L10: Rechtsgeding Flashcards

Er moet begrepen worden wat tot welke deelbeslissing hoort

1
Q

Waardoor begint het rechtsgeding?

A

Dagvaarding (art 258 Sv)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke functies hebben andere dagvaardingen ook, welke niet?

A

Elke dagvaarding heeft een oproepingsfunctie, de beschuldigingsfunctie is speciefiek voor de dagvaarding van de verdachte ter terechtzitting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Noem de vaste onderdelen van een inleidende dagvaarding?

A
  • oproep om te verschijnen
  • een tenlastelegging
  • overzicht van een aantal rechten die de verdachte ivm deze dagvaarding heeft
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

De dagvardingsregeling is een compromis tussen welke twee belangen?

A
  • het zo zorgvuldig mogelijk de op te roepen persoon daadwerkelijk te bereiken
  • ook onbereikbare mensen moeten rechstgeldig gedagvaard kunnen worden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is betekenen(art 586 lid Sv) van de dagvaarding?

A

uitreiken van de dagvaarding (art 585 lid 2 Sv)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe vindt de uitreiking meestal plaats en hoe heet het document dat hierover wordt gemaakt?

Waarom is dat document?

A
  • per post (art 587 id 1 Sv)
  • akte van uitreiking (art 589 Sv)

Door de akte van uitreiking staat vast wanneer en hoe de dagvaarding is uitgereikt.Aan de hand van die akte kan de rechter nagaan of de verdachte rechstgeldig is gedagvaard.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat gebeurt er als de akte van uitreiking niet conform art 588 & 589 Sv is uitgereikt?

A

Nietige betekening = nietigverklaring dagvaarding = einduitspraak over de zaak (art 138 Sv)

Nietigheid van de dagvaaring ogv foutieve uitreiking ervan noemt men uitwendige nietigheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat betekent de dagvaarding?

A
  • hierdoor begint het rechtsgeding (art 258 Sv); de zaak gaat van de OvJ naar de rechter over
  • verdachte mag alle stukken inzien (art 33 Sv)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Kan de OvJ de zaak nog ophouden/stoppen na de dagvaarding?

A

Ja, de OvJ kan de dagvaarding intrekken totdat het onderzoek ter terechtzitting begint (art 266 lid 1 jo 270 Sv)

Kan om verschillende redenen:

  • bv transactie is alsnog betaald
  • toch nog twijfel of er voldoende wettig en overtuigend bewijs is (tactisch om een vrijspraak te voorkomen)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe heet het gedeelte waarin de OvJ vastlegt waarvan hij de verdachte beschuldigt?

A

Telastelegging

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is in de telastelegging nader gespecificeerd?

A

art 261 lid 1 Sv:

  • feit
  • tijd van het delict
  • plaats van het delict
  • wettelijke voorschriften
  • omstandigheden waaronder het feit zou zijn begaan (art 261 lid 2)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is inwendige nietigheid?

A

Het ontbreken van feit, tijd en plaats van delict –> geen nietigheid van rechtswege –> rechter vernietigd t toch vaak de dagvaarding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is een cumulatieve tenlaste legging?

A

Opgave met meer delicten in een tenlastelegging

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn de mogelijkheden van de OvJ om de tenlastelegging alsnog te wijzigen?

A
  • Aanvullen met ‘verzwarende omstandigheden” (art 312 Sv)

Hiervan is sprake als het grondfeit wordt aangevuld met verzwarende omstandigheden

  • Wijziging van de tenlastelegging
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wanneer kan de OvJ de aanvulling op de tenlastelegging doen?

A
  • Bij de terechtzitting
  • zelfs bij het hoger beroep
  • OvJ kan de aanvulling met strafverzwarende3 omstandigheden mondeling doen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Kan de OvJ tijdens het onderzoek ter terechtzitting eventuele fouten in de tenlastelegging wijzigen?

