L11 : Strafbaarheid - delictsomschrijvingen Flashcards

1
Q

Wat is een kenmerk van strafbaarheid?

A

De volgorde, deze is dwingend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is het verschil in terminologie tusen Sv en Sr bij de persoon die het (mogelijk) gedaan heeft?

A

_ Sv : verdachte

  • Sr: dader
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is het algemeen deel van WvSr? Wat is daaraan algemeen?

A

Boek I Sr

De algemene beplaingen van Boek I gelden voor alle bijzondere strafbepalingen, tenzij uitgesloten door een bijzondere wet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn bijzondere wetten?

A

Andere wetten dan Sr die strafbepalingen bevatten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is een delictomschrijving?

A

omschrijft een bepaald (= bijzonder) strafbaar feit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is een sanctienorm?

A

Een sanctienorm is gekoppeld aan een delictsomschrijving en geeft strafsoort en strafmaximum aan die voor dat bepaalde delict mogen worden opgelegd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is een bijzondere strafbepaling?

A

Een samenstel van delictsomschrijving en sanctienorm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is de leidende gedachte geweest in WvSr?

A

Het aangetaste rechtsgoed of aangetaste rechtsbelang staat bij elkaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is het kenmerk van een delictsomschrijving?

A

Het grenst strafbaar gedrag van niet strafbaar gedrag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat doet een strafbepaling?

A
  • grenst de strafbaarheid af
  • duidt de zwaarte van het omschreven delict aan
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hebben alle strafbepalingen zowelcomponent van strafbaarheid als van de zwaarte van het omschreven delict?

A

Nee, er zijn artikelen, bv 304 en 259 Sr die alleen de zwaarte aan duiden, bv:

  • strafverhogende bepalingen ,en
  • strafverminderende bepalingen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is een gekwalificeerd delict?

A

Bijkomende omstandigheden zijn strafverzwarend, bv mishandeling- de -dood-ten-gevolge-hebben

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is een gepriviligeerd delict?

A

Bijbehorende omstandigheden werken strafverlagend, bv kinderdoodslag tov gronddelict doodslag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is een specialiteitsverhouding?

A

Verhouding van een delict tov het gronddelict, bv kinderdoodslag is een specialis van de generalis doodslag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Valt een handeling die onder de specialis valt, ook onder de generalis?
Gaat de strafbepaling van de generalis of de specialis voor?

A

ja

De specialis, art 55 lid 2 Sr

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat gebeurt er bij gepriviligeerde delicten?

A

Die moeten worden toegepast, ook als bv de OvJ voor een ander artikel vervolgt.

Bij gepriviligeerde delicten kan de rechter dus afwijken van de tenlastelegging van de OvJ

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat zijn rechtsnormen?

A

regels voor gedrag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Voorwaarden voor strafbaarheid?

A
  • Een menselijke gedraging
  • die valt onder een delictsomschrijving (zonodig aangevuld met poging en deeleneming)
  • en waarop geen strafuitsluitingsgrond van toepassing is
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat is wederrechtelijkheid?

A

De uitwendige kant van een delict

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

wat is wederrechtelijk gedrag?

A

Wederrechtelijk gedrag is gedrag dat in strijd is met strafrechtelijk gehandhaafde normen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Is wederrechtelijk gelijk aan onrechtmatig?

A

Nee:

  • wederrechtelijk is een strafrechtelijk begrip
  • beperkter dan onrechtmatig
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Wat zijn objectieve bestanddelen?

A

de uitwendige wederrechtelijkheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Is uitwendige wederrechtelijkheid voldoende voor strafbaarheid?

A

Nee, hiervoor is ook nodig dat hij er iets aan had kunnen doen, dat het ongewenste resultaat vermeden had kunnen worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Wat zijn subjectieve bestanddelen?

A

wat de dader , om strafbaar te zijn, moet hebben gewild, geweten, beseft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Wat is nodig voor een strafrechtelijk verwijt?

