Eva 10.31 hete_2 Flashcards
slap
klap
savoury / zamatos
hartig
to succeed
slagen
to beat, to hit
slaan (2)
as / (arányában)
naarmate
As the years go by / ahogy telnek az évek
Naarmate de jaren verstrijken
admittedly / kétségkívül
weliswaar
to articulate
verwoorden
several times, repeatedly
meermaals (2)
foundation / alapítvány
stichting
to collect (2)
inzamelen, verzamelen
to collect (2)
inzamelen, verzamelen
traveler
reiziger
to increase, to grow
toenemen (2)
to conduct discussion / vitát folytatni
discussie voeren
to argue
ruzie maken
valakinek világosan elmondani, hogy mi van
een hartig woordje met iemand wisselen
dicsekszik
het hoogste woord voeren
to want to have the last word
het laatste woord willen hebben
to say something well
iets goed verwoorden
to put something into words / szavakba önteni valamit
iets onder woorden brengen
that’s a lie word for word
dat is woord voor woord gelogen
there is not a word of French
daar zit geen woord Frans bij
to keep your word
je aan je woord houden
to give your word
je woord geven
to put in a good word for someone / mondj egy jó szót valakire
een goed woordje voor iemand doen
to take someone’s word for it / fogadjon valaki szót
iemand op z’n woord geloven
don’t have a good word for it / nincs rá jó szava
er geen goed woord voor over hebben
to have no words for something
ergens geen woorden voor hebben
to be able to cope well in a foreign language
een aardig woordje over de grens praten
szót kapni
het woord nemen
to give the floor to someone
het woord aan iemand geven
to say yes to each other
elkaar het ja-woord geven
klap
slap
hartig
savoury / zamatos
slagen
to succeed
slaan (2)
to beat, to hit
naarmate
as / (arányában)
Naarmate de jaren verstrijken
As the years go by / ahogy telnek az évek
weliswaar
admittedly / kétségkívül
verwoorden
to articulate
meermaals (2)
several times, repeatedly
stichting
foundation / alapítvány
inzamelen, verzamelen
to collect (2)
inzamelen, verzamelen
to collect (2)
reiziger
traveler
toenemen (2)
to increase, to grow
discussie voeren
to conduct discussion / vitát folytatni
ruzie maken
to argue
een hartig woordje met iemand wisselen
valakinek világosan elmondani, hogy mi van
het hoogste woord voeren
dicsekszik
het laatste woord willen hebben
to want to have the last word
iets goed verwoorden
to say something well
iets onder woorden brengen
to put something into words / szavakba önteni valamit
dat is woord voor woord gelogen
that’s a lie word for word
daar zit geen woord Frans bij
there is not a word of French
je aan je woord houden
to keep your word
je woord geven
to give your word
een goed woordje voor iemand doen
to put in a good word for someone / mondj egy jó szót valakire
iemand op z’n woord geloven
to take someone’s word for it / fogadjon valaki szót
er geen goed woord voor over hebben
don’t have a good word for it / nincs rá jó szava
ergens geen woorden voor hebben
to have no words for something
een aardig woordje over de grens praten
to be able to cope well in a foreign language
het woord nemen
szót kapni
het woord aan iemand geven
to give the floor to someone
elkaar het ja-woord geven
to say yes to each other