A
  • OVJ moet de toelating van de wijziging van de rechtbank vorderen (art 313 Sv)
  • inhoud van de noodzakelijk geachte wijziging moet schriftelijk worden overlegd
  • wiijziging mag niet zo ver gaan dat een heel ander feit ten laste wirdt gelegd
  • alle veranderingen die niet als ‘aanvullingen’ onder art 312 Sv vallen, worden geacht wijzigingen, ex art 313 Sv te zijn
  • Kan ook in eerste aanleg en in hoger beroep
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat is noodzakelijk voordat de rechter op de vordering van de OvJ tot wijziging beslist?

A
  • verdediging moet worden gehoord (art 329 & 331 Sv)
  • vordering van de OvJ moet daadwerkelijk worden toegewezen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat is aanvullen in juridische zin bij de tenlastelegging?

A

verzwaren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat gebeurt er als niet is voldaan aan de in art 261 Sv gestelde eisen tav de tenlastelegging en de fout tijdens het onderzoek ter terechtzitting niet- door de schriftelijke wijziging van de tenlastelegging - wordt hersteld?

A

Rechter verklaart de dagvaarding (inwendig)nietig

De rehcter beslist daartoe iniden:

  • ten tenlastelegging geen opgave van het feit bevat
  • de tenlastelegging geen plaats of tijd bevat

de tenlastelegging niet de omstandigheden vermeldt waaronder het feit is begaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat zijn de 2 uitwendig openbare delen van de terechtzitting?

A
  • het onderzoek ter terechtzitting

de uitspraak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

waar wordt de openbaarheid van de terechtzitting voorgeschreven?

A

art 121 Gw

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Waar worden de uitzonderingen voor het onderzoek ter terechtzitting toegestaan?

A
  • art 4 RO (gesloten deuren); uitgewerkt in:
  • art 269 Sv
  • Jeugdzaken (art 495b) worden met gesloten deuren behandeld
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Waarmee begint het onderzoek ter terechtzitting?

A

“uitroepen van de zaak” door de deurwaarder (art 270 Sv)

  • vanaf dat moment kan de OvJ zijn dagvaarding niet meer intrekken: art 266 Sv
  • griffier begint met aantekeningen maken (pv)–> dit is een zakelijk, niet een woordelijk verslag
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Moet het onderzoek ter terechtzitting onafgebroken voortgaan?

A

In principe wel, art 277 Sv):

behalve voor:

  • onderbrekingen, bv eten of nachtrust bij grote zaken (lid 2)
  • schorsing (in het belang van het onderzoek, art 281 lid 1 Sv); van een paar minuten tot weken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Blijft een zaak aanhangig ter terechztitting bij een onderbreking of schorsing?

A

ja, hij gaat aleen voor kortere of langere tijd niet verder.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

Wat is na het het uitroepen van de zaak de tweede stap tijdens de terechtzitting?

A

bepalen of de verdachte er is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

Wat als de verdacht niet is verschenen?

A
  • Rechter moet nagaan of de dagvaarding geldig is betekend
  • of de in art 265 lid 1 Sv genoemde termijn tussen betekening van de dagvaarding en de terechtzitting in acht is genomen (politierechter art 370 Sv)

–>

zo niet, dan schorst de rechter de behandeling, art 265 lid 3, en doet hij de verdachte opnieuw oproepen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

Waarom moet er voldoende tijd zitten tussen de oproep en de terechtzitting?

A
  • tijd om verdediging voor te bereiden
  • welk verweer
  • vinden geschikte raadsman
  • processtukken opvragen en bestuderen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
29
Q

Moet er tot een schorsing worden beslist als en de termijn van de dagvaarding niet in acht is genomen en de dagvaarding foutief is uitgereikt?

A

Niet helemaal duidelijk, zou kunnen, en dan kan alles hersteld worden, kan ook dat de rechter nietig verklaart

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
30
Q

Aan de hand waarvan controleert de rechter of de termijn tussen dagvaarding en terechtzitting in acht is genomen?

Wat zijn de acties en consequenties?

