Inleidend Recht - 9. Strafprocesrecht Flashcards

1
Q

Strafprocesrecht

A

Het strafproces recht beschrijft de handhaving van het materieel strafrecht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waar bestaat het strafprocesrecht uit

A

De bevoegdheden van politie en Justitie zodra er een strafbaar feit is gepleegd.

Rechten van de verdachte

Positie van de raadsman

Verloop van de terechtzitting

Tenuitvoerlegging van de straf of maatregel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe is strafproces in de rechtsstaat omschreven?

A

Een groot deel van het strafproces rechtsstaat in het Wetboek van Strafvordering (Sv).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Formeel Strafrecht, waar bestaat deze uit?

A

Regulier strafrecht
Bijzondere wetten
Internationale verdragen (EVRM)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Uitgangspunten Strafrecht

A
  1. Strafvordering wordt geregeld bij wet in formele zin
  2. Onschuldig tenzij
  3. Opportuniteitsbeginsel
  4. Geen actieve medewerking verdachte
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Strafvordering bij wet in formele zin:

A

Kan diep ingrijpen in het leven van burgers.

Artikel 1 Sv bepaalt dat het totale strafproces wettelijk moet worden. geregeld. Geen ruimte voor gewoonte of analogie. Alleen de hoogste wetgever in formele zin mogen wetten voor strafvordering maken.

Lager overheden hebben de bevoegdheid niet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Onschuldig tenzij:

A

Verdachte is onschuldig tot het moment dat een onafhankelijke rechter vaststelt dat hij schuldig is. Onschuldpresumptie is omschreven in artikel 6 lid 2 EVRM.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Opportuniteitsbeginsel:

A

OM is niet verplicht alle strafbare feiten die ter kennis komen van de politie te vervolgen. Als een officier van justitie besluit van verdere vervolging af te zien wordt de zaak geseponeerd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Geen actieve medewerking verdachten:

A

Verdachte hoeft niet aan zijn eigen veroordeling mee te werken. Artikel 29 Sv kent de dader het zwijgrecht toe.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Het strafproces:

A

Begint op het moment dat de politie vaststelt dat er een strafbaar feit is gepleegd en het eindigt als de straf die de rechter heeft opgelegd ten uitvoer is gelegd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Strafproces bestaat uit drie fasen

A
  1. Vooronderzoek
  2. Onderzoek ter terechtzitting
  3. Tenuitvoerlegging van de straf
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Vooronderzoek:

A

Politie en Justitie verzamelen informatie over het strafbaar feit en over de mogelijke dader zodat de rechter zich tijdens de terechtzitting een goed oordeel over de zaak kan vormen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Officier van Justitie

A

De officier van justitie leidt het vooronderzoek.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Rechter Commissaris

A

De Rechter Commissaris heeft een toezichthoudende rol.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Taak Rechter Commissaris

A

Op verzoek van officier van justitie of van de raadsman van de verdachte en vullen de onderzoek handelingen verrichten tijdens het gehele vooronderzoek.

Bij toepassing gebruik van ingrijpende dwangmiddelen een machtiging afgeven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Doel van onderzoek ter terechtzitting:

A

Officier van Justitie besluit of hij de zaak aan de rechter voorlegt. Zodra hij dit besluit stuurt hij de verdachte een dagvaarding waarin de verdachte wordt opgeroepen ter terechtzitting te verschijnen. Hierin staat precies omschreven voor welk strafbaar feit het OM de verdachte ten laste legt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Hoe ziet het onderzoek van terechtzitting eruit?

A

Onderzoek van bewijsmaterialen getuigenverklaringen en dergelijke hun standpunt ten aanzien van het te laste gelegde feit aan de rechter kenbaar te maken. De rechter neemt een verantwoorde beslissing over de vraag of het ten laste gelegde feit wettig en overtuigend bewezen is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Tenuitvoerlegging van de straf:

A

Bij veroordelingen legt rechter een straf of maatregel op.

Minister van Justitie en veiligheid is verantwoordelijk voor de tenuitvoerlegging van de straf of maatregel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Waar is het strafproces op gericht?