A
  • een uitwendige gedraging
  • iets subjectiefs
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

Wat is een bestanddeel van een delictsomschrijving?

A
  • Zowel een onderdeel van een afzonderlijke delictsomschrijving
  • als (een onderdeel van) een strafverhogende of strafverminderende bepaling
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

Wat is een algemeen leerstuk?

A
  • samenclustering van verschillende uitdrukkingen tot een algemene vraag

+

  • antwoorden van de HR (indien aanwezig)

+

input van verschillende schrijvers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

Noem voorbeelden van leerstukken?

A

= opzet

  • schuld
  • gevolg
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
29
Q

Wat is de uitwendige gedraging in straijd met de norm?

A

= de objectieve bestanddelen tezamen beschrijven de wederrechtelijkheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
30
Q

Geef een omschrijving van wederrechtelijkheid?

A
  • een gedraging
  • onder bepaalde omstandigheden
  • al dan niet met een bepaald gevolg
  • zo nodig met het woord wederrechtelijk erbij
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
31
Q

Wat is een omissiedelict?

A

Een delict dat is omschreven als een niet-doen, bv art 192 Sr

Er zijn zeer weinig omissiedelicten in het WvSr

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
32
Q

Wat is een commissiedelict?

A

Delicten omschreven als een doen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
33
Q

Wat is noodzakelijk voor het strafrecht?

A
  • Een gedraging
  • vroeger veelal lijfelijke gedraging, nu ruimer
  • kan het actief doen van iets zijn maar ook iets niet doen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
34
Q

Noem een objectief bestanddeel dat vaak in delictsomschrijvingen voorkomt?

A

Gevolg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
35
Q

Hoe kun je eenvoudig toetsen of er een gevolg beschreven staat in een wetsartikel?

A

Vertaal het in

  • lichamelijke gedraging, en
  • gevolg
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
36
Q

Wat is een materieel delict?

A

Delictsomschrijvingen die op een of andere wijze een gevolg uitdrukken., bv art 287: doodslag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
37
Q

Formeel delict

A

Delictsomschrijvingen waarin we louter een gedraging lezen, bv art 310 diefstal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
38
Q

Causaliteit?

A

Leerstuk van verband tussen gedraging en gevolg

39
Q

Waaraan moet een delict voldoen?

A

Een omschrijving van een delict in een bijzondere strafbepaling is een zo precies mogelijke algemene omschrijving van een bepaald strafbaar handelen. Datgene wat zo’n handeling strafwaardig maakt, moet in die omschrijving zo duidelijk mogelijk tot uitdrukking komen.

40
Q

Een handeling wordt waardoor nader bepaald?

A

Omstandigheden

41
Q

Wat zijn omstandigheden?

A

Alle objectieve onderdelen van een delictsomschrijving die niet een gedraging of gevolg omschrijven

  • Dit is dus een restcategorie van de objectieve bestanddelen, een samenraapsel
42
Q

Noem 2 vormen van omstandigheden?

A
  • omstandigheden ten tijde van de gedraging
  • een later intredende omstandigheid die de situatie en daarmee ook de gedraging alsnog anders kleurt (bv het in vreemde krijgsdienst treden terwijl er oorlog dreigt: niet strafbaar ten tijde van in dienst treden, maar bij het uitbreken van een oorlog alsnog strafbaar
43
Q

Wat is een bijkomende voorwaarde van strafbaarheid?

A

Een later intredende omstandigheid die de situatie en daarmee ook de gedraging alsnog anders kleurt

44
Q

Moet voor een bijkomende voorwaarde van strafbaarheidhetzelfde worden vastgesteld als voor een gevolg?

A

Nee, alleen een constatering van het feit

45
Q

Waarom wordt de term wederrechtelijk in delictsomschrijvingen toegevoegd?

