L7: Diverse actoren in het strafproces Flashcards

1
Q

Welke soorten competenties kennen we?

A
  • Absolute competentie (of volstrekte bevoegdheid): welk soort gerecht is binnen de rechterlijk macht bevoegd?
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke rechters zijn er binnen de rechtbank?

A

kantonrechters, werkzaam binnen de sector kanton van de rechtbank en de andere rechters van de rechtbank

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke zaken behandelt een kantonrechter?

A

art 382 Sv:

  • Meeste overtredingen in eerste aanleg (niet opiumwet)
  • Benoemde uitzonderingen, bv stroperij
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is relatieve competentie?

A

Welk van de absoluut bevoegde gerechten is bevoegd?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Geef de rangorde aan bij gelijke bevoegdheid?

A
  • allereerst plaats delict
  • vervolgens plaats van verdachte (woon- of verblijfplaats) of plaats waar hij feitelijk is, laatstbekende woon- of verblijfplaats
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Kan het voorkomen dat er geen bevoegde rechter is?

A

Nee, art 5 Sv, als er geen andere relatief bevoegde rechter is, is de rechter te Amsterdam bevoegd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Kan een rechter na aanbrengen van een zaak bepalendat hij geen beslissing neemt?

A

Nee, hij moet een beslissing nemen (art1 3 Algemene bepalingen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn de omschrijvingen van Raadkamer?

A
  • Kamer in het gerechtsgebouw waar rechters van een meervoudige kamer zich terugtrekken om te beraadslagen. Deze beraadslaging is geheim
  • Benaming van een College. Heeft dezelfde betekenis als civiele kamer of strafkamer
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Zijn raadkamerberaadslagingen openbaar?

A

In principe niet , maar onderdruk van het europees Hof voor de Rechten van de Mens wel meer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe heet een beslissing van de raadkamer?

A

Beschikking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Noem de beslissingen van de Raadkamer?

A
  • Gevangenhouding (art 65 Sv)
  • Bezwaarschrift van verdachte tegen openbare behandeling (art 262 jo 250 Sv)
  • Beklag (art 12 Sv): ivm niet vervolgen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Is er een enkelvoudige raadkamer?

A

Ja, voor eenvoudige zaken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is een verdacht?

A

art 27 Sv
Voorwaarde voor de toepassing van dwangmiddelen:
- redelijk vermoeden
- een stafbaar feit is door hem begaan
- vermoeden moet gebaseerd zijn op concrete feiten of omstandigheden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Toetsing op ‘redelijk vermoeden’ is vol. Wat betekent dat?

A

Er wordt niet beoordeeld of opsporingsambtenaren in redelijkheid tot hun vermoeden konden komen, maar of er een redelijk vermoeden WAS. Dit wordt achteraf beoordeeld naar de toen bekende feiten
–> Hollende kleurling arrest

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is de cautieplicht?

A

Een verdachte moet, voordat hij wordt verhoord, worden meegedeeld dat hij niet is vserplicht te antwoorden op de aan hem gestelde vragen.
Indien de cautie niet gegeven is, dan is de hoofdregel dat de vervolgens afgelegde verklaring niet voor bewijs mag worden gebruikt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is verhoor?

A

Alle vragen aan een verdachte betreffende diens betrokkenheid bij een zeker strafbaar feit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Vallen vragen naar identiteit onder verhoor?

A

Nee, en daar hoeft ook geen cautie voor te worden afgegeven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Verschil tussen getuige en verdachte?

A

Getuige moet antwoorden bij de rechter

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat is bijzonder aan een verdachte bij de rechter?

A
  • Hij hoeft niet te antwoorden (zwijgrecht) tegenover een verhorende rechter
  • hij wordt niet beëdigd en kan daardoor
  • Hij kan geen meineed plegen
  • Onschuldpresumptie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat houdt de onschuldpresumptie in?

A
  • Geen blijk geven door een verhorende ambtenaar van schuld of onschuld
  • een verdachte mag niet als een veroordeelde behandeld worden
  • Voor rechters: mogen geen blijk geven van een eventuele overtuiging van schuld of onschuld
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Noem twee andere belangrijke rechten van verdachten

A
  • Recht op rechstbijstand en tolk

- Recht op kennisneming stukken

22
Q

Is procesvertegenwoordiging in een strafproces toeglaten?

A

Over het algemeen niet. Verdachte moet dus zelf komen. Hij kan een advocaat meenemen als raadsman.

23
Q

Vertegenwoordigd de raadsman de verdachte?

A

Nee, hij staat bij

24
Q

Mag een raadsman het woord voeren als de verdachte zelf niet verschenen is?

A

Vroeger niet, sinds de zaak Lala bij het EHRM wel. nu in art 279 Sv

25
Q

Wat is het verschil tussen verlenen van rechstbijstand en vertegenwoordiging?

A

Verlenen van rechstbijstand ( verdediging voeren): de verklaring van de raadsman wordt niet aangemerkt als afgelegd door de verdachte zelf
- bij vertegenwoordiging is de verklaring van de raadsman wel afgelegd als door de verdachte.

26
Q

Wat gebeurt er met de inwendige openbaarheid tov de raadsman?