A

Gericht op waarheidsvinding. Politie en Justitie kunnen niet onbeperkt over middelen beschikken, geredeneerd vanuit fundamenten van de rechtsstaat kan politie en Justitie niet onbeperkt zijn gang gaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Hoe omschrijf je de evenwichtsbalk in het strafproces:

A

Een nauwkeurig omschrijving van bevoegdheden die politie en Justitie ten dienste staan om de waarheid over een strafbaar feit te achterhalen.

De wetgever balanceert op een evenwichtsbalk hij moet even weg zien te vinden tussen de opsporingsbelang en de rechten van de verdachte.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Vooronderzoek:

A

Gematigd inquisitoir. Verdachte is eerder voorwerp van onderzoek dan een gelijkwaardige partij tegenover de opsporende en vervolgende instanties.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Wat wordt bedoelt met gematigd in het (voor)onderzoek?

A

Verdachte heeft een aantal wettelijke rechten en hoeft niet actief aan zijn eigen veroordeling mee te werken (gematigd).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

De terechtzitting

A

Gematigd accusatoir. Officier van justitie en verdachten zijn gelijkwaardige partijen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Waar heeft de verdachte recht op?

A

Verdachte heeft recht op inzagen van alle processtukken en mag tijdens het proces laten bijstaan door een raadsman.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Verdachte:

A

Iemand heeft zich schuldig gemaakt aan een strafbaar feit indien objectieve feiten en omstandigheden erop wijzen. Alleen op verdachten mogen dwangmiddelen worden toegepast.

De politie mag niet een willekeurige Burger aanhouden of goederen in beslag nemen. Artikel 27 Sv

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

Advocaat van de verdachte:

A

De verdachte heeft het recht zich te laten bijstaan door een raadsman.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

Wanneer heeft de verdachte recht op een advocaat?

A

Vanaf het moment dat de verdacht in verzekering wordt gesteld heeft hij recht op bijstand van een door de raad voor rechtsbijstand toegevoegde raadsman. Deze behartigt de belangen van de verdachte en ziet er ook toe dat de procedures in een strak proces correct verlopen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

Opsporingsambtenaar:

A

Functionaris die tot taak heeft en bevoegd is om strafbare feiten en verdachten op te sporen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
29
Q

En wie zijn de opsporingsambtenaren?

Wat mogen zij uitsluitend toepassen?

A

Officieren van justitie en politie functionarissen zijn opsporingsambtenaar.

Maar ook ambtenaren die belast zijn met het opsporen van belasting of uitkeringsfraude of van milieudelicten.

Dwangmiddelen mogen uitsluitend door opsporingsambtenaren worden toegepast.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
30
Q

Reclassering en wat verzorgen zij?

A

Zodra verdacht in verzekering is gesteld waarschuwt de politie de reclassering.

Deze behartigde persoonlijke belangen van de verdachte. Er volgt een rapport op over de sociale achtergronden zodat de rechter zich daarover een goed oordeel kan vormen.

Ze zoeken naar een taakstraf en gebieden hulp aan ex gevangenen bij een terugkeer in de maatschappij.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
31
Q

Rechter Commissaris, wat zijn de taken?

A

Rechter die tijdens het vooronderzoek een toezichthoudende taak heeft. Houdt overzicht en evenwicht tussen opsporingsbelangen en de belangen van de verdachte. Voor ingrijpende dwangmiddelen moet hij een machtiging afgeven. Op verzoek van justitie of Van De raadsman van de verdachte kan hij onderzoek handelingen verrichten.

32
Q

Rechter:

A

Enkel of meervoudige kamer van de rechtbank beslist na het onderzoek ter terechtzitting of het om ten laste gelegde feit wettig en overtuigend is bewezen en legt zo nodig een straf op.

Politierechter doet de lichte strafzaken.

Rechtszaken voor zware misdrijven zijn drie rechters betrokken.

33
Q

Slachtoffer:

A

Vooral gezien als aangevers van strafbare feiten en als belangrijke getuigen. De veroordeelde dienst de aangerichte schade aan het slachtoffer te vergoeden en heeft de politie de taak de slachtoffers op hun rechten te wijzen en ze behulpzaam te zijn bij het vinden van materiële en immateriële hulp.

