medeplichtigheid, de poging tot en de voorbereiding van moet worden verstaan
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Hoe lang mag de voorlopige in totaal maximaal hechtenis duren?

A

Dat is alleen te zeggen voor de procesfase voorafgaand aan het onderzoek ter terechtzitting:

  • 14 dagen bewaring (geen verlenging)
  • 90 dagen gevangenhouding (art 66 sv)
  • Totaal 104 dagen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat is de uitzondering hierop?

A

Verdacht van terroristische misdrijven. Dan na de negentig dagende mogelijkheid tot additionele 2 jaren, te verdelen in blokken van 90 dagen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Hoofdlijn art 67 lid 1 & 2 Sv?

A

Vuistregel:

  • Algemeen: een misdrijf waarop minstens 4 jaar staat
  • bij een verdachte zonder vaste woon- of verblijfplaats: een misdrijf waarop gevangenisstraf
  • specifiek benoemde misdrijven
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wanneer kan iemand worden staande gehouden?

A

Bij verdenking van elk strafbaar feit, dus ook het lichtste feit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Stelt art 52 Sv bijzondere eisen aan de verdenking voor staande houden?

A

Nee, gewone verdenking, conform art 27 Sv is genoeg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Kan iedereen iemand staande houden?

A

Nee, alleen een opsporingsambtenaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Wat is staande houden feitelijk?

A

Iemand letterlijk vastpakken om hem te beletten weg te lopen. Dat is het dwangmiddel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Wat kan de opsporingsambetnaar doen bij staande houden?

A

Alleen vragen naar personalia

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

Is iemand verplicht tot het geven van zijn naam bij een staande houding?

A

Nee, alleen het opgeven van valse naam, geboorteplaats, etc is strafbaar (art 435 sub 4 Sr)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

Als de opsporingsambtenaar de verdachte beveelt om stil te staan maar hij rent weg, is hij dan strafbaar ogv art 184 Sr?

A

Nee, art 52 Sv verschaft de opsporingsambtenaar niet de bevoegdheid tot het geven van een bevel of vordering zoals bedoeld in art 184 Sr

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

Mag de verdachte zich losrukken bij staande houden?

A

Nee, dat is wederspannigheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
29
Q

Wat kan de opsoringsambetenaar doen bij een weigering of vermoeden van een valse naam?

A
  • Identiteitspapieren vorderen (art 8a Politiewet); bij niet voldoen:
  • identiteitsfouillering (art 55b lid1 Sv); of indien proportioneel:
  • aanhouden (art 477e Sr)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
30
Q

Wat is het doel van fysiek aanhouden?

A

verdachte geleiden voor een (hulp)OvJ teneinde te worden verhoord

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
31
Q

Wat is het verschil tussen aanhouding op heterdaad en aanhouding buiten heterdaad?

A

Heterdaad: burgers en opsoringsambtenaren zijn tot aanhouding bevoegd

  • buiten heterdaad: alleen opsporingsambetnaren zijn bevoegd
  • buiten heterdaad is aleen toegestaan bij verdenking van een strafbaar feit waarop voorlopige hechtenis is toegestaan (art 67 Sv)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
32
Q

Moet bij aanhouding aan de gronden genoemd in art 67a Sv en art 67 lid 3 Sv wordt voldaan?

A

Nee

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
33
Q

Wat is de procedure om achter de identiteit van een verdacht te komen als deze zich niet bekend wil maken?

A
  • bevoegd om te vragen naar personalia
  • indien nodig het identiteitsbewijs controleren
  • (bij misdrijf waarvoor voorlopige hechtenis is toegestaan): art 55c, lid 2 Sv: bevoegdheid tot het nemen van foto’s en vingerafdrukken om achter de identiteit te komen ( indien de identiteit bekend is mag deze bevoegdheid niet gebruikt worden.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
34
Q

Mag een verdacht verhoord worden zonder dat hij is aangehouden?

A

ja, indien:

  • voorlopige hechtenis is toegelaten
  • louter om achter de identiteit te komen
  • ( voorgeleiding voor een (hulp)OvJ is dan dus niet noodzakelijk
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
35
Q

Wat is de termijn voor ophouden voor onderzoek?

A
  • 6 uren (art 61 Sv)
    + 6 uren verlenging:
  • alleen om achter de identiteit van de verdachte te komen;
  • alleen voor een feit waarvoor geen voorlopige hechtenis kan worden opgelegd
  • tijd tussen 24 uur en 9 uur telt niet mee
  • tijd begint te lopen vanaf het moment dat de (hulp)officier de ophouding beveelt (HR)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
36
Q

Uitzondering bij het stopbevel?

