Klinische psychologie H14 Flashcards

Gedragsproblemen en -verslaving

1
Q

Welke aandachtspunten zijn er bij gedragsproblemen?

A
  • ontwikkelingsperspectief
  • continuümgedachte
  • context: 1 of meerdere
  • informant
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke problemen/stoornissen zitten er in het DSM5 hoofdstuk disruptieve, impulsbeheersings- en andere gedragsstoornissen?

A
  • oppositionele opstandige stoornis (ODD)
  • periodieke explosieve stoornis
  • normoverschrijdend-gedragsstoornis (CD)
  • antisociale persoonlijkheidsstoornis
  • pyromanie
  • kleptomanie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn kenmerken van een normoverschrijdende-gedragsstoornis (CD)?

A
  • opzettelijke patronen van antisociaal gedrag, waarbij rechten van anderen geschonden worden
  • opzettelijk agressief en wreed
  • pesten en bedreigen andere kinderen
  • uitlokken vechtpartijen
  • liegen, bedriegen om te krijgen wat ze willen
  • eigendommen stelen of vernielen
  • brandstichten
  • inbreken
  • vaak: gevoelloos of geen schuldgevoel/berouw over daden
    = ernstige vorm van ODD
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is de prevalentie van de normoverschrijdende-gedragsstoornis (CD)?

A

13-18jr: 6%
4-18jr: 2%
jongens > meisjes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke geslachtsverschillen zijn er bij een normoverschrijdend-gedragsstoornis?

A

jongens = overt agression (stelen, vechten, vandalisme, disciplineproblemen
meisjes = covert agression (liegen, spijbelen, weglopen, druggebruik, prostitutie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke comorbiditeit is er bij een normoverschrijdende-gedragsstoornis?

A

met ADHD, depressieve stoornis, middelenmisbruik

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waarvoor is een normoverschrijdende-gedragsstoornis een mogelijke voorloper?

A

Van antisociale persoonlijkheidsstoornis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke DSM5 criteria zijn er voor een normoverschrijdende-gedragsstoornis?

A

min 3 criteria laatste 12 maand, min 1 laatste 6 maand
- agressie gericht op mensen en dieren
- vernieling van eigendom
- leugenachtigheid of diefstal
- ernstige schendingen van regels
Specifieker normoverschrijdend-gedragsstoornis
- type beginnend in kindertijd: min 1 symptoom van CD aanwezig voor 10jr
- type beginnen adolescentie: geen CD symptomen voor 10jr
- begin niet gespecifieerd: voldoen aan criteria voor CD maar onvoldoende info over begin
Specificatie: met beperkte prosociale emoties (min 2 laatste 12m)
- gebrek aan wroeging/schuldbesef
- kilheid/gebrek empathie
- onverschillig voor prestaties
- oppervlakkig/gebrekkig affect

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke ontwikkelingspaden zijn er bij antisociaal gedrag en agressie?

A

Life-course persistent
- begin vroeger kindertijd
- relatief kleine, maar persistente groep met pathologisch profiel
- sociale, familiale en neurologische deficieten
Adolescentie limited
- start in adolescentie
- frequenter, meer normatief en van voorbijgaande aard, peer group
- meer succesvolle overgang naar volwassenheid
- ‘maturity gap’
(vooral onderzocht bij jongens)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is de oppositioneel opstandige gedragsstoornis?

A

Niet-delinquente, negativistische of opstandige gedragsstoornis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke kenmerken heeft de oppositionele opstandige gedragsstoornis?

A
  • negativistisch of opstandig
  • verzet tegen autoriteiten
  • anderen opzettelijk irriteren
  • snel boos of driftig, prikkelbaar
  • lichtgeraakt en snel verveeld
  • anderen de schuld geven
  • opvliegend van aard
  • rancuneus of zich hatelijk en wraakzuchtig gedragen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is de prevalentie van ODD?

A

1-11% kinderen en adolescenten
4-18jr: ongeveer 3%
voor 12 jr: m>v (later niet)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is ODD volgens de DSM?