34
Q

Slachtoffers kunnen zich ook voegen in de strafzaak, op welke wijze

A

Ze mogen de strafrechter vragen om in de strafzaak een uitspraak te doen over de vergoeding van de schade die het misdrijf heeft veroorzaakt.

35
Q

Een verklaring bij de strafzitting afleggen?

A

Slachtoffers hebben het recht om bij zware misdrijven tijdens de strafzitting een verklaring af te leggen om aan de verdachte de officier van justitie en rechters duidelijk te maken wat het strafbare feit voor hen betekent heeft en welke invloed dit feit heeft op hun leven.

36
Q

Het Openbaar Ministerie OM

A

Belangrijkste taak verdachte van strafbare feiten te vervolgen en de dag varen zodat de rechter zich kan uitspreken over een schuld of onschuld.

37
Q

Het parket:

A

Is een hiërarchisch opgebouwd orgaan waarvoor de minister van Justitie politiek verantwoordelijk is. De leden van het om zijn meestal gehuisvest in het gebouw van de rechtbank maar ze hebben een van de rechters onafhankelijke positie.

38
Q

Arrondissementrechtbank:

A

Of parket genoemd. De organisatorische eenheid van het OM

Bij de gerechtshoven worden de leden van het OM advocaat-generaal genoemd.

Ieder Gerechtshof heeft naast een aantal advocaten-generaal één hoofd advocaat-generaal.

39
Q

College van procureurs-generaal:

A

Aan het hoofd van het OM.

Bestaat uit tenminste 3 en ten hoogste vijf leden.

Bepaalt het beleid en voor het samen met de ondersteunende ambtenaren het parket-generaal.

Stellen de richtlijnen op voor het sepotbeleid waaraan de officieren van justitie gebonden zijn.

40
Q

De procureur-generaal bij de Hoge Raad:

Omschrijving?
Taak?
Bevoegd?
Belast?

A

Blijkens de Wet RO bestaat er buiten de organisatie van het OM ook bij de hoge raad een pakket dat onder leiding staat van de procureur generaal bij de Hoge Raad.

De belangrijkste taak is het nemen van conclusies in strafzaken civiele zaken en belastingzaken.

Is bevoegd tot het instellen van het buitengewone rechtsmiddel van cassatie in de belang der wet.

Is belast met de vervolging van ambtsmisdrijven en overtredingen van leden van de Staten Generaal.

41
Q

Dwangmiddelen

Omschrijving?
Toepassing?
Taak?

A

De wettelijke bevoegdheden die politie en Justitie hebben om de waarheid te achterhalen.

Worden tegen de wil van de verdachte toegepast. Men spreekt ook wel van bevoegdheden omdat het om rechten gaat die politie en Justitie hebben om een strafbaar feit op te sporen.

Wordt gezien als juridisch gereedschap van politie en Justitie ter beschikking voor hun opsporingstaak.

42
Q

Uitgangspunt van het Wetboek van Strafvordering:

A

Dwangmiddel mag worden toegepast als er een redelijke verdenking bestaat dat er een strafbaar feit is gepleegd.

43
Q

Wettelijk geregeld:

A

Terwijl middel is wettelijk geregeld en nauwkeurig aangegeven wanneer het mag worden toegepast en wie toestemming moet geven voor het gebruik er van.

44
Q

Zwaarder misdrijf zwaarder dwangmiddel:

A

Voor vrijheidsberoving of een huiszoeking heeft de politie toestemming nodig van de officier van justitie of van de rechter Commissaris.

45
Q

Actieve medewerking niet verplicht:

A

Verdachte is niet verplicht om actief aan het warm middel mee te werken wel moet hij de toepassing dulden. Een verdachte mag weglopen maar niet met geweld verzetten anders is hij strafbaar.

46
Q

Vrijheidsbenemende dwangmiddelen uit het wetboek van strafvordering:

Benoemd de acht.

