L5 : De strafbepaling : ingang in het strafrechtelijk sanctiestelsel Flashcards

1
Q

Wat is een strafbepaling?

A

De strafbepaling geeft aan wanneer het strafrecht kan reageren en wat de reactie kan zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat is materieel en formeel in dit kader?

A
Materieel = in het maatschappelijk verkeer
Formeel = tot overheidsfunctionarissen gericht
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Geven strafbepalingen de norm weer?

A

Nee, ze verwijzen er slechts naar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Normen vs strafrechtelijk sanctiestelsel

A

Strafrechtelijk sanctiestelsel kan optreden als er een toepasselijke strafbepaling is. Op deze manier kun je vergelijken hoede verschillende onderdelen van het recht algemene normen handhaven. Je vergelijkt ze dan als sanctiestelsels.(bv bestuursrechtelijk, civielrechtelijk, strafrechtelijk)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Uit welke delen bestaat een materiële norm?(Definitie)

A

Deleictsomschrijving + sanctienorm = strafbepaling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Delictsomschrijving?

A

Toetssteen voor de rechter om te komen tot het antwoord op de vraag of een concrete gedraging (of nalaten) is te rubriceren onder een wettelijke strafbepaling.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Sanctienorm?

A

Aan de beoordelingsmaatstaf is een gedragsnorm voor de rechter gekoppeld over de op te leggen sanctie: de sanctienorm.
De sanctienorm richt zich tot de strafrechter: hij is immers degene die de straf oplegt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q
Bekijk art 287 Sr en beschrijf:
- delictsomschrijving
- sanctienorm
- kwalificatie
- strafbepaling
(Leerboek 1 pag 82)
A

D: Hij die opzettelijk een ander van het leven beroeeft
S: wordt gestraft met een gevangenisstraf van ten hoogste 15 jaren of een geldboete van de 5e categorie
K: ‘(als schuldig aan) doodslag
Strafbepaling: delectsomschrijving + sanctienorm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Bijzondere strafbepaling vs algemene bepaling?

A

Bovenstaand is bijzonder en worden aangevuld met algemene strafbepalingen (Boek I Sr)
Delictsomschrijving wordt aangevuld door bepalingen uit Titel IV en V (poging en deelneming)
Sanctienormen door bepalingen uit Titel II en IIA (straffen en maatregelen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Moet er voor strafrecht een buiten de norm gelegen grond zijn (bv schade of gevaar) om op te treden?

A

Nee, het gaat louter om de overtreding van de norm.
Uitzondering: de wet Mulder –> licht verkeersovertredingen
Strafrecht = handhavingsrecht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Verschil tussen straf en civiel recht? en bestuursrecht?

A

Strarecht reageert op de overtreding van de norm. Strafrech = handhavingsrecht
Civiel recht op de toegebrachte schade
Bestuursrecht: vaag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Penologie?

A

Strafwetenschap

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Noem 4 groepen strafrechtstheorieen?

A
  • Verdragstheorieen
  • Absolute theorieen (vergeldingstheorie)
  • Relatieve theorieen (generale en special preventietheorieen)
  • Verenigingstheorieen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Noem 3 zingevingen van straf?

A
  • Vergelding
  • Generale preventie
  • speciale preventie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Omschrijf verdragstheorieen?

A

De verdragstheorien hanteren de fictie dat burgers vrijwillig onderling een maatschappelijk verdrag hebben gesloten en daarmee hebben aanvaard dat schending van het verdrag tot bestraffing leidt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Omschrijf vergeldingstheorie?

A

De vergeldingstheorie gaat uit van de straf als vergelding voor gepleegd onrecht. Zij is gerechtvaardigd door het onrecht waarop zij reageert.
Er is een relatie tussen de ernst van het delict en de op te leggen straf.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat is Generale preventie?

A

De straf is in deze opvatting gerechtvaardigd omdat zij nodig is in een samenleveing om criminaliteit te voorkomen. Accent ligt op dreiging.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Speciale preventie?

A

Als de generale preventie, met als toevoeging dat het er om gaat te bewerkstelligen dat de dader geen delicten meer zal plegen.
Accent op strafsoort en uitvoering van de straf.

19
Q

Naast verschillende antwoorden geven stellen de drie theorieen ook verschillende vragen?

A
  • vergeldingstheorie vraagt naar de grond, de rechtvaardiging van de straf–> absolute theorie
  • de preventietheorieen vragen naar het doel, de zin ervan.–> Doeltheorieen
20
Q

Verenigingstheorieen?

A

Komen aspecten van vergeldingstheorie en preventietheorie aan bod door zowel grond als doel van de straf als uitgangspunt te hanteren voor rechtvaardiging van de strafoplegging.

21
Q

Wat is het strafrechtelijk legaliteitsbeginsel?

A

art1 Sr lid 1: de wettelijke strafbepaling is de enige ingang in het strafrechtelijk sanctiestelsel.

22
Q

Noem de 2 eisen aan het strafrechtelijk legaliteitsbeginsel?

A
  • Wettelijke strafbepaling: het primaat van het geschreven recht: bepaald handelen is strafbaar middels een algemene geschreven delictsomschrijving met een algemene geschreven sanctienorm.
  • Eis van Kenbaarheid” het moet een bestaande regel zijn, niet later bedacht of ingevoerd.
23
Q

Noem de 2 betekenissen van het legaliteitsbeginsel?

A
  • Materieelrechtelijk: art 1 Sr: je mag niet gestraft worden zonder voorafgaande wettelijke strafbepaling
  • Strafprocessuele betekenis: elk delict moet worden bestraft, mits het tevoren strafbaar was gesteld. In Nl is het dwingend voor de rechter brengen niet noodzakelijk (art 167 & 242 Sv)
24
Q

Wat is het Lex Certa beginsel?

