Eva 10.31 hete Flashcards
again (2)
weer, nog eens
jerk
eikel
withers / a ló marja (legmagasabb pontja)
schoft
to agree (upon) (2)
afspreken, gaan akkord met
calves
kuiten
to worry
piekeren,
to care (to worry)
zorgen
to be worried
zich zorgen maken
scaffolding
stellage
to come forth / előjön
voortkomen
to prevent (2)
voorkomen, verhinderen
to occur (2)
voorkomen, gebeuren
to stand up
opkomen
I thought I heard you already
ik dacht je al te horen
to go ahead / továbbmenni
voorgaan
to happen
overkomen
to overcome, to beat / legyőz (2)
overwinnen, overkomen (2)
intense
fel
it should never have started
er had nooit aan moeten beginnen
I have other things to do today
ik heb andere dingen te doen vandaag
not by accident
niet per ongeluk
ill, sick, unwell (2)
kwalijk, ziek (3)
heel
hiel
to defame, calumniate / rágalmaz (2)
belasteren, lasteren (2)
push (2)
duw, druk
happiness
blijdschap
pervert
viezerijk
exalted above / fennkölt
erboven verheven
exalted / emelkedett
verheven
pencil
potlood
pen
pen
diluted / hígitott
verdund
to collide / összeütközik
botsen
trajectory / röppálya
traject
frame
kader
vulnerable
kwetsbaar
sober
nuchter
damnation / kárhozat
verdoemenis
to discuss
overleggen
mood
stemming
printed
bedrukt
proof
bewijs
to finish
rondkrijgen
tired (2)
vermoeid, moe
lamb fabric / bárányszövet
lamsstof
weer, nog eens
again (2)
eikel
jerk
schoft
withers / a ló marja (legmagasabb pontja)
afspreken, gaan akkord met
to agree (upon) (2)
kuiten
calves
piekeren,
to worry
zorgen
to care (to worry)
zich zorgen maken
to be worried
stellage
scaffolding
voortkomen
to come forth / előjön
voorkomen, verhinderen
to prevent (2)
voorkomen, gebeuren
to occur (2)
opkomen
to stand up
ik dacht je al te horen
I thought I heard you already
voorgaan
to go ahead / továbbmenni
overkomen
to happen
overwinnen, overkomen (2)
to overcome, to beat / legyőz (2)
fel
intense
er had nooit aan moeten beginnen
it should never have started
ik heb andere dingen te doen vandaag
I have other things to do today
niet per ongeluk
not by accident
kwalijk, ziek (3)
ill, sick, unwell (2)
hiel
heel
belasteren, lasteren (2)
to defame, calumniate / rágalmaz (2)
duw, druk
push (2)
blijdschap
happiness
viezerijk
pervert
erboven verheven
exalted above / fennkölt
verheven
exalted / emelkedett
potlood
pencil
pen
pen
verdund
diluted / hígitott
botsen
to collide / összeütközik
traject
trajectory / röppálya
kader
frame
kwetsbaar
vulnerable
nuchter
sober
verdoemenis
damnation / kárhozat
overleggen
to discuss
stemming
mood
bedrukt
printed
bewijs
proof
rondkrijgen
to finish
vermoeid, moe
tired (2)
lamsstof
lamb fabric / bárányszövet