Eva 11.07 hete 2 Flashcards
benefit, advantage
voordeel (2)
disadvantage, drawback
nadeel (2)
on the contrary / éppen ellenkezőleg
Integendeel
contrariwise, conversely / ellenkezőleg
omgekeerd
other way around, vice versa / fordítva (2)
omgekeerd, vice versa (2)
to excel / jeleskedik
uitblinken
to take top position
toppositie innemen
to attract / vonzani
aantrekken
to belong to
behoren tot
bowel examination / bélvizsgálat
darmonderzoek
manipulable
manipuleerbaar
the article was published
het artikel is gepubliceerd
publication
publicatie
weapon
wapen
and so forth
enzovoorts
the nature of the frequency of the quotes
de aard van de frequentie van de quotes
fraud case / csalási ügy
fraudezaak
to commit
plegen
order / sorrend (2)
rangorde, volgorde
order, regulation
ordening (2)
order / rendelés
het ordenen
professor
hoogleraar
data
gegevens
dissatisfaction
onvrede
you can search specifically
je kunt gericht zoeken
he focuses his attention on
hij richt zijn aandacht op
I want to focus on
ik wil me richten op
to move, to displace (3-forms)
verschuiven, verschoof, h.verschoven
attendance
opkomst
outlier / kiugró
uitschieter
an independent branch of mathematics / a matematika önálló ága
een zelfstandige tak van wiskunde
open to comments
vatbaar voor opmerkingen
susceptible / fogékony
vatbaar
to quote
citeren
the quote
het citaat
someone else
andermans
angle of view / látószög
invalshoek
to lead / vezet (listát)
aanvoeren
captain, leader
aanvoerder (2)
individual
afzonderlijk
the hunch, the presentiment
het voorgevoel (2)
the plagiarism
het plagiaat
the cartel
het kartel
fraud
fraude
give the impression / benyomást kelteni
de indruk wekken
comparing apples to oranges
appels met peren vergelijken
to spend money/time/energy
besteden geld/tijd/energie
to put money/time/energy into something
geld/tijd/energie steken in iets
to get something done
iets voor elkaar krijgen
the person in question / az illető személy
de persoon in kwestie
layout / elrendezés
indeling
title
aanspreektitel
meeting (2)
vergadering, ontmoeting
get together (2)
bijeenkomst, samenkomen
to interrogate / kikérdez
ondervragen
to reconsider / átgondol
hervragen
to commemorate / megemlékezik
herdenken
the suspect
de verdacht
victim
slachtoffer
account, bill
rekening (2)
bills
rekeningen
bread department / kenyér részleg
broodafdeling
educational innovation
onderwijsvernieuwing
real sandwiches monkey (2)
regelrechte broodjes aap (stadslegende)
is based on
is gestoeld op
were born and raised
zijn geboren en getogen
secondary education
het voortgezet onderwijs
admission requirement / felvételi követelmény
toelatingseis
to excel / jeleskedik, túltesz
excelleren
nowadays
tegenwoordig
development, evolution / fejlődés
ontwikkeling
annoying
vervelend
repercussion / visszahatás, visszhang
repercussie
consequence / következmény (2)
gevolg, consequentie
defensive posture / védekező pozíció (testtartás)
verdedigende houding
to succeed
slagen
redo / újrázás
overdoen
objection / ellenvetés
bezwaar
doelstelling / célkitűzés
objective
to punish
straffen
stubborn
hardnekkig
everyday truth finding / mindennapi igazságkeresés
alledaagse waarheidsvinding
blindly stare at
blindstaren op
pronunciation
uitspraak
proven
bewezen
to purchase
aanschaffen
all kinds of
allerlei
lots of studies
tal van onderzoeken
processing process / feldolgozási folyamat
verwerkende process
to continue
voortduren
to achieve the same mastery
tot dezelfde beheersing te komen
they seem to be handy / kéznél vannak
ze lijken handig in te zijn
button skills
knoppenvaardig
barely, hardly, scarcely
nauwelijks (3)
denotation / megjelölés, kijelölés (2)
denotatie, aanduiding
reversed
andersom
learner
lerende
to sneak in / belopakszik
inslopen
plausible, likely / valószínű
aannemelijk (2)
highly likely
hoogstwaarschijnlijk
highly unlikely
hoogst onwaarschijnlijk
meaningless, senseless
zinloos (2)
saisfying
bevredigend
adequate / megfelelő
toereikend
sufficient / elegendő
voldoend
insufficient
onvoeldend
tool
gereedschap
to cling to / ragaszkodik vmi régihez
vastklampen aan