A

Wegenverkeerswet
Deze kent ‘toezichthoudende bevoegdheden’
stopbevel in WVW is als bevel bedoeld in art 184 Sr

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
37
Q

Waarom mag een burger wel aanhouden op heterdaad maar niet staande houden?

A

Burger kan een verdachte vasthouden (= aanhouden) tot de politie arriveert maar de burger heeft er niets mee te maken wie het is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
38
Q

Wat is het verschil tussen staande houden/aanhouden en inverzekeringstelling/bewaring/gevangenhouding?

A
  • opsluiten bij de laatste 3

- bij de laatste 3 geeft een autoriteit het bevel maar voert niet zelf uit (let op: aanhouden kan ook op bevelvan zijn)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
39
Q

Wat is een basisvoorwaarde voor inverzekeringstelling?

A
  • feit waarvoor voorlopige hechtenis is toegelaten

- zolang het onderzoeksbelang dit vergt (art 57 lid 1 Sv)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
40
Q

Waar is inverzekeringstelling niet voor bedoeld?

A

Verder plegen van delicten te verhinderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
41
Q

Noem 3 kanten van het onderzoeksbelang?

A
  • het toepassen van maatregelen in het belang van het onderzoek (art 62 lid 2 Sv) en/of de verdachte op het bureau verder horen
  • onmogelijk maken dat hij /buiten’ bewijsmateriaal doet verdwijnen, een eensluidend verhaal fabriceert met anderen, etc
  • het uitreiken van mededelingen over de strafzaak aan de verdachte (sinds november 2005), bv dagvaarding of voorstel vergoeden schade aan het slachtoffer
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
42
Q

Wie kan de inverzekeringstelling bevelen en voor hoeveel tijd?

A
  • (hulp) OvJ
  • max 3 dagen
  • max 3 dagen verlengen (door OvJ)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
43
Q

Wat is een eis als er wordt verlengd?

A

Binnen 3 dagen en 15 uur vanaf het tijdstip van aanhouden moet de verdachte voor de RC worden geleid teneinde te worden gehoord (art 59a Sv)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
44
Q

Wat beoordeelt de RC tijdens het verhoor?

A
  • de rechtmatigheid; NIET de doelmatigheid (opportuniteit)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
45
Q

Wat zijn de opties van de RC tijdens dit onderzoek?

A
  • Rechtmatig is houden conform beleid OvJ

- Niet rechtmatig is onmiddellijke invrijheidstelling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
46
Q

Noem de onderdelen van de rechtmatigheidstoetsing van de RC?

A
  • is er sprake van een redelijk vermoeden van schuld aan een strafbaar feit?
  • Is er voor dit strafbare feit voorlopige hechtenis toegelaten?
  • Is de inverzekeringstelling in het belang van het onderzoek bevolen?
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
47
Q

Wat kan de verdachte verzoeken tijdens het verhoor door de RC?

A

In vrijheid stelling (art 59a lid 4 Sv)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
48
Q

Wat is voorlopige hechtenis?

A

1) Bewaring
2) Gevangenhouding
3) Gevangenneming

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
49
Q

Waar moet voorlopige hechtenis aan getoetst worden?

A
  • Gevallen (art 67 Sv)

- Gronden (art 67a Sv)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
50
Q

Is normale verdenking voldoende voor voorlopige hechtenis?

A

Nee, toepassing kan alleen bij een hogere graad van verdenking ( ernstige bezwaren tegen de verdachte)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
51
Q

Is redelijk vermoeden van schuld gelijk aan ernstige bezwaren?

A

Ernstige bezwaren is zwaarder

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
52
Q

Wat is de uitzondering op ernstige bezwaren?

A

Terrorisme; verdenking, redelijk vermoeden is voldoende

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
53
Q

Reden van de uitzondering bij terrorisme?

A

Belang opsporing, vervolging en het voorkomen van terroristische misdrijven
- Normale termijnen zijn in die situaties te kort

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
54
Q

Noem de ‘Gevallen’ waarop inverzekeringstelling mogelijk is?

A

Art 67 Sv:

  • Gevangenisstraf 4 jaar of langer
  • zonder vast woon- of verblijfplaats
  • specifieke delicten zoals genoemd in het artikel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
55
Q

Noem de gronden waarop voorlopige hechtenis kan worden gegeven?