A
  1. Staande houden (identificatieplicht en mag naar naam en woonplaats vragen)
  2. Aanhouden (voorgeleiden aan de hulpofficier van justitie of aan de officier van Justitie)
  3. Ophouden in het belang van het onderzoek
  4. Ophouden ter identificatie
  5. In verzekering stellen
  6. In bewaring stellen
  7. Gevangenhouding
  8. Gevangenneming
47
Q

Ophouden in het belang van het onderzoek:

A

Officier moet de rechtmatigheid van de aanhouding beoordelen en beslissen of de verdachte wordt opgehouden en het belang van het onderzoek. Dit mag maximaal 6 uur duren en de we dachten heeft recht op een advocaat en bij het verhoor aanwezig te zijn.

48
Q

Ophouden ter identificatie:

Wanneer?
Door wie?
Doel?
Taak?
Duur?

A

Bij verdenking van zwaardere misdrijven kan de verdachte naar het ophouden voor onderzoek in verzekering worden gesteld.

Indien nog steeds niet duidelijk is wie de verdachte is kan hij door de hulpofficier worden opgehouden ter identificatie.

Dit dwangmiddel geeft de politie meer tijd om de identiteit van de verdachte vast te stellen.

Ook op dat moment mag de politie onderzoek doen. Bedreigt maximaal 6 uur.

49
Q

In verzekering stellen:

Wanneer toegestaan?
Om welke misdrijven?

Termijn?

A

Indien de verdachte nog langer wordt vastgehouden dan kan de officier hem in verzekering stellen.

Is alleen toegestaan bij verdenking van een misdrijf waarvoor voor voorlopige hechtenis is toegelaten.

Gaat om misdrijven met een maximum straf van minstens vier jaar.

De termijn voor de in verzekeringstelling bedraagt 72 uur.

Bij dringende noodzakelijkheid kan de officier van justitie deze termijn eenmaal verlengen.

50
Q

In bewaring stellen:

Door wie?
Wanneer?
Termijn?
Verlenging?

A

Na de inverzekeringstelling kan de verdachte zo nodig in bewaring worden gesteld.

Deze beslissing wordt op vordering van de officier van justitie genomen door de Rechter Commissaris.

Is alleen mogelijk bij verdenking van een misdrijf waarvoor voor voorlopige hechtenis is toegelaten en duurt maximaal 14 dagen.

Mag niet worden verlengd.

51
Q

Gevangenhouding:

Wanneer?
Wie?
Termijn?

A

Alleen mogelijk bij verdenking van een misdrijf of voor voorlopige hechtingen is toegelaten.

Beslist de rechtbank op vordering van die officier van justitie.

Duurt maximaal 90 dagen

52
Q

Gevangenneming:

Wanneer?
Duur?
Termijn?

A

Richt zich op de verdachte die bij het begin van het onderzoek ter terechtzitting vrij rondloopt.

Op vordering van de officier van justitie kan de rechtbank de gevangenneming van deze verdachte vorderen voor maximaal 90 dagen.

Is het onderzoek ter terechtzitting eenmaal begonnen dan duurt te gevangenhouding en gevangenneming maximaal tot 60 dagen na de einduitspraak.

53
Q

Voorlopige hechtenis:

A

De drie dwang middelen
1. in bewaring stellen,
2. gevangen houden en
3. gevangen nemen.

54
Q

Aanhouding op heterdaad:

A

Dader vlak of na zijn misdrijf wordt betrapt mag iedere opsporingsambtenaar en burger de verdachte aanhouden.

55
Q

Aanhouding buiten heterdaad:

Wie?
Wanneer?
Duur?

A

Alleen de officier van justitie de hulpofficier van justitie of de opsporingsambtenaar bevoegd.

Verdachte wordt verdacht van een misdrijf waarvoor voor voorlopige hechtenis is toch gelaten met een strafmaximum van minstens vier jaar.

56
Q

Vrijheidsbenemende maatregelen

A

Zie tabel vrijheidsbenemende dwangmiddelen op pagina 178

57
Q

Klassieke opsporing:

A

Redelijk vermoeden tot een strafbaar feit waardoor opsporingsactiviteiten naar aanleiding van een vermoeden plaatsvinden.

