Könyvem, 80-as, 5th round Flashcards
are not going to
zijn niet van plan om
to escape, to evade / elmenekül, kitér
ontsnappen
to catch
beethebben
to reveal, to disclose / felfed
onthullen
to keep, to save
bewaren
stupid bitch
stomme trut
damn
verdomme
fist
vuist
on top of his nerves
op de toppen van zijn zenuwen
occasion, opportunity (3)
kans, gelegenheid, mogelijkheid (2)
secretly, surreptitiously / titokban (2)
heimelijk, stiekem (2)
sign
teken
intimidating / megfélemlítő
intimiderend
to protest / tiltakozik
protesteren
unimportant
onbelangrijk
newspaper
krant
thumbscrew / hüvelykujj csavar
duimschroef
ready to intervene / készen áll a beavatkozásra
klaar om in te grijpen
despair / kétségbeesés
wanhoop
to comfort / vigasztalni
geruststellen
the only
het enige
patient
geduldig
fraudster / csaló
frauder
the bare loft / a csupasz padlás
het kale hok
ő csalt
hij heeft een greep in de kas gedaan
guess
gok
license plate (2)
nummerbord, kentekenplaat
get started then
aan de slag dan maar
most necessary / legszükségesebb
allernoodzakelijkste
to exaggerate
overdrijven
no doubt from the office / kétségtelenül az irodából
ongetwijfeld vanaf kantoor
we confiscate / elkobozzuk
we nemen in beslag
he’s already pulling out his mobile / máris előveszi a mobilját
hij haalt zijn mobile al tevoorschijn
to meditate, to ponder / elmélkedik, latolgat (2)
peizen, nadenken (2)
own idea
eigen inval
maybe, perhaps perchance (3) / véletlenül, esetleg
wellicht, misschien, mogelijk (3)
superficial, perfunctory / felszínes, felületes (2)
oppervlakkig, plichtmatig (2)
elrejt, elsikkaszt (NL)
verduisteren
the nervous crybaby
de verzenuwde huilebalk
‘no one saw’ (fn)
geen sjoege
self-confidence
zelfvertrouwen
shrill / éles (2)
schell, schril
suspicious
argwanend
relief
opluchting