A

Omdat het soms lastig is om in een feitelijke beschrijving van gebeurtenissen een wederrechtelijke handeling echt te pakken te krijgen of wordt zonder deze omschrijving bepaalde personen of beroepen onder een delictsomschrijving gebracht die er niet in thuis horen

46
Q

Wat is een veel vorrkomend subjectief bestanddeel?

A

Opzet

47
Q

Hoe worden delicten genoemd waarbij opzet in het spel is?

A

Doleuze delicten

48
Q

Is het subjectieve bestanddeel opzet altijd direct uit de delictsomschrijving af te lezen?

A

Nee, vaak wordt er een verwijzing gemaakt naar opzettelijk, maar soms is het niet expliciet omschreven en moet je het afleiden, bv art 300Sr: mishandeling

49
Q

Afzonderlijk geformuleerde subjectieve bestanddelen moeten voor het tentamen worden herkend. In niet al te ingewikkelde gevallen moet ook het subjectieve bestanddeel kunnen afleiden uit de omschrijving van een gedragingof uit een van de andere objectieve bestanddelen (p25 - 28 leerboek 2)

A
50
Q

Komt een subjectief bestanddeel ook terug in de delictomschrijving van een overtreding?

A

Meestal niet

51
Q

Wat is kenmerkend aan ‘ schuld’ ?

A

De dader heeft niet aan het gevolg van zijn handelen gedacht maar dat wel had moeten doen

  • het moet echter gaan om zeer onzorgvuldige gedragingen
52
Q

Wat is het kenmerk van:

  • opzet?
  • schuld?
A

Opzet = willens en wetens

Schuld = niet weten maar behoren te weten

53
Q

Hoe heet een delictomschrijving waarin schuld als bestanddeel is opgenomen?

A

culpoos delict

54
Q

Hoe komen culpoze delictsomschrijvingen vaak voor?

A

Als achtervang voor delictsomschrijvingen waarin opzet wordt vereist

55
Q

Wat zijn de 3 vormen van schuld in het strafrecht?

A
  • alles wat nodig is om iemand iets te verwijten (grondbetekenis)
  • verwijtbare onzorgvuldigheid (culpoos)
  • het gedaan hebben (met name bij de kwalificatie: als schuldig aan) –> verbinding tussen delictsomschrijving en kwalificatie
56
Q
A
57
Q

Wat is een materieel delict?

A

een delictsomschrijving waarin een gevolg is uitgedrukt

58
Q

Wat is een formele delictsomschrijving?

A

Delictsomschrijving waarin uitsluitend een gedraging is geformuleerd

59
Q

Wat is het kenmerk van de klassieke delictsomschrijving?

A

Een delictsomschrijving waarin niet de norm zelf is geformuleerd

60
Q

Wie is de normadressat van de klassieke delictsomschrijving?

En wie van de geschreven materiele normen?

A
  • Klassiek: de strafrechter
  • Materieel: de burger
61
Q

Geschreven materiele normen:

  • wie heeft de wetgever voorhanden?
  • hoe omschrijft hij het gedrag?
  • Hoe is de strafrechtelijke omschrijving?
A
  • degene die de wet moet naleven (meestal de burger)
  • hij geeft een richtsnoer voor diens gedrag
  • wil de wetgever dat zulke normen strafrechtelijk gehandhaaft worden, dan maakt hij een zeer algemene strafbepaling waarvan de delictsomschrijving bestaat uit een verwijzing naar een aantal geformuleerde materiele normen (zie bv art 10 Opiumwet)
62
Q

Uit welke benaderingen vloeien klassieke delictsomschrijvingen en geschreven materiele normen voort?

A

Materieel:

  • de vraag hoe het verkeer tussen mensen zou moeten verlopen

Klassiek:

  • de vraag wanneer je iemand kunt verwijten dat het anders is gegaan (de omschrijving van delicten)
63
Q

Kun je subjectieve bestanddelen kwijt in een geschreven materiele norm en zo ja waarom, zo nee waarom niet?

