Kritiek op Descartes van Hobbes en Gassendi Flashcards
Waaruit blijkt dat Hobbes een materialist is?
Hij wijst het bestaan van een immateriële substantie af. Dit begrip is zinloos en tegenstrijdig. Hij verwees hierin naar een scholastieke opvatting: bestaan betekent ergens zijn, ergens plaats in nemen: materiële substantie. Denken kan ook verklaard worden als een mechanisch proces.
Als je denkt dat mechanistische processen het denken niet kan verklaren welke mogelijkheid heb je dan volgens Descartes en welk probleem levert dat volgens op?
Een extra substantie toevoegen, een denkende substantie, dit is de optie die Descartes kiest. Het probleem dat je krijgt is de interactie tussen twee verschillende substantie. Hobbes: ik kan me hier niets bij voorstellen. Ik heb geen associatie met de materiële substantie.
Als je denkt dat mechanistische processen het denken niet kan verklaren welke mogelijkheid heb je dan volgens Gassendi?
Atomisme. Er is een bijzondere vorm van materie die verantwoordelijk is voor de cognitieve processen bij dieren. Sommige cognitieve processen zijn toe te schrijven aan een bijzondere vorm van materie. Het bestaat uit dunne materie en het is een soort vin. ‘The soul is like fire’. Het is een soort vuur die verantwoordelijk is voor de denkprocessen. Gassendi wil een scheiding maken tussen het denken en de lichamelijke vermogens. Er is een bijzondere vorm van materie die extra fijn is met atomen die beweeglijk zijn en verantwoordelijk zijn voor denken. Hij was een priester dus hij wil een immateriële ziel toevoegen, zodat de ziel naar de hemel kan. De ziel is immaterieel en je hebt nog een bijzondere vorm van materie. Volgens Gassendi kun je niet aannemen dat het vuurtje onsterfelijk is, maar als priester moet je garanderen dat er een onsterfelijke ziel is.
Welke drie opties zijn er?
één materie, twee substanties (denken en lichaam) of moeten we veronderstellen dat er een speciale vorm van materie is die verantwoordelijk is voor het denken en het waarnemen.
Vertel iets over de drie filosofen.
De drie filosofen waren in dezelfde tijd geboren. Alleen Hobbes heeft heel lang geleefd. Hobbes is een Engelse filosoof en Gassendi en Descartes waren twee Franse filosofen. Toen Descartes de meditaties schreef waren Hobbes en Gassendi allebei in Parijs. Hobbes werd lid van de cirkel van Merseine. Hobbes en Gassendi hebben elkaar ook ontmoet. Descartes reageerde bijzonder fel op de tegenwerpingen van Gassendi. Descartes was iets beleefder ten opzichte van Hobbes. Gassendi en Descartes hadden ook ruzie en het was een begin van een lange discussie. De tegenwerpingen van Gassendi worden gezien als de belangrijkste tegenwerpingen van de Meditaties.
Wat is een foutieve conclusie van Descartes volgens Hobbes?
Descartes stelt het denken gelijk aan het subject zelf, terwijl het denken een handeling is van het subject. Je neemt als actie het denken en daarbij concludeert Descartes dat hij een denkende substantie is. Wat Descartes niet kan uitsluiten is dat hij geen lichamelijke substantie is. Hobbes denkt dat er alleen materiële substanties zijn en dat het denken te reduceren tot bewegingen.
Hoe lost Descartes de kritiek over zijn foutieve conclusie op?
Als ik zeg ik wandel, dat is een handeling. Het denken is volgens Descartes meer alomvattend. Hij zegt dat het niet raar is om te stellen ik denk, ik ben een intellect. Het denken vat meer samen dan alleen de handeling van het denken.
Waarin verschillen de opvattingen tussen Hobbes, Gassendi en Descartes?
Hobbes en Gassendi zijn beide empiristen: er is geen denken mogelijk zonder waarnemingen. Descartes denkt dat het wel mogelijk is om te denken zonder de zintuigen te gebruiken.
Welke sporen van ‘strijd’ zien we terug in het tekstfragment tussen Gassendi en Descartes?
Er zijn sporen van ironie te zien in de tekst van Gassendi. Hij verwijst naar Descartes als ‘own mind’. De toon is iets heviger. Terwijl Gassendi uiteindelijk ook gelooft in een immateriële ziel.
Welk beeld van Gassendi aantrekkelijk in het begin van de Meditaties en welke kritiek uit hij hierop?
Descartes ging in het begin van de meditaties beschrijven hoe hij vroeger over zichzelf dacht. Dit was een Aristotelische opvatting. De ziel was een soort wind, hier had hij een concreet zintuiglijke voorstelling van. Dit heeft hij laten varen. Gassendi begrijpt niet waarom hij dit beeld meteen verwerpt. Wat is er mis met dat beeld? Gassendi was anti-Ari, maar hij was een empirist. Dat deel van Ari neemt hij dan wel weer over. Wat hij aantrekkelijk vindt is de ziel als iets dat materieel is, maar dan als stof. De ziel als wind is daarom een aantrekkelijke omschrijving volgens Gassendi.
Waarom praten Gassendi en Descartes uiteindelijk om elkaar heen?
De methodologie van Gassendi en Descartes is gericht op iets anders. Gassendi streeft nooit naar zekerheid: als je met een radicale twijfel begint, kom je er nooit uit. Descartes zegt dat Gassendi hem nooit zal beschrijven, want hij neemt alleen aan wat hij met zekerheid kan bewijzen. Daarom stelt Descartes ook dat Gassendi niet kan filosoferen.
Welke impliciete tegenwerping heeft Gassendi op Descartes’ filosofie?
Wat er gebeurt tijdens dromen is dat we dingen zien die we waarnemen, alleen nemen we ze dan waar zonder de ogen te gebruiken. Je moet niet alles verwerpen wat niet zeker is. Dromen kunnen niet plaatsvinden zonder een lichaam. Het is raar om te concluderen dat je geen lichaam hebt. Dromen leveren het bewijs voor zintuiglijke waarnemingen. Dromen zijn illusies, maar berusten wel op zintuiglijke input.
Hoe reageert Descartes op de tegenwerping van Gassendi over het droomargument?
Het niet kunnen herinneren van een gedachte, betekent niet dat je die gedachte niet hebt gehad. De ziel denkt altijd, ook tijdens het slapen. We herinneringen ons gedachten alsof het sporen in ons brein zijn. Tijdens het slapen wordt de link tussen het lichaam en de ziel losser. Zo kan de ziel zich niet meer herinneren wat er tijdens het slapen gebeurt. Het punt is dat we altijd nadenken tijdens het slapen, alleen herinneren we ons dit niet volgens Descartes.
Wat wil Gassendi aan elkaar koppelen?
Het voorstellen en het denken. Verbeelding veronderstelt iets lichamelijks. Denken zonder voorstelling is niet mogelijk. Hoe kun je beweren dat intellect anders is dan voorstellen.
Wat zegt Gassendi over de manier waarop dieren denken en het denken van mensen?
Het denken van dieren en mensen is natuurlijk anders. Dieren hebben hun eigen manier van communiceren. Daar trekt Descartes de grens. Een jachthond weet goed het verschil tussen een levende en een dode prooi. Het is een functie dat voorbehouden is aan het intellect volgens Descartes (het begrijpen). Gassendi lijkt te suggeren dat jachthonden weten dat de levende prooi hetzelfde is als een dode prooi. Dat doen ze door middel van die fijn stoffelijke ziel.