A
  • vluchtgevaar

- gewichtige reden van maatschappelijke veiligheid

56
Q

Wat zijn de 4 gewichtige redenen van maatschappelijke veiligheid?

A
  • verdenking van een feit waarop 12 jaar of meer staat en waardoor de rechtsorde ernstig is geschokt?
  • gevaar voor herhaling van een misdrijf
    • waarop minimaal 6 jaar staat, of
    • bedriegend is voor de staatsveiligheid, hetzij de gezondheid en veiligheid van personen, hetzij de algemene veiligheid van goederen
  • verdenking van bepaalde misdrijven gepleegd binnen 5 jaren na onherroepelijke veroordeling wegens een van deze misdrijven en gevaar voor herhaling van een van deze misdrijven bestaat
  • waarheid te achterhalen, anders dan door verklaring van verdachte (vrees voor collusie)
57
Q

Wat is collusie?

A

Het laten verdwijnen van bewijsmateriaal, samen bepaalde verhalen afspreken, ed

58
Q

Welke gronden voor voorlopige hechtenis zijn strafprocessueel?

A
  • Vluchtgevaar (verhinderen dat de verdachte zich aan het onderzoek, berechting en bestraffing zal ontrekken)
  • Onderzoeksgrond ( voorkomen moet worden dat de verdachte bewijsmateriaal kan wegmaken, getuigen beïnvloeden) etc
59
Q

Welke gronden van voorlopige hechtenis zijn vooruitlopend op straf?

A
  • Geschokte rechtsorde
  • Gevaar voor herhaling van bepaalde misdrijven
  • gevaar voor herhaling (speciale preventie)
60
Q

Welke beperkingen zijn er van de voorlopige hechtenis, die niets met de gronden van doen hebben?

A

Art 67a lid 3 Sv:

  • geen voorlopige hechtenis indien opsluiting niet als sanctie valt te verwachten
  • geen langer durende voorlopige hechtenis dan als sanctie is te verwachten
61
Q

Is voorafgaande inverzekeringstelling een voorwaarde voor voorlopige hechtenis?

A

Nee

62
Q

Waar zitten de verschillen tussen bewaring en gevangenhouding?

A

Alleen in:

  • Duur
  • autoriteit die het bevel kan geven
63
Q

Wie beveelt bewaring en wat is de maximale tijdsduur?

A
  • RC

- 14 dagen

64
Q

Als de tijdsduur van bewaring dreigt te worden overschreden, wat kan er dan gebeuren?

A

Tegen de in bewaring gestelde verdachte kan gevangenhouding worden bevolen. De rechtbank is bevoegd, in dit geval de raadkamer omdat de zaak nog niet ter terechtzitting aanhangig is.

65
Q

Wat is de maximale duur van de gevangenhouding?

A

90 dagen

66
Q

Is er een uitzondering op de maximale duur van 90 dagen gevangenhouding?

A

Ja, bij verdachten van terrorististische misdrijven

67
Q

Wat gebeurt er als tijdens de gevangenhouding het onderzoek ter terechtzitting aanvangt?

A
  • Het bevel blijft van kracht tot 60 dagen na de einduitspraak (ervan uitgaande dat de termijn nog niet verstreken was.
  • Dit geldt ook voor gevangenhouding die tijdens de terechtzitting gegeven wordt
  • Bevoegde autoriteit is de rechtbank tijdens de terechtzitting
68
Q

Wat kan er gebeuren met ‘loslopende verdachten” tijdens het onderzoek ter terechtzitting?

A
  • Zij kunnen worden gevangen genomen
  • Op bevel van de rechtbank (ook de politierechter)
  • Gevangenneming kan duren tot de 60e dag na de einduitspraak (art 65 lid 2 en 66 lid 2 Sv)
69
Q

Moet de rechter altijd een maximum termijn gebruiken voor voorlopige hechtenis?

A

Nee, korter mag

70
Q

Kan de rechtbank de voorlopige hechtenis opheffen?

A

Ja, op ieder moment (art 69 Sv)

71
Q

Wat zijn de mogelijkheden van de verdachte mbt opheffing van de voorlopige hechtenis?

A
  • Hij kan bij iedere dwangmaatregel verzoeken tot opheffing

- Maar alleen de eerste keer heeft hij het recht om gehoord te worden (art 69 lid 2 Sv)

72
Q

Wat komt in de praktijk veel voor tav de voorlopige hechtenis?

A
  • Schorsing
73
Q

Wat zijn de regels omtrent schorsing van de voorlopige hechtenis?