58
Q

Bijzondere opsporingsbevoegdheden ter bestrijding van de georganiseerde criminaliteit

Afkorting?
Betekenis
Wanneer?
Naar aanleiding van?

A

Afkorting b.o.b.

Opsporingsbevoegdheid mag eerder worden ingezet naar aanleiding van een redelijk vermoeden dat een georganiseerd verband bepaalde strafbare feiten worden beraamd of gepleegd.

59
Q

Voorfase B.O.B.

Bevoegdheden?
Wie?
Doel?
Teruggebracht naar?

A

B.o.b. in de bevoegdheden ter bestrijding van terroristische misdrijven is een voorfase van de bevoegdheden van wetgever zodat de politie eerder op onderzoek kan uitgaan en breed uitzetten om bewijs te verzamelen. Worden uiteindelijk teruggebracht naar een concrete verdenking gebaseerd op feiten en omstandigheden.

60
Q

Bijzondere opsporingsbevoegdheden B.O.B.:

Omschrijving?
Wie?
Bestaat uit?
Op bevel van?

A

Politie en Justitie hebben bijzondere dwangmiddelen ter beschikking.

Er zijn dan bijzondere bevoegdheden geregeld in de strijd tegen zware en georganiseerde criminaliteit.

Bestaat uit
- stelselmatig observeren
- informatie inwinnen
- infiltreren
- pseudokoop
- betreden van besloten plaatsen om heimelijk onderzoek in te stellen
- opnemen van vertrouwelijke Telecommunicatie.

Mogen uitsluitend naar bevel van de officier van justitie worden toegepast.

61
Q

Bijzondere opsporingsbevoegdheden bij terroristische misdrijven B.O.B.:

A

Er worden niet nieuwe bevoegdheden gegeven.

Het gebruik van de bestaande bijzondere opsporingsbevoegdheden wordt vooral verruimd.

62
Q

Terroristisch misdrijf:

Omschrijving
Doel?

A

Een misdrijf dat met een terroristisch oogmerk wordt gepleegd.

Het oogmerk is;
- Dat een deel van de bevolking ernstige vrees aan te jagen.
- Een overheid of een internationale organisatie wederrechtelijk te dwingen iets te doen niet te doen te dulden
- De fundamentele politieke constitutionele economische of sociale structuren van een land of internationale organisatie ernstig te ontwrichten of te vernietigen.

63
Q

Wanneer en bij welke aanwijzingen toepassen bij een terroristische misdrijf B.O.B.?

A

Bij terroristische misdrijven mogen bij een lagere graad van verdenking al bevoegdheden worden toegepast.

Aanwijzingen:
- Gerucht van een aanslag
- Uitkomsten van dreigingsanalyses van de AIVD (naar oordeel van de minister gerechtvaardigd, om aanslagen te voorkomen)

64
Q

Lager voorarrest B.O.B.:

A

Bij een verdachte van een terroristisch misdrijf kan verdachte langer van zijn vrijheid worden beroofd dan bij andere misdrijven. In plaats van 90 dagen naar maximaal 2 jaar en Rechter zo het bevel na 90 dagen verlengen.

Het voornemen plan om een terroristisch misdrijf te begaan is strafbaar gesteld.

65
Q

De terechtzitting, welke stappen bestaat deze uit?

A
  1. Dagvaarding (officier van Justitie maakt de zaak aanhanger bij de rechtbank door een dagvaarding uitbrengen)
  2. De rechter vraagt de verdachte naar naam en woonplaats
    Voorlezen tenlastelegging
  3. Horen van getuigen en deskundigen (beëdiging)
  4. Spreekrecht voor slachtoffers en nabestaanden
  5. Ondervragen van de verdachte
    Réquisitoire van de officier van justitie (officier van justitie legt uit waarom hij het ten laste gelegde bewezen acht en welke straf hij opgelegd wil zien)
  6. Pleidooi van de raadsman van de verdachte (reactie op het requisitoir en op de verklaringen van de getuigen en de deskundigen)
  7. Laatste woord verdachte
66
Q

Dagvaarding:

A

Officiële oproep om terechtzitting te verschijnen met een nauwkeurige beschrijving van het feit of de feiten waar van de officier de verdachte verdenkt. Beschrijving is de tenlastelegging.