Hoe lost de wetgever een eventueel probleem hiermee op?

A

Nee, omdat een norm veronderstelt bij voorbaat al bewust handelen en bewust streven

In principe moet er met de subjectieve kant (het beleven van het gedrag door de dader zelf) rekening worden gehouden. Om dat te doen gebruikt de wetegever een algemene verwijzende delictomschrijving: zie bv art 11 Opiumwet lid 1 (niet opzettelijk) vs leden 2-3(wel opzettelijk)

64
Q

Waar wordt de constructie van geschreven materiele normenmet een algemeen verwijzende delictsomschrijving met name gebruikt?

A

Overtredingen

65
Q

Koppeling Sv aan Sr:

  • waar wordt de gedraging uit het strafrecht vastgelegd in het strafproces?
A

in de tenlastelegging

66
Q

Ten aanzien van de tenlastelegging:

Wat als er sprake is van een formeel delict?

  • wat als er sprake is van een materieel delict?
A
  • uit een formele delictsomchrijving kan de OvJ de gedraging veelal letterlijk overschrijven
  • bij een materiele delictomschrijving moet de gedraging in de tenlastelegging nader worden gepreciseerd
67
Q

Als in de tenlastelegging eenbestanddeel van de delictsomschrijving ontbreekt, waar blijkt dat bij de beoordeling?

A
  • art 350 Sv
  • Bij de kwalificatievraag
68
Q

Kan een commissiedelict worden begaan door nalaten?

A

Dat hangt af of de omschrijving van de gedraging daarvoor ruimte laat:

  • wegnemen door nalaten is niet goed voorstelbaar, maar van het leven beroven heeft wel ruimte in de delictomschrijving
69
Q

Wat zijn oneigenlijke omissiedelicten?

A

commissiedelicten begaan door nalaten, dus delicten die zijn omschreven als een doen, maar begaan door nalaten

70
Q

Hoe kan de rechter een materieel omschreven commissiedelict invullen?

A

Met het niet voldoen aan de (zorg)plicht

71
Q

Waar kan zich een oneigenlijk omissiedelict zich voordoen?

A

Bij een klassieke delictsomschrijving

72
Q

Waar kan een toestandsdelict zich voordoen?

A

Bij een geschreven materiele norm

73
Q

Waarom heet een toestanddelict zo?

A

Omdat het niet gaat om een gedraging maar om een toestand die niet mag

74
Q

Wat gebeurt er bij een toestanddelict?

A

Naarmate de delictomschrijving minder concreet houvast biedt , moeten tijdens de vervolging en berechting de principiele vragen uitdrukkelijker en uitvoeriger gesteld worden. Dus:

  • wat is nu eigenlijk de gedragsnorm
  • tot wie is die gericht
  • wie kan verantwoordelijk worden gesteld?
75
Q

Wat is een teleologisch argument?

A

Er wordt uitgelegd naar het doel van de wet

76
Q

Is het 4 schepen arrest een materieel of een formeel delict?

A

Materieel

het naast elkaar ‘liggen’ met 3 schepen is materieel

‘liggen’ is een toestand en geen gedrag

77
Q

Is de drie fietsers een formeel of een materieel delict?

A

Formeel

Naast elkaar fietsen was de verboden gedraging

78
Q

Hoe heet een delictomschrijving waarin geen subjectief bestanddeel voorkomt?

A

geobjectiveerde delict

Deze bevatten uitsluitend objectieve bestanddelen

Meestal bestaat de delictomschrijving dan uit een gedraging plus omstandigheden

79
Q

Wat is het zwakke punt van vele materiele normen?

A

De wetgever heeft ze uitermate slecht omschreven door uitsluitend met objectieve bestanddelen in een algemene omschrijving iets strafbaars te typeren

80
Q

Hoe heeft de wetgever bij misdrijven het opzettelijk en het verwijtbare geregeld?