A
  • Art 80 en volgend Sv)
  • voorwaarden generiek
  • specifiek
  • zekerheidstelling (niet veel voorkomend)
74
Q

Welke rechter kan de schorsing bevelen?

A

De rechter die op dat moment beslist over de voorlopige hechtenis:

  • Bewaring = RC
  • Gevangenhouding is (raadkamer) van de rechtbank
75
Q

Schorsing stopt welke toets?

A
  • Toetsing op maximumduur voorlopige hechtenis
76
Q

Definitie voorarrest?

A

Verzamelterm voor vastzitten voor de berechting:

77
Q

Wat beogen de voorwaarden voor de toepassing van voorlopige hechtenis te bereiken?

A
  • voorkomen dat verdachten opgesloten worden die niet veroordeeld worden (art 67 lid 3 Sv)
  • of aan wie geen vrijheidsstraf wordt opgelegd (art 67 a lid 3 Sv)
  • dat verdachten langer in voorarrest zitten dan de vervolgens opgelegde vrijheidsstraf (art 67 a lid 3 Sv)
78
Q

Staat voorarrest los van de straf?

A

Nee, voorarrest dient te worden verrekend met de opgelegde straf (Boek ! Titel II, art 27 Sr)

79
Q

Welke elementen moeten worden afgetrokken?

A

Tijd doorgebracht in verzekering en in voorlopige hechtenis

80
Q

Wanneer moet het voorarrest worden verrekend?

A
  • Bij oplegging tijdelijke gevangenisstraf
  • Hechtnis
  • Taakstraf
81
Q

Wanneer kan voorlopige hechtenis worden afgetrokken?

A

Bij een geldboete (art 27 lid 3 Sr)

82
Q

Is een verdachte verplicht op de terechtzitting of voor de RC te verschijnen?

A

Nee

83
Q

Wat zijn de middelen voor een rechter om een weigerachtige verdachte te laten verschijnen?

A
  • Verschijning bevelen; niet verschijnen is strafbaar volgens art 184 Sr
  • Medebrenging; opsporingsambtenaren halen de verdachte op en brengen hem naar de terechtzitting. Niet meegaan is wederspannigheid (art 180 Sr)
84
Q

Heeft de onderzoekende rechter een dwangmiddel?

A

Last tot medebrenging

85
Q

Waar staat de ‘last tot medebrenging’?

A

Bij de fase waarin de rechter de zaak onderzoekt:

  • Gerechtelijk vooronderzoek: RC: art 205 Sv
  • Ter terechtzitting; rechtbank; art 278 lid 2 Sv
86
Q

Kan alleen een verdachte worden gedagvaard?

A

Nee, ook getuigen

87
Q

Wat zijn de dwangmiddelen tegen getuigen?

A
  • medebrenging (art 287 lid 3 (terechtzitting) art 213 lid 2 (gvo) Sv
  • gijzeling
88
Q

Wie kan dwangmiddelen tegen getuigen inzetten?

A

Rechter

89
Q

Mag een getuige wegblijven?

A

Nee, strafbaar als dit niet gebeurt(art 192 en 444 Sr)

90
Q

Wat kan een rechter doen als de verdachte niet wil praten?

A

Gijzeling

  • onderzoek ter terechtzitting: art 294 lid 1
  • gvo : art 221 lid 1 Sv
91
Q

Waar is het voorarrest te vinden?

A

Titel IV, boek 1 Sv

92
Q

Waar zijn de dwangmiddelen, uitgezonderd voorarrest te vinden?

A

Titel IV en volgende

93
Q

Waar zijn aanvullingen en uitzonderingen mbt dwangmiddelen te vinden?

A

Verspreid over Boek II, bij de fase van het strafproces

94
Q

Noem een dwangmiddel om voorwerpen veilig te stellen?

A

Inbeslagneming, art 94 ev Sv

95
Q

Definitie inbeslagneming?

A

Door inbeslagneming wordt een voorwerp uit de vrije beschikking gehaald van degene die het feitelijk heeft

96
Q

Moet er bij inbeslagneming altijd iets worden meegenomen?

A

Nee, indien het te groot of te veel is:

  • verzegeling
  • toezicht
97
Q

Noem de doelen van inbeslagneming inzake waarheidsvinding?

A
  • waarheidsvinding
  • wederrechtelijk verkregen voordeel aantonen
  • bewaring van het recht tot verhaal van een geldboete
  • bewaring van het recht tot verhaal van een geldbedrag tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel
98
Q

Noem een doel van inbeslagneming om goederen veilig te stellen?