A

4/8 criteria en min 6m bestaand
- boze, prikkelbare stemming
– verliest vaak zijn kalmte
– vaak lichtgeraakt of snel geërgerd
– vaak boos of ontevreden
- ruziezoekend, uitdagend gedrag
– maakt ruzie met gezagfiguren, bij kinderen en adolescenten met volwassenen
– verzet vaak actief tegen regels of verzoeken van gezagfiguren
– ergert anderen opzettelijk
– geeft anderen vaak schuld van zijn fouten/wangedrag
- wraakzucht
– afgelopen 6m min 2x hatelijk of wraakzuchtig geweest

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn de andere criteria van ODD in DSM?

A

Verstoring gedrag gaat samen met lijdensdruk bij betrokkene of omgeving (of negatieve invloed functioneren)
Actuele ernst specifiëren
- licht: 1 setting
- matig: 2 settings
- ernstig: 3 settings

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn de oorzaken van een gedragsstoornis?

A
  • uiting temperament
  • onopgeloste conflicten ouder-kind of overmatige strenge controle
  • ongeschikte bekrachtigingsstrategieën (ongewenst gedrag bekrachtigd)
  • gezinsfactoren
  • informatieverwerking: bias bij verwerking info
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Welke gezinsfactoren zijn een oorzaak voor een gedragsstoornis?

A
  • context moeilijk ouderschap
  • negatieve, dwingende interacties - agressie
  • problemen bij ouders
  • dwingende discipline en gebrekkig toezicht
  • streng, hard straffen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Welke behandelingen zijn er voor een gedragsstoornis?

A
  • interventies gericht op ouders
  • interventies gericht op kinderen/jongeren
    – mentorinterventie
    – cognitieve gedragstherapie
  • interventies gericht op ouder en kind
  • interventies gericht op gezin
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat zijn interventies gericht op ouders?

A

Vaak gebaseerd op gedragstherapie - oudertraining
Kinderen van basisschoolleeftijd
Effectieve onderdelen
- vergroten positieve interactie ouder-kind
- vergroten emotionele communicatievaardigheden
- gebruik time-out
- consistent opvoeden
- vaardigheden oefenen met kind tijdens training

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat is een voorbeeld van een interventie gericht op ouders?

A

Parent management training
- leefomgeving meer voorspelbaar maken
- positief gedrag leren herkennen en belonen
- negatief gedrag negeren wanneer het niet zo ernstig is en consequent bestraffen
- wanneer het ernstiger of hardnekkiger is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat zijn interventies gericht op kinderen/jongeren?

A

Mentorinterventie
Cognitieve gedragstherapie
Interventies gericht op ouder en kind

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat houdt de mentorinterventie in?

A
  • bij minder ernstige problemen
  • koppeling jeugdige - mentor (regelmatig samen activiteit)
  • mentor toont belangstelling, ondersteunt, advies en is rolmodel voor kind
22
Q

Wat is het doel van een mentorinterventie?

A

Voorkomen dat problemen escaleren, gedragsproblemen verminderen, meer zelfredzaamheid + beter functioneren

23
Q

Welk positief effect heeft een mentorinterventie?

A

Minder spijbelen, betere schoolresultaten, minder agressie, minder alcohol- en druggebruik

24
Q

Wat houdt de cognitieve gedragstherapie in?

A
  • training cognitieve vaardigheden
  • training cognitieve herstructurering
  • training probleemoplossende vaardigheden
  • sociale vaardigheidstraining
  • training herkennen boosheid en uitlokkers: anger control
  • empathietraining: aandacht slachtoffer
  • terugvalpreventie
25
Q

Wat is de prognose van een gedragsstoornis?

A

Hardnekkig verloop: ODD-> CD -> antisociale PS
1/7 kinderen met ODD vertoont in volwassenheid nog symptomen
Gevolgen: mislukte relaties, afgebroken opleiding, mislukte banen, verhoogd risico depressie, verslaving, gewelddadige dood
Hoe meer risicofactoren aanwezig, hoe slechter prognose

26
Q

Wat is een gedragsverslaving?

A

Verschillende gedragingen, naast psychoactief middelengebruik, korte-termijn beloningen veroorzaken persistent gedrag, ondanks negatieve gevolgen zoals verminderde controle gedrag
- vaak eerst positieve ervaring met gedrag dat doelgericht opgezocht
- verlies controle
- negatieve gevolgen

27
Q

Wat is kenmerkend aan de nieuwe DSM5 categorie ‘middelengerelateerde en verslavingsstoornissen’?