A

Die neemt toe naarmate het proces in een verdere fase komt.

27
Q

Gelden de artikelen inzake de inzage in processtukken ook voor de raadsman?

A

ja, art 51 Sv verklaart art 30-34 Sv ook op de raadsman van toepassing

28
Q

Mag een raadsman verhoren bijwonen?

A

Sinds Salduz vs Turkije (2008) en een uitleg van de HR hierover in 2009 hebben verdachten het recht voorafgaande aan het politieverhoor een raadsman te raadplegen.

  • Voor meerderjarige verdachten: geen bijstand
  • Voor minderjarige verdachten: wel bijstand
29
Q

Vanaf welk moment is de raadsman bevoegd de verdachte bij te staan?

A

Vanaf het moment van het verhoor voorafgaand aan een inverzekeringstselling (art 57 lid 2 Sv)

30
Q

Moet men wachten met het verhoor tot inverzekeringstelling tot de raadsman is gearriveerd?

A

Nee, dit is geen absolute verplichting.

31
Q

Wordt een raadsman altijd toegelaten bij een GVO?

A

Nee. Meestal wel, tenzij het belang van het onderzoek dit verbiedt (art 186a Sv)

32
Q

Hoe krijgt een verdachte een raadsman?

A
  • Zelf betaald (art 38 Sv) : kiezen welke

- Toegevoegd (art 48 Sv): door de Staat betaald

33
Q

Kunne kosten rechtsbijstand verhaald worden?

A

ja, art 49 Sv, maar dit gebeurt nooit

34
Q

Waar is de toevoegingsregeling aan gekoppeld?

A

Aan de dwangmiddelen

35
Q

Wanneer wordt een raadsman toegevoegd?

A

Ambtshalve (art 41 Sv) bij de voorlopige hechtenis

36
Q

Wat is voorlopige hechtenis?

A

Voorlopige hechtenis is het langduriger opgesloten houden van de verdachte op bevel van de RC (bewaring) en later op bevel van de raadkamer van de rechtbank (gevangenhouding)

37
Q

Wanneer een toevoeging op verzoek?

A

Bij verdachten die niet vastzitten. Er gelden speciale criteria

38
Q

Zijn toevoegingen in de tijd beperkt?

A

Nee, zij gelden voor de hele verdere aanleg tot de uitspraak van de rechter

39
Q

Hoe is het gat tussen vasthouden door politie en OvJ en voorlopige hechtenis opgevangen?

A

Bij iedere verdachte die in verzekering wordt gesteld wordt een dienstdoende piketadvocaat toegevoegd

40
Q

Is rechtsbijstand gratis?

A

Nee, alleen voor diegene die van hun vrijheid zijn beroofd. Anderen moeten een bijdrage betalen.

41
Q

Heeft in het NL strafproces een slachtoffer zelfstandig vervolgingsrecht?

A

Nee

42
Q

Wat kan een slachtoffer/benadeelde doen?

A
  • aangifte doen
  • klacht deponeren (bv bij belediging) OvJ kan niet vervolgen dan na een klacht
  • Beklag bij niet vervolgen (art 12 Sv)
  • Getuige in het strafproces
  • Voegen als benadeelde partij
43
Q

Wat zijn de voorwaarden aan voegen?

A
  • de zaak moet eenvoudig van aard zijn ( eenvoudig te bewijzen)
  • Civiele vordering is ondergeschikt aan de strafrechtelijke
44
Q

Welke 3 mogelijkheden zijn er voor een slachtoffer om (financiele) genoegdoening te krijgen?

A
  • Voegen (zie boven)
  • Schadevergoedingsmaatregel (Wet Terwee)
  • Voorwaardelijke veroordeling door de rechter met als bijzondere voorwaarde dat de veroordeelde de schade aan het slachtoffer dient te bepalen.
45
Q

Mag een slachtoffer of nabestaande spreken in de terechtzitting?

A

Ja, zelf of een raadsman bij zaken:

  • waarop 8 jaar of meer staat
  • of benoemd zijn in art 302 lid 2 Sv (veela zedenzaken)
  • -> schriftelijk verzoek aan OVJ noodzakelijk
46
Q

Wat kan in de verklaring worden vermeld?

A

Over de gevolgen die het tenlaste gelegde feit bij het slachtoffer of diens nabestaanden teweeg heeft gebracht (geen visie op verdachte of strafmaat)

47
Q

Wat is de verwachting van het spreekrecht?

A
  • preventie (recidive voorkomen)

- verwerking

48
Q

Wat is de “rechtbank’ in de wet?

A
  • Meervoudige strafkamer

- Raadkamer

49
Q

Wat moet je doen als je ‘ de rechtbank’ leest?

A

Nagaan of de beslissing is genomen op:

  • openbare terechtzitting
  • openbare raadkamerbehandeling
  • besloten raadkamerbehandeling
50
Q

Wat kan de verdachte zijn?

A
  • Persoon

- procespartij

51
Q

Een rechter kan op 3 manieren iets doen. Verklaar de verschillende terminologie.

A
  • Ambtshalve; op eigen initiatief
  • Op verzoek van verdachte
  • Op vordering van de OvJ