A
  • Aan de hand van de akte van uitreiking van de dagvaarding
  • Bij niet verschijnen van de verdachte moet bovendien de geldigheid van de uitreiking van de dagvaarding worden onderzocht
  • Niet rechtsgeldig betekend –> dagvaarding nietig (art 278 lid 1 Sv)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
31
Q

Wat wordt beoogd met een juiste betekening van de dagvaarding?

A

De verdachte in de gelegenheid te stellen ter zitting zijn verdediging te kunnen voeren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
32
Q

Als de dagvaarding door onjuiste betekening de verdachte niet heeft bereikt, welk principe wordt dan geschonden?

A

Fair trail ( art6 lid 3 sub c EVRM)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
33
Q

Als er een onjuist betekende dagvaarding is en de verdachte is wel verschenen, wat is dan de consequentie?

A

Geldigheid hoeft niet onderzocht te worden, doel is immers bereikt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
34
Q

Wat als de verdachte er niet is , maar de raadsman wel?

A
  • De dagvaarding behoeft niet nietig te worden verklaard
  • Raadsman moet wel gevolmachtigd zijn tot het voeren van de verdediging (art 279 lid 1 Sv)
  • dit is behandeling op tegenspraak (art 279 lid 2 Sv) of contradictoire procedure
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
35
Q

Wat als er een rechtsgeldige betekenis is maar de verdachte niet is verschenen?

A
  • Verdachte heeft geen verschijningsplicht
  • rechter kan in beginsel beginnen met de behandeling van de zaak ter zitting
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
36
Q

Wat als de verdachte niet is verschenen maar de rechter vindt het van belang dat hij er is?

A
  • Rechter houdt de zaak aan tot een andere datum
  • gelast medebrenging van de verdachte (art 278 lid 2 Sv)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
37
Q

Wat als de rechter vindt dat de zaak ook zonder aanwezigheid van de verdachte voldoende onderzocht kan worden?

A
  • Rechter verleent verstek aan de verdachte (art 280 lid 1 Sv)
  • Zaak wordt zonder verddeging onderzocht en behandeld
  • Verdachte wordt geacht als procespartij niet aanwezig te zijn
  • Dit geldt ook voor een raadsman die niet expliciet gemachtigd is
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
38
Q

Wat is de vaste volgorede van het onderzoek ter terechtzitting?

A
  • uitroepen van de zaak door de deurwaarder
  • vaststelling dat iemand is verschenen die zegt de verdachte te zijn en nagegaan of hij dat ook daadwerkelijk is
  • voordracht van de zaak door de OvJ
  • Eigenlijk onderzoek
  • Requisitoir van de OvJ

Pleidooi van de verdediging

Laatste woord van de verdachte

Sluiting van het onderzoek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
39
Q

Deelt de rechter een cautie mede?

A

Ja, aan het begin van het onderzoek ter terechtzitting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
40
Q

Wat houdt de voordrcht van de zaak in?

A

art 284 Sv:

  • OvJ leest de telastelegging voor of vat die kort samen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
41
Q

Wat is de kern van het onderzoek ter terechtzitting?

A

Dossier

Bestudeerd door allen:

  • OvJ
  • Rechters
  • Raadsman

Verdachte eventueel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
42
Q

Wie ondervraagt de verdachte, getuige en deskundigen?

A

Bij een meervoudige kamer de voorzitter

  • Voor verdachte art 286 Sv
  • Getuigen art 292 Sv
  • Deskundigen art 299 lid 1 Sv

Na de voorzitter komen eventueel:

  • andere rechters
  • daarna de OvJ
  • als laatste de raadsman of verdachte
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
43
Q

Kennen wij in NL getuigen voor het OM of voor de verdachte?

A
  • Niet in het WvSv
  • Wel via artikel 6 EVRM:

– getuigen a charge

– getuigen a decharge

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
44
Q

Hoe regelt de wet dat alle relevante documenten besproken worden?