A

Er moet een nauwkeurige omschrijving van strafbaar gedrag zijn, uitgaande van redelijkheid
En welke straf opgelegd kan worden.

25
Q

Moet een rechter straf opleggen?

A

Nee, de rechter heeft daar vrijheid in. Hij kan zelfs een schuldigverklaring uitspreken zonder straf op te leggen (art 9a Sr).
Lex Certa in de nederlandse context bepaald dus de maximale hoogte van een straf voor een bewezen delict.

26
Q

Noem de wetten/artikelen/verdragen waar het Lex Certa beginsel in is vast gelegd?

A
  • art 16 Gw
  • Art 1 lid 1 Sr
  • Art 7 EVRM
  • Art 15 IVBP
27
Q

waarin gaan de Gw en het Sr verder dan de verdragen?

A

art 7 EVRM en art 15 IVBP stellen niet de eis van de geschreven bepaling. dit met name ihkv de misdaden tegen de menselijkheid.

28
Q

Is er een uitzondering op het verbod van terugwerkende kracht van strafbepalingen?

A

Ja, art 1 lid 2 Sr: Bij verandering van wetgeveing na het tijdstip waarop het begaan is, worden de voor de verdachte gunstigste bepalingen toegepast.

29
Q

Wat is volgens de HR wijziging van wetgeving?

A

Elke wijziging die invloed heeft op strafbepalingen, indien daaruit een gewijzigde opvatting blijkt van de wetgever omtrent de strafwaardigheid van het gedrag.

30
Q

Noem 2 uitzoneringen hierop?

A
  • Noodverordening van een burgemeester en het aflopen daarvan
  • ontwikkelingen ten gevolge van gewijzigde economische omstandigheden
31
Q

Vanaf wanneer is art1 lid 2 Sr van toepassing?

A
  • na dagvaarding maar voor behandeling door de feitenrechters
  • na uitspraak in eerste aanleg of hoger beroep
  • na hoger beroep door de HR: argumentatie:
    De Hr dient ervoor te waken dat in het geding, waarin de HR de hoogste rechter is voor wat de door het cassatieberoep opgeroepen rechtsvragen betreft, de beslissing in overeenstemming is met de wet.
32
Q

Wat betekent het Kousen en sokken arrest?

A

Al heeft de lagere rechter ten tijde van de uitspraak het geldende recht goed toegepast, de HR deze uitspraak kan vernietigen indien de wet tussentijd is gewijzigd.

33
Q

Wat is het verbod van analoge toepassing van strafbepalingen?

A

De eis van een ‘ voorafgegane wettelijke strafbepaling’ in art 1 Sr wordt zeer strikt uitgelegd: als een verbod van analoge toepassing van strafbepaling.

34
Q

Waarom leidt dit tot discussie?

A

Als een rechter een bepaling ruim uitlegd wordt hij regelmatig door voorstanders van een engere bepaling beticht van analoge toepassing of verdekt analoge toepassing. de rechter ‘ fabriceert’ een nieuwe strafbepaling.

35
Q

Geef de redenatie weer van de HR in het electriciteitsarrest (1921)

A

HR stelt dat electriciteit : ‘ door een zeker zelfstandig bestaan en een zekere waarde is electrische energie ‘ enig goed’ in de zin van art 310 Sr.
Zij zegt uitdrukkelijk niet: enig goed is een stoffelijk voorwerp; een stoffelijk voorwerp valt onder het ruimere begrip vermogensobject; electrische energie is ook een vermogensobject; dus passen we art 301 analoog toe.

36
Q

Hoe heeft dit arrest doorgewerkt in het recente verleden?

A

in een virtuele wereld kan ook sprake zijn van ‘ enig goed’

37
Q

Wat is een bestanddeel?

A

Binnen de delictsomschrijving genoemde onderdelen van de delectsomschrijving heten elementen. bv in art 301 Sr ‘enig goed’ en ‘ ‘wegnemen’–>
Bestanddelen zijn dus strafbaarheidsvoorwaarden die de wetgever in de delictsomschrijving heeft opgenomen.

38
Q

Worden bestanddelen altijd expliciet genoemd?

A

Nee, niet bv in art 300Sr (mishandeling). Daar moet de rechter het begrip nader invullen.

39
Q

Wat zijn de voorwaarden voor strafbaarheid?

A
  • Menselijke gedraging

- kwalificeren = gedragingen onder een delictsomschrijving brengen

40
Q

Is kwalificeren altijd door de wetgever gebeurt?

A

Nee, bij mishandeling, art 300 Sr, moet de rechter dit zelf doen en te omschrijven in zijn vonnis.
(BIj doodslag, art 287 Sr, is het omschreven)

41
Q

Wat is de kwalificatietaak van de rechter?

A

Hij dient de gedragingen die door de OvJ ten laste is gelegd eerst bewezen te verklaren en vervolgens deze bewezenverklaarde gedragingen te kwalificeren.

42
Q

Wat zijn elementen en noem er 2?

A

Elementen zijn ongeschreven strafbaarheidsvoorwaarden.

  • wederrechtelijk
  • verwijtbaar
43
Q

Wil een gedraging als strafbaar feit kunnen worden aangemerkt , dan….

A

dient zowel aan de bestanddelen als aan de elementen voldaan te zijn

44
Q

Definitie strafbaar feit?

A

Een strafbaar feit is een menselijke gedraging die te rubriceren is onder een delictsomschrijving(zo nodig aangevuld met algemene strafbepalingen als poging en deelneming) en waarop geen strafuitsluitingsgrond van toepassing is.