Eva 09.19 hete Flashcards
verzekeren (2)
to ensure, to assure
duidelijk, blijkbaar, kennelijk (2)
apparently, obviously (3)
ten onrechte
wrongly / helytelenül, jogtalanul
hefty debt
flinke schuld
pronunciation
uitspraak
to determine / meghatároz (2)
vaststellen, bepalen
flinke schuld
hefty debt
bijeenkomst, ontmoeting, vergadering
meeting (3)
de bron
the source
herleiden tot een persoon
trace back to a person / egy személyre vezethető vissza
famous phrases
fameuze frases
surprised / meglepett
verrast
terecht (2)
justly, deservedly / igazságosan, megérdemelten
limited
beperkt
vaststellen
to determine / meghatároz
anders geformuleerd
in other words
staggering / megdöbbentő
onthutsend
to limit / behatárol (2)
beperken, begrenzen
uitspraak
pronunciation
spraakorganen
speech organs / beszédszervek
strong criticism
forse kritiek
flexible (2)
soepel, flexibel
a solid core
een vaste kern
to remember (2)
herinneren zich, onthouden
in een correcte weergave
in a correct display / megfelelő megjelenítésben -sel
contest, competition / verseny
wedstrijd (2)
iemand voor gek zetten
to make a fool of someone / hülyét csinálni valakiből
forse kritiek
strong criticism
to swallow, to gulp / lenyel, elnyel (2)
(in)slikken (2)
behappen
to manage
we limit ourselves to the facts / a tényekre szorítkozunk
we ons beperken tot de feiten
als het ware
as it were / mintha
alinea
paragraph / bekezdés
vereisen
to require
to trace back
visszavezet
requirement (3)
eis, vereiste, behoefte
het spoor bijster raken
to lose track
omgeving
surroundings
only, merely
slechts (2)
we ons beperken tot de feiten
we limit ourselves to the facts / a tényekre szorítkozunk
inspired
bevlogen
breakthrough
de doorbraak
visszavezet
to trace back
geheugen
memory
a gift from heaven
een geschenk uit de hemel
bevlogen
inspired
wrongly / helytelenül, jogtalanul
ten onrechte
een geschenk uit de hemel
a gift from heaven
to require
vereisen
beperken, begrenzen
to limit / behatárol (2)
markeren
to mark / megjelöli, kijelöli
to emerge / felbukkan (2)
opduiken, tevoorschijnkomen
speech organs / beszédszervek
spraakorganen
als het ware
as it were / mintha
the control of the speech organs
de aansturing van de spraakorganen
legalább
maar liefst
slechts (2)
only, merely
to display, te represent / megjelenít, ábrázol (3-forms)
weergeven, gaf weer, h.weergegeven (2)
to mark / megjelöli, kijelöli
markeren
soepel
flexibel
debt
schuld
bad, evil (2)
slecht, kwaad (2)
de schade
the damage
to rattle, to jabber / csörög, hadar
ratelen (2)
copy
exemplaar
stunned / megdöbbent
verbijsterd
bestaan uit
to consist
het terrein (3)
terrain, field, area
weergeven, gaf weer, h.weergegeven (2)
to display, te represent / megjelenít, ábrázol (3-forms)
striking, remarkable / figyelemre méltó (3)
opvallend, frappant, opmerkelijk (2)
to make a fool of someone / hülyét csinálni valakiből
iemand voor gek zetten
meeting (3)
bijeenkomst, ontmoeting, vergadering
exemplaar
copy
to lose track
het spoor bijster raken
verrast
surprised / mglepett
trace back to a person / egy személyre vezethető vissza
herleiden tot een persoon
paragraph / bekezdés
alinea
in a correct display / megfelelő megjelenítésben -sel
in een correcte weergave
onthutsend
staggering / megdöbbentő
to determine
bepalen
as it were / mintha
als het ware
eis, vereiste, behoefte
requirement (3)
zogenoemde
so-called / úgynevezett
to limit oneself to / korlátozza (őt) vmire
zich beperken tot
verbijsterd
stunned / megdöbbent
een vaste kern
a solid core
maar liefst
legalább
verbazend (3)
stunning, amazing, astonishing / elképesztő
zich beperken tot
to limit oneself to / korlátozza (őt) vmire
justly, deservedly / igazságosan, megérdemelten
terecht (2)
as it were / mintha
als het ware
de aansturing van de spraakorganen
the control of the speech organs
in other words
anders geformuleerd
to fall in action / küzdelemben elesik
sneuvelen
memory
geheugen
wedstrijd (2)
contest, competition / verseny
(in)slikken (2)
to swallow, to gulp / lenyel, elnyel (2)
the source
de bron
to manage
behappen
bepalen
to determine
terrain, field, area
het terrein (3)
beperkt
limited
ratelen (2)
to rattle, to jabber / csörög, hadar
schuld
debt
de doorbraak
breakthrough
to ensure, to assure
verzekeren (2)
slecht, kwaad (2)
bad, evil (2)
doorbreken, brak door, is doorgebroeken (2)
to break through, to breach (3-forms)
surroundings
omgeving
fameuze frases
famous phrases
sneuvelen
to fall in action / küzdelemben elesik
so-called / úgynevezett
zogenoemde
to break through, to breach (3-forms)
doorbreken, brak door, is doorgebroken (2)
to consist
bestaan uit
apparently, obviously (3)
duidelijk, blijkbaar, kennelijk (2)
stunning, amazing, astonishing / elképesztő
verbazend
opvallend, frappant (2)
striking, surprising (2)
herinneren zich, onthouden
to remember (2)
the damage
de schade
opduiken
to emerge / felbukkan