A

Doordat derechter bij zijn beraadslagingen uitsluitend rekening mag houden met gegevens die tijdens het onderzoek ter terechtzitting ter sprake zijn geweest (art 301 lid 4 Sv)

45
Q

Hoe komen in het voorbereidend onderzoek afgelegde en in het dossier opgenomen verklaringen op de terechtzitting ter sprake komen?

A
  • Via voorlzezing van de stukken (art 301 Sv)
  • of door mededeling van de korte inhoud (art 301 lid 3)
46
Q

Wat zijn de plichten van de gedagvaarde getuigen bij het onderzoek ter terechtzitting?

A
  • verplicht te verschijnen ( niet verschijnen is strafbaar; rechter kan medebrenging bevelen)
  • verplicht te antwoorden ( weigeren is mogelijkheid tot gijzeling)
  • verplicht de eed of belofte af te leggen ; niet afleggen is strafbaar; gijzelen om af te dwingen) –> dit is het verschil met het gvo
  • verplicht de waarheid te spreken (liegen is meineed)
47
Q

Wat zijn de plichten van de verdachte bij het onderzoek ter terechtzitting?

A

Geen verschil met GVO

48
Q

Wanneer gaat het strafproces van inquisitoir naar accusitoir?

A

Na het onderzoek ter terechzitting, art 311 Sv, dan krijgen de OvJ en verdediging het woord

49
Q

Hoe heet het betoog van de OvJ ter terechtzitting en hoe ziet dat er uit?

A
  • requisitoir
  • mondt uit in een eis van een bepaalde straf
  • daarbij legt de OvJ de vordering schriftelijk over
50
Q

Hoe heet de reactie van de verdediging op het requisitoir?

A

Pleidooi

51
Q

Kan requisitoir en pleidooi zich herhalen?

A

Ja, dan heet het repliek (OvJ) en dupliek (verdediging)

52
Q

Wie heeft het laatste woord?

A

Raadsman en verdachte

53
Q

Kan na sluiting van het onderzoek een aanvulling of wijziging van de telastelegging plaatsvinden?

A

Nee, behoudens art 346 Sv

54
Q

Wat betekent uitspraak?

A
  • Letterlijk uitspreken van het vonnis
  • Juridisch: iedere beslissing van de rechter op de terechtzitting
55
Q

Noem wat voorbeelden van uitspraken?

A
  • Verstekverlening
  • nietigverklaring van de dagvaarding ( = einduitspraak)
  • schorsing van het onderzoek ter terechtzitting
56
Q

Wat is het verschil tussen een einduitspraak eneen onherroepelijke uitspraak?

A

Einduitspraak is einde van een proces

Onherroepelijke uitspraak als:

  • de termijn om er tegen in beroep te gaan is verstreken
  • als de einduitspraak in hoogste aanleg is gegeven
57
Q

Wanneer vindt de beraadslaging plaats?

A

Na de terechtzitting en is volledig geheim (art 7 lid 3 RO)

58
Q

Welke artikelen zijn van belang bij de einduitspraak?

A

Art 348 ( 4 formele vragen) & 350 ( 4 materiele vragen)Sv

59
Q

Wat is het kenmerk van art 350 Sv?

A

Heeft de verdachte het delict gepleegd en wordt hij daarvoor gestraft. Dit in 4 deelvragen, de materiele vragen.

60
Q

Hoe heten de vragen van art 348 Sv?

A

voorvragen of formele vragen

61
Q

Wat betekent: de rechter moet beraadslagen op de grondslag van de tenlastelegging?

A

de rechter is gebonden aan de beschuldiging zoals de OvJ die in zijn tenlastelegging heeft geformuleerd.

Hij mag bv geen andere delicten afleiden en meenemen in de beslissing

62
Q

Wat betekent dat de rechter moet beraadslagen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting?

A

De rechter mag bij de beraadslaging alleen die dingen meenemen die tijdens het onderzoek ter terechtzitting aan de orde zijn geweest.

63
Q

Wat is de houding in de rechtspraak tov de situatie dat een stuk ter terechtzitting niet is voorgelezen of niet de korte inhoud is medegedeeld? (art 301 lid 4 Sv)

A

Rechstpraak heeft dit strikte criterium gerelativeerd.