A

Gelijkaardige patronen in gedrag en hersenactiviteit als bij middelenverslaving (gedragsverslaving)
Gedragsverslaving wordt vooral theoretisch benaderd

28
Q

Wat is en internetgemingstoornis?

A

Overmatig blijven gamen en dit niet meer onder controle hebben, ondanks blijvende problemen, wat uiteindelijk leidt tot significante schade

29
Q

Waarom zit internetgamingstoornis in sectie 3?

A
  • meer differentiatie nodig tussen veel gamen, risicospelers en problematisch gamen
  • verschillende onderzoeksinstrumenten en criteria
  • nog onderzoek nodig naar verklaringsmodellen en behandelmethoden
  • significante lijdensdruk of beperkingen zoals blijkt uit 5+ kenmerken in periode van 1 jr
30
Q

Welke kenmerken gebruikt de DSM5 voor de internetgamingstoornis?

A
  • preoccupatie met internetgames
  • onttrekkingssymptomen wanneer de mogelijkheid tot gamen wordt ontnomen
  • tolerante: behoefte om een toenemende tijd te besteden aan games
  • onsuccesvolle pogingen om de deelname aan games in de hand te houden
  • verminderde belangstelling voor eerdere hobby’s en andere activiteiten
  • voortzetting excessief gebruik ondanks wetenschap van psychosoc. problemen
  • heeft gezinsleden, therapeuten of andere misleid wat betreft hoeveelheid tijd
  • gebruikt games om negatieve stemming te ontvluchten of verlichten
  • heeft belangrijke relatie, baan, opleiding/carrière in gevaar gebracht of verloren
31
Q

Wat is de prevalentie van een internetgamingstoornis?

A

Uiteenlopende cijfers
- aziatisch: 8.4% m, 4.5% v
- duits: 8% problematisch onder 19jr, 3% bij 19-90jr
- nederland: 3-4% adolescente gamers
Longitudinaal onderzoek: 1/4 problematische gamers na 2jr geen tekenen meer
Serieuze problemen stijgen laatste jaren

32
Q

Wat maakt gamen zo attractief?

A

-plezier en flow
- concentratie en focus op deze activigteit
- opzet en werking spel met beloningsstructuur
- andere identiteit aannemen
- sociale aspect

33
Q

Welke positieve aspecten heeft gamen?

A
  • stimuleert probleemoplossend denken, positief effect op kennis en vaardigheden
  • versterkt ruimtelijk inzicht
  • bevordert talenkennis
  • leren beslissingen nemen
  • stimuleert creativiteit
  • sociale functie
34
Q

Welke signalen zijn er van problematisch gamen?

A

Lichamelijk
- gewicht, slaaptekort, lichamelijke klachten, persoonlijke hygiëne
Sociaal
- isolement, dalende schoolprestaties, verminderde aandacht voor andere hobby’s
Psychisch
- gamen bij verveling, vluchten, prikkelbaar, eenzaam, ontkenning en liegen, obsessie, controleverlies

35
Q

Wat is de diagnostiek 3M-model?

A

Middel - milieu - mens

36
Q

Wat is de diagnostiek van het middel (3M-model)?

A
  • kenmerken van gems en manier van spelen
  • aantrekkingskracht games voor individuele gamer in kaart
  • games zo ontwikkeld dat doorspelen aanmoedigen hebben hogere verslavingspotentie
  • massive multiplayer online role-playing game (MMORPG)
  • identificatie met avatar
  • keuze om te gamen of verminderde controle
  • gespendeerde tijd aan games
  • welke functie en betekenis heeft gamegedrag
37
Q

Wat is de diagnostiek van het milieu (3M-model)?

A

Familiale context - relatie ouders
- ervaren vertrouwen en kwaliteit communicatie tussen moeder-kind
- ervaren vervreemding ouders
- negatieve perceptie over opvoeding ouders
- lage steun door ouders
- hoog conflictniveau in gezin
- monitoring gamen en grenzen stellen
- beschikbaarheid van games in eigen kamer
Sociale context
- eenzaamheid
- sociale vaardigheden
- ingrijpende veranderingen
- andere betekenisvolle hobby’s protectieve factor

38
Q

Wat is de diagnostiek van het mens (3M-model)?