A
  • ivm op te leggen straf of maatregel
  • voor verbeurdverklaring van voorwerpen
  • onttrekking aan het verkeer van voorwerpen
99
Q

Noem een (bijkomende) straf

A

Verbeurdverklaring van voorwerpen; art 33 Sr

100
Q

Noem een maatregel die de rechter kan opleggen?

A

Onttrekking aan het verkeer van voorwerpen (art 36b Sr)

101
Q

Noem de doelen van inbeslagneming?

A

Vergelijkbaar met de strafprocessuele gronden voor voorlopige hechtenis:

  • gevaar voor vlucht
  • de onderzoeksgrond
102
Q

Waar zijn de voorwaarden voor toepassing van het dwangmiddel inbeslagneming te vinden?

A

Art 95 ev Sv

103
Q

Hoe heet het dwangmiddel fouillering in de wet?

A

Onderzoek aan de kleding

104
Q

Wat is nodig voor een fouillering?

A

Omdat het gaat om een inbreuk van het recht op de persoonlijke levenssfeer moet dit gebeuren op grond van een wet in formele zin (Gw art 10/11)
Dit is opgenomen in art 56 Sv aan de (hulp)OvJ

105
Q

Wat is een verdergaande vorm van fouillering?

A

Onderzoek aan het lichaam, te bevelen door de (hulp)OvJ

106
Q

Wat zijn de eisen aan het dwangmiddel fouillering?

A
  • aangehouden verdachte

- Ernstige bezwaren ( dus ruim meer dan een redelijk vermoeden van schuld)

107
Q

Mag een staande gehouden verdachte worden gefouilleerd?

A

Nee;
Alleen bij:
- heterdaad
- feit waarvoor voorlopige hechtenis is toegelaten

108
Q

Noem een uitzondering bij het fouilleren?

A

art 55 b Sv: fouilleren tbv identiteit achterhalen van verdachte

109
Q

Noem een dwangmiddel dat kan worden gebruikt om goederen in beslag te kunnen nemen?

A

Doorzoeking; hierbij kan op een intensieve manier worden gezocht: behang van muren, kasten openbreken etc

110
Q

Als er een bevoegdheid tot inbeslagneming is, is er dan nog een bevoegdheid voor doorzoeking nodig?

A

Ja, aparte wettelijke bevoegdheid

111
Q

Noem een bevoegdheid die niet op zichzelf staat?

A

Betreden van plaatsen: deze bevoegdheid is nodig om een andere bevoegdheid mogelijk te maken.

112
Q

Moet de opsporingsambtenaar altijd een machtiging hebben van de OvJ om te mogen doorzoeken?

A

Nee, niet in het geval van dringende noodzakelijkheid. De OvJ moet dan wel onverwijld op de hoogte gebracht worden van de verrichtingen

113
Q

Noem de vormvereisten voor doorzoeking?

A
  • heterdaad
  • art 67 Sv
  • machtiging OvJ
114
Q

Mag een burger inbeslagnemen?

A

Ja, Met zich gevoerde voorwerpen; door iedereen die de verdachte aanhoudt (art 95 Sv)

115
Q

Mag een burger fouilleren of een auto nader onderzoeken?

A

Nee, alleen een opsporingsambtenaar

116
Q

Wie is bevoegd om het doorzoeken van een woning tegen de wil van de bewoners te doen?

A

RC, indien zijn komst niet kan worden afgewacht de (hulp)OvJ, art 97 lid 1 en 3 Sv
- Voorwaarde : een met reden omklede machtiging door de RC

117
Q

Wat is het doel van een doorzoeking van een woning tegen de wil van de bewoners?

A

Inbeslagneming van daarvoor vatbare voorwerpen

118
Q

Wie is bevoegd ter inbeslagneming plaatsen, niet zijnde woningen, te doorzoeken?

A
  • OvJ
  • Bij dringende noodzakelijkheid Hulp OvJ; machtiging nodig van OvJ, evt tot 3 dagen achteraf
  • RC bij gerechtelijk vooronderzoek ambtshalve
  • RC buiten gerechtelijk vooronderzoek: op vordering van de OvJ
119
Q

Wie is bevoegd tot doorzoeking ter aanhouding?

A
art 55 a Sv:
- Opsporingsambtenaar na:
-- machtiging OVJ
-- Dringende noodzakelijkheid
Geen kleine kastjes ed door de opsporingsambtenaar
120
Q

Wat is de definitie van georganiseerde criminaliteit?