  • Kent de verdachte de inhoud van een stuk, dan mag de rechter er gebruik van maken
  • Kent de verdachte het niet dan zal het onderzoek ter terechtzitting nietig worden verklaard
64
Q

Wat is substantiele nietigheid?

A

is de verdachte door schending van het bepaalde in lid 4 art 301 Sv in zijn verdediging geschaad, dan is het onderzoek ter terechtzitting nietig, ook al staat dit niet in de wet

Dit betekent dat ook de opt dit onderzoek gebaseerde uitspraak van de rechter nietig is

65
Q

Welke 4 vragen staan in art 348 Sv?

A
  • Is de dagvaarding geldig?
  • is de rechter bevoegd?
  • is de OvJ ontvankelijk in zijn vordering?
  • Zijn er redenen voor schorsing van de vervolging?
66
Q

Welke 2 subvragen zitten in de vraag naar de geldigheid van de dagvaarding en waar zijn de antwoorden in de wet te vinden?

A
  • maakt de betekening de dagvaarding (uitwendig) nietig?

( we hebben gezien dat de rechter de geldigheid van de betekening van de dagvaarding (zie voorschriften BOEK v, teitel 1, afd 5 Sv) moet onderzoeken als de verdachte, noch zijn gevolmachtigd raadsman niet ter terechtzitting is verschenen `9art 278 lid 1 Sv)

  • Maakt de tenlaste legging de dagvaarding (inwendig nietig)?

De rechter zal de dagvaarding nietig verklaren als de tenlsatelegging niet voldoet aan de in art 261 Sv gestelde eisen.

Daarnaast zal (inwendige) nietigheid worden uitgesproken als de tenlastelegging onbegrijpelijk of onduidelijk is

67
Q

Wat zijn de 2 subvragen naar de bevoegdheid van de rechter?

A
  • is de rechter absoluut bevoegd? (art 45 wet RO, art 382 Sv)
  • Is de rechter relatief bevoegd? Boek I Titel I afdeling 2 Sv
68
Q

Wat wordt bedoeld met vervolgbaarheid?

A

In de vraag naar ontvankelijkheid zijn vele onderwerpen samengevoegd.

Zie titels I,VII en VIII

69
Q

Wat is schorsing van de vervolging?

A

Redenen voor schorsing van de vervolging zijn steeds redenen waarom de rechter NU niet over de zaak kan beslissen

Schorsing van de vervolging is iets anders dan schorsing van het onderzoek ter terechtzitting

70
Q

Wat is de relatie tussen art 348 Sv en 349 lid 1 Sv

(einduitspraken)

A

De vragen van art 348 komen in 349 als negatief antwoord terug, dus:

  • de nietigheid van de dagvaarding
  • de onbeveogdheid van de rechtbank

de niet-ontvankelijkheid van de OvJ

de schorsing der vervolging

71
Q

Waarom zijn de negatieve uitspraken van art 349 lid 1 Sv einduitspraken?

A

Omdat een rechter er verder niets met zo’n zaak kan doen, er is een einde aan de aanhangigheid

72
Q

Wat zal de einduitspraak van de rechter zijn als de verdachte noch een raadsman ter terechtzitting zijn verschenen en na onderzoek blijkt dat de dagtekening in strijd met de betekenisvoorschriften is uitgereikt?

A

Nietigheid van de dagvaarding

–> wel een gevolmachtigd raadsman, dan mag ervan worden uitgegaan dat de dagvaarding de verdachte had bereikt en dus geldig was betekend

–> indien niet: aan de akte van uitreiking controleren of de uitreiking conform de betekeningsvoorschriften (met name art 588 Sv) heeft plaatsgevonden; zo niet–> dagvaarding nietig

73
Q

Wat is de einduitspraak van de kantonrechter als een OvJ een diefstal bij hem aanbrengt?