A

Door expliciet te scheiden.

  • Ten eerste is er de omschreven opzettelijke gedraging
  • Ten tweede vaak een aanvulling met een veel vagere culploze delictomschrijving met een lagere straf
81
Q

Noem de verschillende indelingen voor strafbare feiten?

A
  • misdrijven en overtredingen
  • gronddelicten en gekwalificeerde/gepriviligeerde delicten
  • commissie, omissie en oneigenlijke omissiedelicten
  • materieel en formeel omschreven delicten
  • gedragingen en toestandsdelicten
  • krenking en gevaarzettingsdelicten
  • concrete en abstrcte gevaarzettingsdelicten
  • gemene delicten en (impliciete) kwaliteitsdelicten
  • terroristische en niet-terroristische misdrijven
82
Q

Noem een aantal door het strafrecht beschermde rechtsgoederen?

A
  • leven
  • lichamelijke integriteit
  • eigendom
  • openbare orde
  • goede zeden
  • milieu
  • verkeersveiligheid
83
Q

Wat is een krenkingsdelict?

A

Een daadwerkelijke aantasting van een rechtsgoed, bv doodslag en mishandeling

84
Q

Wat is een gevaarzettingsdelict?

A

Hierbij wordt neit de daadwerkelijke schending van het rechtsgoed strafbaar gesteld maar reeds het in gevaar brengen hiervan

bv brandstichting indien gevaar voor goederen of gevaar voor anderen

strafbare poging

strafbare voorbereidingshandeling

85
Q

Wat is een concreet gevaarzettingsdelict?

A

Als in de delictsomschrijving het gevaar met name wordt genoemd, bv brandstichting

  • het door de wet genoemde concreet gevaarzettingsdelict moet in de tenlastelegging worden opgenomen door de OvJ

OvJ moet aantonen dat het het gevaar daadwerkelijk aanwezig was

86
Q

Wat is een abstract gevaarzettingsdelict?

A

Een omschrijving van het gevaar staat niet in de delictsomschrijving vermeld, bv art 159 Sr, verbergen van blusapparatuur

lichtere bewijslast dan bij concreet

Het is voldoende dat de in de delictomschrijving genoemde gedraging bewezen wordt

87
Q

Wat zijn gemene delicten?

A

Delciten die door een ieder kunnen worden begaan?

88
Q

Wat zijn kwaliteitsdelicten?

A

Delicten die alleen door personen met een bepaalde kwaliteit kunnen worden gemaakt.

bv ambtsmisdrijven alleen door ambtenaren

Kwailiteit moet in de delictsomschrijving zijn opegenomen

89
Q

Kan het zo zijn dat als een delictsomschrijving geen kwaliteit vereist, de rechter hier een bepaalde kwaliteit in leest?

A

Ja,

bv in geval van ‘4 schepen’ arrest

90
Q

Waar dient nog meer een bepaalde kwaliteit te worden ingelezen?

A

Bij een oneigenlijk omissiedelict

de rechter moet hier intepretatiegewijs de kwaliteit waaraan de dader moet voldoen dienen vast te stellen

voorbeeld: laten sterven kind door ondervoeding: eerst vaststellen wie de zorgplicht had

91
Q

Wat is een misdrijf met een terroristisch oogmerk?

A

het oogmerk om de bevolking of een deel van de bevolking van een land ersntige vrees aan te jagen, dan wel een overheid of een internationale organisatie wederrechtelijk te dwingen iets te doen, niet te doen of te dulden, dan wel fundamentele politieke, constitutionele, economische of sociale structuren van een land of een internationale organisatie ernstig ontwrichten of te vernietigen

92
Q

Wat zijn de kenmerken van een terroristisch misdrijf?

A
  • bestaande misdrijven
  • hogere straf
93
Q

Noem strafverhogende omstandigheden?

A
  • aanwezigheid terroristisch oogmerk
  • recidive
  • ambtelijke hoedanigheid