Klinische psychologie H10 Flashcards
Angststoornissen
Wat is angst?
Een emotionele gesteldheid die wordt gekenmerkt door fysiologische arousal, onaangename spanning en gevoel van vrees of bezorgdheid
Wat gebeurt er door de amygdala bij angst?
Hartslag en bloeddruk stijgen, versnelling ademhaling
Wat zijn de sympathische reactie op angst?
- hartslag omhoog, hogere toevoer zuurstof naar hersenen en spieren
- lever geeft meer glucose vrij aan bloed
- ademhaling sneller: meer zuurstof in longen
- pupillen verwijden
- bijnieren gaan adrenaline en noradrenaline aanmaken
- bloeddruk stijgt
- spijsvertering wordt tijdelijk stilgelegd
Teken de window of tolerance
Hyperarousal: exessive activation/energy in the form of fight/flight responses
Hypoarousal: freeze respons, emotionally flat, lack of energy and response
Wat zijn parasympatische reacties op angst?
- hartslag daalt
- ademhaling gaat vertragen
- pupillen vernauwen
- bloeddruk daalt
- kunnen flauwvallen
Hoe ontstaan angstklachten?
KLASSIEKE CONDITIONERING/PAVLOV/BETEKENIS
Interne externe stimulus –> verondersteld gevaar
-> cirkel: angst –> lichamelijke sensaties –> misinterpretatie –> angst
OPERANTE CONDITIONERING/SKINNER/GEDRAG MET CONSEQUENTIES
vermijding veiligheidsgedragingen -> <- misinterpretatie
vermijding veiligheidsgedragingen -> <- lichamelijke sensaties
Welke soorten angststoornissen zijn er?
- agorafobie
- gegeneraliseerde-angststoornis
- obsessieve-compulsieve stoornis
- paniekstoornis
- sociale-angststoornis
- scheidingsangst of separatieangststoornis
- specifieke fobie
- selectief mutisme
- schoolweigeren/schoolfobie
Wat is agorafobie?
Angst voor en vermijding van situaties waaruit men denkt moeilijk te kunnen ontkomen of waarin men moeilijk hulp zou krijgen als zich een paniekaanval voordoet
Wat is de prevalentie van agorafobie?
Mannen 2.4%
Vrouwen 5.5%
Wat houdt agorafobie concreet in?
- je durft niet met OV te reizen
- je bent bang in gesloten zalen
- je bent bang als je ergens lang in de rij moet staan
- je blijft liefst in je eigen vertrouwde omgeving
- je bent bang op openbare plekken, zoals pleinen
Wat zijn de diagnostische criteria van agorafobie?
- een sterk aanhoudende angst voor 2+/5 situaties
- iemand vreest/vermijdt deze situaties wegens gedachte ontsnappen moeilijk is/hulp niet mogelijk/ernstige verlegenheid
- agorafobische situaties roepen bijna altijd angst/vrees op
- als gevolg van angst beperkt iemand reizen/behoefte iemand te vergezellen of doen het met intense angst
- angst buiten proportie tov werkelijk gevaar
- angst verstoort dagelijks functioneren sterk of duidelijk lijden door fobie
Wat zijn de situaties waarin de angst bij minstens 2/5 aanwezig moet zijn ?
- gebruik maken van OV
- zich in open ruimte bevinden
- zich in afgesloten ruimte bevinden
- in rij staan of zich in een menigte bevinden
- alleen buitenshuis zijn
Welke behandelingen zijn er voor agorafobie?
CGT
- relaxatietherapie/mindfullness
- cognitieve therapie en exposure
Farmacotherapie
Wat is een gegeneraliseerde angststoornis?
Buitensporige, aanhoudende angst of bezorgdheid over een verscheidenheid aan dagelijkse onderwerpen die gepaard gaat met symptomen als piekeren, rusteloosheid, vermoeidheid, concentratieproblemen, prikkelbaarheid, spierspanning en slaapproblemen
Wat zijn kenmerken van een gegeneraliseerde angststoornis?
- veel piekeren
- opzien tegen veel dagdagelijkse gebeurtenissen
- prevalentie 5%
- meest voorkomende angststoornis
Wat zijn de diagnostische criteria van een gegeneraliseerde angststoornis?
- excessieve angsten en een tobberige bezorgdheid over meerdere levensomstandigheden, dagen met klachten in de meerderheid, minstens 6 maand
- moeite met bezorgdheid onder controle houden
- minstens 3/6 klachten verbonden aan angsten
- klachten verstoren in ernstige mate dagelijks functioneren
- geen direct gevolg van drugs, medicatie of lichamelijke ziekte, niet enkel tijdens andere psychische stoornis
- stoornis kan niet beter verklaard worden door psychische stoornis
Welke kenmerken gebruikt de DSM voor de diagnose van een gegeneraliseerde angststoornis? (min 3/6)
- rusteloosheid
- snelle vermoeidheid
- concentratieproblemen
- prikkelbaarheid
- spierspanningsklachten
- slaapstoornissen
Welke behandelingen worden gebruikt voor een gegeneraliseerde angststoornis?
CGT
- relaxatietherapie/mindfullness
- cognitieve therapie en exposure
- assertiviteitstherapie
- ACT
Farmacotherapie
- angstwerende medicatie
- bèta blokkers
Wat is de prognose van een gegeneraliseerde angststoornis?
Vaak chronisch
Vaak wel manier om mee te leven
Wat is een obsessieve-compulsieve stoornis?
Terugkerende en hardnekkige gedachten, impulsen of voorstellingen en/of dwanghandelingen
Welke hoge prevalentie hangt samen met obsessieve-compulsieve stoornis?
Smetvress
Wat zijn dwanghandelingen/compulsies?
Herhaalde openlijke handelingen of verborgen mentale activiteiten, die volgens bepaalde regels op een stereotiepe wijze moeten worden verricht om spanning te neutraliseren of voorkomen
Wat zijn dwanggedachten/obsessies?
Steeds terugkerende, aanhoudende ideeën, gedachten, beelden of impulsen die veel spanning geven, worden onvrijwillig beleefd
Wat zijn de diagnostische criteria van een obsessieve-compulsieve stoornis?
- aanwezigheid van obsessies, compulsies of beide
- obsessies of compulsies zijn tijdrovend of veroorzaken - klinisch significante lijdensdruk
- niet gevolg van middel
- stoornis kan niet beter worden verklaard door symptomen van andere psychische oorzaak
Welke behandelingen zijn er voor een obsessieve-compulsieve stoornis?
Cognitieve gedragstherapie
- exposure in vivo voor reductie van angst
- responspreventie om rituelen te verminderen
- cognitieve technieken
Farmacotherapie
- bepaalde antidepressieve
- bepaalde neuroleptica
- benzodiazepines in acute fase
Welke cognitieve technieken zijn er voor een obsessieve-compulsieve angststoornis?
- maken van kansberekening voor het optreden van schadelijke gevolgen
- veranderen van het perspectief van de patiënt
- tonen van een dubbele standaard voor het eigen gedrag vs van dat van anderen
- maken van een kosten-batenanalyse en het doorvragen naar de consequenties van gebeurtenissen