A

Zijn eigen onbevoegdheid

  • diefstal is een misdrijf, dus geen overtreding en evenmin de uitzondering stroperij waarvoor igv art 382 Sv de kantonrechter bevoegd maakt
74
Q

Wat zal de einduitspraak van de rechtbank zijn als de OvJ een moord op een Japanner aanbrengt, die in New York door een Duitser is gepleegd?

A

Niet ontvankelijk van de OvJ

Nederland heeft immers geen rechtsmacht want:

  • niet in Nederland gepleegd, noch
  • er zijn geen NL belangen geschonden
  • het universaliteitsbeginsel geldt niet voor moord
75
Q

Wat is het gevolg van een van de uitspraken van art 349 Sv?

A

Rechtsgeding afgelopen:

  • zaak is niet meer aanhangig ter terechtzitting
  • dit zijn einduitspraken
76
Q

Wat betekent art 68 Sr (Ne bis in idem) voor de einduitspraak van art 349 Sv?

A

Niets, het vervolgingsrecht vervalt niet door een van de einduitspraken van art 349 Sv

Alleen als de rechter aan de vragen van art 350 is toegekomen en een orrdeel heeft gevormd over het ten laste gelegde delict en dit oordeel onherroepelijk is geworden, mag de OvJ de verdachte net nogmaals vervolgen voor hetzelfde delict

77
Q

Kan de OvJ een diefstal die hij eerst voor de kantonrechter heeft gebracht, daarna nog eens aanbrengen bij de rechtbank?

A

Ja, einduitspraak van onbevoegdheid was een uitspraak ex art 349 Sv. Kantonrechter had dus niet over het ‘ feit’ beslist

78
Q

Als de zaak is geeindigd in een nietigheid van de dagvaarding, kan de OvJ dan opnieuw vervolgen?

A

Ja, nietigheid van de dagvaarding is ook een van de einduitspraken van art 349 Sv

79
Q

Is de volgorde van eerst de vragen van art 348 en dan 350 dwingend?

A

Ja, alleen indien de vragen van art 348 niet tot een einduitspraak ex art 349 leiden, beraadslaagt de rechter over de vragen van art 350

80
Q

Wat zijn de “materiele’ vragen van art 350?

A
  • of bewezen is dat het feit door de verdachte is begaan?
  • welk strafbaar feit het bewezenvrklaarde volgens de wet oplevert?

Indien bewezen en strafbaar geacht beraadslaagt de rechtbank over:

  • de strafbaarheid van de verdachte
  • de oplegging van straf of maatregel
81
Q

Wat is de bewijsvraag?

A

Is de bewering van de tenlastelegging bewezen? ja/nee

82
Q

Wat is de kwalificatievraag?

A

Valt het bewezenverklaarde onder een delictsomschrijving? ja/nee

en zo ja, onder welke

83
Q

Wat is de vraag naar strafuitsluitingsgronden?

A

is er een grond voor strafuitsluiting? ja/nee

84
Q

Wat is de sanctievraag?

A

welke sanctie?

85
Q

Welke vragen moeten worden beantwoord in het materiele strafrecht bij de vraag of de delictsomschrijving is vervuld?

A
  • de bewijsvraag
  • de kwalificatievraag
86
Q

Waar draait de bewijsvraag om?

A

Geheel om de dor de OvJ geformuleerde tenlaste legging?

87
Q

Wat is de kwalificatievraag?

A

De rechter moet onderzoeken of het bewezenverklaarde onder een delictsomschrijving valt en zo ja, onder welke delictsomschrijving?

Dit heet kwalificeren

88
Q

Wat is voorwaardelijk voordat de rechter aan de sanctievraag toekomt?

A

de eerste 3 vragen zijn ja/ja/nee beantwoordt

89
Q

Wat zijn de 2 stappen waarin het materiele strafrecht de strafbaarheid afgrenst?

A
  • door de bijzondere delictsomschrijving
  • door de schulduitsluitingsgronden
90
Q

Waar staan de mogelijke einduitspraken in sv?

