Eva 11.21 hete 1 Flashcards
conservatory / melegház
serre
lynx / hiúz
lynx
loose / laza
los
to hesitate
aarzelen
bravado / hősködés
bravoure
poster / poszter, plakát
affiche
spray / permetezés
spuiten
claw / karom
klauw
counter, kitchen dresser
aanrecht (2)
grease pot / zsíros bödön
vetpot
recently
onlangs
canvas
doek
sign
teken
at sign
ten teken
money (2)
geld, poen
to change
verwisselen
needle
naald
at ease / könnyedén
in gemak
interference / zavarás
bemoeienis
almost surprised
quasiverbaasd
common / gyakori, közönséges
gangbaar
to shame / megszégyenít, megszégyenül
beschamen
pondering / töprengve
in gepeins
earthquake
aardbeving
towel
handdoek
shot
opname
jam / lekvár
jam
equal amount
evenveel
equal amount of jam in all jars
in alle potten evenveel jam komt
to store
bewaren
sweet
zoet
description
omschrijving
to decrease contacts
afnemen van contacten
to leave work
werk laten liggen
resident
woonachtig
accessible
toegankelijk
chicory / cikória
witlof
box / láda
kist
display / elrendezés
uitstallen
don’t put too much in the store at once
niet te veel tegelijk in de winkel leggen
it will get better and better
het zal steeds beter lukken
leisure activity
vrijetijdsbesteding
to leave, to abandon
verlaten (2)
lecture / előadás
college
getting a diploma
diploma halen
to seem
lijken
in the 1930s
in de jaren 30
in two weeks
over twee weken
such
dergelijk
decent / megfelelő
degelijk
solid / tartós
solide
to redo
overdoen
opposite
tegenovergesteld
parallel
paralell
by far
verreweg
to snap / csattan
knappen
to redecorate
opknappen
to paint (2)
verven, schilderen
brush
kwast
breeder / tenyésztő
kweker
nursery garden / faiskola
kwekerij
to grow
telen
cultivation / megművelés, termesztés
teelt
to count
tellen
bin / kuka
bak
container
container
closet, cupboard
kast
to shove, to push (2)
schuiven, duwen (2)
doek
cloth
in terms of length / hosszát tekintve
qua lengte
roadmap
stappenplan
candle
kaars
apparentely
ogenschijnlijk
effortlessly
moeiteloos
to replace
vervangen
slippers
sloffen
far from the truth
bezijden de waarheid
doorstep, threshold / küszöb (2)
stoep, drempel (2)
to pour (2)
gieten, (in)schenken
to precede / megelőzni időben
voorgaan
scissors
schaar
in bite-size
in hapklare punt
eager
gretig
glue
lijm