A
  • geslacht en leeftijd: jongens en ernst stijgt met leeftijd
  • impulsiviteit
  • lagere scores emotionele stabiliteit, vriendelijkheid en consciëntieusheid
  • lage eigenwaarde, onzekerheid
  • depressieve gevoelens
  • psychopathologie
    – angststoornis, depressie, middelenafhankelijkheid
  • copingstijl: escapisme
  • ontwikkelingsstoornissen
39
Q

Hoezo een hoge comorbiditeit tussen problematisch gamen enASS?

A

Significante groep mensen met gameverslaving heeft ASS
Eventuele diagnose bevragen bij aanmelding/Screening
Goede ‘match’
- neiging om ergens obsessief mee bezig te zijn
- helemaal gericht op beperkt interessegebied
- repetitieve handelingen
- focus - kunnen afsluiten
- sociaal contact online gemakkelijker dan offline
– minder complex
– non-verbale signalen zijn veel minder aan orde
– gebruik van emoji’s maakt zaken duidelijker
– contact is voorspelbaar

40
Q

Welke behandelingen zijn er voor een gamingverslaving?

A

Cognitieve gedragstherapie en motiverende gespreksvoering
Gebruik dagelijks logboek
Gebruik van software om internettoegang te beperken
Community Reinforcement Approach
Psychosociale begeleiding van gezin
Rebootkamp voor problematisch gamen

41
Q

Hoe werkt de psychosociale begeleiding van het gezin mbt een gamingsverslaving?

A
  • inzetten op vaardigheden en kennis ouders
  • communicatie binnen gezin
  • controle internetgebruik
42
Q

Waarmee heeft de gamingsverslaving nog een comorbiditeit?

A

Naast ASS ook andere klinische stoornissen

43
Q

Wat is de community reinforcement approach?

A

Inzetten op offline positieve beloningen in directe omgeving?

44
Q

Wat is het behandelingsprotocol bij gamingsverslaving?

A
  • cognitieve gedragstherapie
  • motiverende gespreksvoering
  • community reinforcement approach
  • therapeutische basishouding
    – flexibel, empathisch, actief betrokken, en directief in samenspraak
    – inlevingsvermogen, echtheid en warmte
  • doel: leven terug in balans en reductie van gamen
  • uitgangspunt: gamen is aangeleerd gedrag, doorbreken door aanleren alternatief gedrag
45
Q

Hoe werkt de behandeling voor gamingsverslaving?

A

Deel 1
- introductie behandeling
- inventarisatite van gameproblematiek
- ideaal leven: tevredenheid huidig leven en ideaal leven
- functieanalyse en voor- en nadelenbalans
- werkplan
Deel 2
- terugvalpreventie en -management
- sociaal netwerk
- psychosociaal gedrag
- communicatieve vaardigheden
- probleemoplossing

46
Q

Wat is een rebootkamp voor jongeren met problematisch gamen?

A

Kamp voor jongeren die overmatig gamen en offline nood hebben aan herstart

47
Q

Wat is prettherapie?

A

Observatie die waardevol is voor eventueel verdere therapie

48
Q

Wat is het doel van een rebootkamp?

A
  • uit gamezone treden en zichzelf terug ontdekken
  • ervaren dat vrije tijd ook anders en met anderen kan ingevuld worden
  • tot zelfinzicht komen op vlak van gamen en de impact ervan op dagelijks leven
  • netwerk uitbouwen om nieuwe initiatieven mee aan te vatten
49
Q

Wat zijn concrete handvaten en tips bij behandeling gamingverslaving?

A

Algemeen: niet noodzakelijk zelf te gamen, maak contact vanuit nieuwsgierigheid
- avatar bevragen
- functie gamen in kaart brengen
- sociale contacten in beeld brengen
- vrije tijd en tijdsbesteding in kaart brengen adhv taart
- link met zelfbeeld vaak belangrijk, eventueel werken met kwaliteitenspel

50
Q

Hoe werkt een kwaliteitenspel?

A

Werken rond zelfbeeld
Cliënt kiest kaarten die passend zijn, gaat vlotter met kaarten als suggestie
Grondige bespreking
- waarom deze kwaliteiten
- geef voorbeeld
- op welk kwaliteit meest trots
- waarover meeste complimenten
- welke eigenschap hou je meest voor jezelf
- welke kwaliteit ligt er niet en zou je graag leggen