A

Van georganiseerde criminaliteit is sprake wanneer groepen van personen:

  • primair gericht zijn op illegaal gewin
  • systematisch misdaden plegen met ernstige gevolgen voor de samenleving
  • in staat zijn deze misdrijven op betrekkelijk effectieve wijze af te schermen, in het bijzonder door de bereidheid te tonen fysiek geweld te gebruiken of personen door corruptie uit te schakelen.
121
Q

Waarin onderscheidt de georganiseerde criminaliteit zich van de traditionele criminaliteit?

A

Door dat op stelselmatige wijze misdrijven worden gepleegd die veelal verborgen blijven.

122
Q

Verandert de wet BOB iets aan de traditionele, gewone dwangmiddelen?

A

nee

123
Q

Noem bijzondere opsporingsbevoegdheden?

A
  • observatie
  • infiltratie
  • gebruik van informanten
  • pseudo koop
124
Q

Wie is bevoegd deze opsporingsbevoegdheden toe te passen?

A

Bevel van de OvJ

125
Q

Waar vinden we bijzondere opsporingsbevoegdheden in het wetboek?

A

Titel IVa:

  • Soms is voldoende dat er sprake is van een misdrijf om ze toe te passen
  • Soms een misdrijf waarvoor voorlopige hechtenis mogelijk is
126
Q

Wat is een onderscheidend kenmerk van bijzondere opsporingsmethoden?

A

Bijzondere opsporingsbeveogdheden mogen niet alleen worden gebruikt na een verdenking ex artikel 27 Sv, maar ook daaraan voorafgaand.
Dit wordt geregeld in titel V

127
Q

Definitie nieuw verdenkingcriterium?

A

art. 126o lid 1:
Indien uit feitewn of omstandigheden een redelijk vermoeden voortvloeit dat in georganiseerd verband misdrijven als omschreven in art 67 lid1 worden beraamd of gepleegd die gezien hun aard of de samenhang met andere misdrijven die in dat georganiseerd verband worden beraamd of gepleegd een ernstige inbreuk op de rechtsorde opleveren

128
Q

Traditioneel opsporingsonderzoek?

A

opheldering gepleegd strafbaar feit

129
Q

Opsporingsonderzoek bij wet BOB?

A

in kaart brengen georganiseerd verband dat misdrijven beraamt of pleegt

130
Q

Voorwaarde bij opsporingsonderzoek ex art 126o?

A

Niet het vermoeden dat een strafbaar feit is gepleegd, maar het vermoeden dat een bepaalde groep van personen is betrokken bij een georganiseerd verband dat misdrijven pleegt of beraamt.
Net als bij gewone verdenking geldt ook hier dat dit vermoeden een redelijk vermoeden moet zijn en moet zijn gegrond op feiten of omstandigheden

131
Q

Wat zijn de eisen gesteld aan de opsporingsmethoden van de wet BoB?

A
  • misdrijven ex art 67 lid 1 Sv
  • Niet een enkel misdrijf maar misdrijven
  • systematisch van karakter
  • ernstige inbreuk op de rechtsorde
132
Q

Is het maken van plannen strafbaar?

A

Nee, bijzondere opsporingsbeveogdheden mogen worden gehanteerd.

133
Q

Wat staat voorop bij het onderzoek naar georganiseerde criminaliteit?

A

Niet de opheldering van een gepleegd strafbaar feit maar het in kaart brengen van het georganiseerd verband.

134
Q

Wat is altijd het doel van het opsporingsonderzoek?

A

Het nemen van strafvorderlijke beslissingen, dus :

- de beslissing van de OvJ of er vervolging wordt ingesteld

135
Q

Wat is niet toegestaan bijzondere opsporingsbeveogdheden?

A
  • gegevensverzameling as such
136
Q

Wat is het nieuwe derde verdenkingscriterium in Sv?

A

aanwijzingencriterium = ten behoeve van terrorisme

137
Q

Noem de belangrijke verschillen tussen ‘gewone’ opsporing en bij terrorisme?

A
  • aanwijzingencriterium
  • bij terroristische misdrijven hoeven in geval van vorderen van bewaring geen ERNSTIGE bezwaren te zijn tegen de verdacht, slechts een redelijk vermoeden van schuld
  • bij terroristsiche misdrijven kan de voorlopige hechtenis van de verdachte twee jaar langer duren dan bij ‘gewone’ misdrijven