67
Q

De tenlastelegging:

A

Het fundament van de rechtszaak want tijdens de zitting draait het om de vraag of de rechter wettig en overtuigend bewezen acht dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het te lastig gelegde.

Strafbare feiten die niet in de tenlastelegging staan komen tijdens de rechtszaak niet aan de orde.

68
Q

De beraadslaging:

Wie?
Wat?
Waar bestaat deze uit?

A

Na het onderzoek ter terechtzitting trekt de rechtbank zich in een besloten raadkamer terug voor de beraadslaging.

Bestaat uit:
1. Vier formele vragen ofwel de juridisch technische kanten van de rechtszaak
2. Vier inhoudelijke (materiële) vragen
3. De uitspraak

Zie afbeelding pagina 185

69
Q

Rechtsmiddelen:

Waar bestaan deze uit?

A
  1. Hoger beroep bij het gerechtshof
  2. Verlofstelsel in een hoger beroep
  3. Cassatie bij de Hoge Raad
  4. Cassatie in het belang der Wet
  5. Herziening
70
Q

Hoger beroep bij het gerechtshof:

Omschrijving?
Wie heeft het recht?
Door wie behandeld?
Wat is het doel van de uitspraak?
Termijn instellen?

A

Na de uitspraak van de rechter hebben de verdachte en de officier van justitie beiden het recht om in hogere beroep te gaan en wordt behandeld door het gerechtshof.

Zaak wordt opnieuw behandeld door de raadsheren of wel rechters.

Doet de Gerechtshof een uitspraak en kan twee kanten opgaan.

Het Hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank en verwerpt daarmee het beroep of het Hof vernietigt de uitspraak van de rechtbank.

Voor het instellen geldt een termijn van 14 dagen.

71
Q

Arrest:

A

Uitspraak van het Hof (is geen vonnis)

72
Q

Verlofstelsel in het hoger beroep:

A

Kleine zaken worden niet meestal door het gerechtshof behandeld. Bij een veroordeling voor een strafbaar feit met een strafmaximum van niet meer dan via waarbij alleen een geldboete is opgelegd van maximaal EUR 500,00 beoordeeld de voorzitter van de strafkamer van het gerechtshof of het hoger beroep wel of niet zou worden behandeld.

73
Q

Cassatie bij de Hoge Raad:

A

Dan wordt er gekeken alleen naar de juridisch technische kanten van de zaak. Feiten worden door de raad niet meer opnieuw behandeld.

Cassatie heeft wel zin over de vraag of de opsporingsambtenaar zijn bevoegdheden correct heeft toegepast.

74
Q

Beoordeling belang van de cassatie:

Wanneer?
Wie?

A

Zaken die nauwelijks juridische betekenis hebben die duidelijke kansloos zijn of waarbij degene die cassatie instelt nauwelijks belang heeft kan de Hoge Raad op een manier terzijde schuiven.

De procureur generaal gaat hierover.

75
Q

Cassatie in de belang der Wet;

Wanneer?
Wie?
In het belang van?
Voorgelegd aan?
Doel?

A

Als de officier van justitie en de verdachte niet in beroep gaan en geen cassatie instellen kan ons hoogste rechtscollege de hoge raad zich er niet over uitspreken.

In dit soort gevallen kan de procureur generaal bij de hoge raad cassatie instellen in belang van de wet. Hij legt de zaak dan aan de hoge Raad voor alleen om een oordeel te krijgen over een belangrijke juridische kwestie.

76
Q

Herziening:

Waar?
Wat?
Wanneer?

A

Kan bij de hoge raad worden gevraagd als je geen beroep en cassatie meer mogelijk is op het moment dat er echt nieuwe feiten aan het licht komen of als de inzichten van deskundige fundamenteel veranderen.

77
Q

Herziening ter nadele:

A

Herziening die kan leiden tot een zwaardere straf voor de veroordelen of herziening die er toe leidt dat een eerder voor hetzelfde feit vrijgesproken verdachte alsnog wordt veroordeeld is alleen in zeer bijzondere gevallen mogelijk.