A

art 351 ev

91
Q

Wat is de einduitspraak als de rechter het tenlastegelegde niet bewezen acht?

A

art 352 lid 1: vrijspraak

92
Q

Wat is de einduitspraak als een rechter het bewezenverklaarde niet onder een delictsomschrijving kan brengen?

A

Art 352 lid 2 Sv: ontslag van rechtsvervolging

93
Q

Wat is de einduitspraak als de rechter een strafuitsluitingsgrond aanwezig acht?

A

Art 352 lid 2: ontslag van rechtsvervolging

94
Q

Bekijk voorbeelden onderaan p233 en bovenaan p 234

onderaan p 234 en 235

A
95
Q

Wat zijn :

  • vrijspraak
  • ontslag van rechtsvervolging
  • veroordeling?
A

uitspraken over de zaak, dus einduitspraken

ze maken een einde aan de aanhangigheid van de zaak

deze 3 uistpraken zijn uitspraken over’ het feit’ van art 68, dus nogmaals vervolgen kan niet ; ne bis in idem

96
Q

Wat is de uitspraak van de rechter als de OvJ toch een nieuwe dagvaarding uitbrengt bij een zaak waarin ‘over het feit’ is beslist?

A

De rechter zal de in art 68 Sr verboden tweede vervolging niet ontvankelijk verklaren.

97
Q

Wat is de vorm van het vonnis?

A

De rechter moet zijn beslissing:

  • schriftelijk neerleggen in een vonnis, en
  • dit vonnis mondeling uitspreken op de terechtzitting

Art 362 Sv

98
Q

Uit welke deelbeslissingen bestaat het vonnis?

A

Weergegeven moet worden in het vonnis de beslissingen op basis van art 349 of 350

99
Q

Hoe zijn de bewijsbeslissing en de kwalificatiebeslissing ex art 350 Sv opgesplitst?

A

Bewijsbeslissing:

  • ’ Acht bewezen…
  • ’ Is niet bewezen…

Kwalificatiebeslissing:

  • ’ Het bewezenverklaarde feit levert op…
  • ’ Verklaar het bewezene strafbaar
100
Q

Wat is de eis van art 359 Sv?

A

Allle (deel)beslissingen moeten gemotiveerd zijn op straffe van nietigheid

101
Q

Wat moet per se in de uitspraak zijn opgenomen?

A
  • tenlastelegging
  • bewijsmiddelen
  • deelbeslissingen gemotiveerd
102
Q

Hoe gedetailleerd moet de bewezenverklaring zijn?

A

Ieder woord van de tenlastelegging wordt dus beslist of het bewezen te verklaren of ervan vrij te spreken

103
Q

Wat is erg belangrijk in het vonnis?

A
  • De bewijsbeslissing.
  • Deze wordt uitvoerig gemotiveerd.
  • Alles wat in de bewijsmiddelen is opgenomen, is motivering van de bewezenverklaring
  • Deze bewezenverklaring motiveert op haar beurt de latere bewijsbeslissing
104
Q

Welke deelbeslissingen zitten er ng meer in een vonnis?

A
  • motivering en kwalificatie van strafuitsluitingsgronden
  • strafmotivering
  • de wetsartikelen waarop de straf is gegrond
105
Q

In art 358 & 359 staat voor de uitspraken ‘ dit alles op straffe van nietigheid’.

waarvoor is dit?

A

Als aan de eisen van de artikelen niet is voldaan moet de hogere rechter, indien berope wrdt ingesteld, het vonnis vernietigen

106
Q

Wat is de gebruikelijke praktijk bij vonnissen?

A

een verkort vonnis, dus zonder weergave van de bewijsmiddelen

-alleen bij hoger beroep wordt het vonnis uitgewerkt

107
Q

Wat is een rechtsmiddel?

A
  • Hoger beroep
  • cassatie
108
Q

wat zijn buitengewone rechtsmiddelen?

A
  • Herziening in het belang der wet
  • Cassatie in het belang der wet