Inleidend Recht - 11. Verbintenissenrecht, algemeen Flashcards

1
Q

Burgerlijk recht

A

Privaatrecht of Civiel Recht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Taak overheid in burgerlijk recht

A

met name in publiekrecht en strafrecht. In het burgerlijk recht heeft de overheid geen specifieke taak en grijp niet in als rechten het lichten uit het burgerlijke recht geschonden worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Dwingend recht:

A

in het BW zijn sommige bepalingen dwingend recht waaraan de betrokkenen eraan gebonden zijn. Maken ze afwijkende afspraken dan zijn deze afspraken nietig of wel ongeldig. Dwingend recht geeft de wetgever alleen als hij een bepaalde procedure verplicht wil stellen of als hij een zwakkere partij wil bescherm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Beslissing door rechter in burgerlijk recht

A

Uit de tekst van een wettekst valt meestal op te maken of een bepaling regelend of dwingend terecht bevat. Is de tekst daarover niet duidelijk dat is het aan de rechter om hierover een beslissing te nemen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Regelend recht:

A

Het staat de partijen vrij om afwijkende afspraken te maken en vallen op het regelend recht terug als ze zelf geen afspraken hebben gemaakt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Het Burgerlijk Wetboek:

A

het materieel deel van het burgerlijk recht staat in het Burgerlijk Wetboek BW. Dit Wetboek bestaat uit negen onderdelen die boeken worden genoemd. Het heeft een gelaagde structuur wat betekent dat de gebruiker voor de oplossing van een juridisch probleem vaak moet zoeken op verschillende plaatsen in het wetboek. Er zijn verschillende lagen die van algemeen naar bijzonder gaat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Voorbeeld overovereenkomst:

A

in boek 6 regelt het Burgerlijk Wetboek namelijk de overeenkomst in het algemeen inclusief aanbod en aanvaarding.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Indeling van het BW

A

Boek 1 personen en familierecht
Boek 2 rechtspersonenrecht
Boek 3 vermogensrecht in het algemeen
Boek 4 erfrecht
Boek 5 zakelijke rechten
Boek 6 algemeen deel van het verbintenissenrecht
Boek 7 bijzondere overeenkomsten
Boek 7A bijzondere overeenkomsten: vervolg
Boek 8 verkeersmiddelen en vervoer
Boek 10 internationaal privaatrecht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Boek 9 BW

A

In de opzet van het Burgerlijk Wetboek was boek negen gereserveerd voor de rechten op voortbrengselen van de geest zoals het auteursrecht. Deze worden nu geregeld in internationale verdragen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Rechtsgevolgen:

A

Het burgerlijk recht verbindt aan een groot aantal feiten en gebeurtenissen dat zich in de samenleving afspeelt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Rechtsfeiten:

A

alle feiten en gebeurtenissen die voor het recht van belang zijn worden rechtsfeiten genoemd. Ze worden ingedeeld naar soort. Zie afbeelding bladzijde 215

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Blote rechtsfeiten;

A

zijn rechtsfeiten waarop de mens geen rechtstreeks invloed heeft zoals geboorte dood weersomstandigheden en familie relaties.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Menselijke handelingen:

A

alle andere rechtsfeiten. menselijke handelingen kunnen worden verdeeld in feitelijke handelingen en rechtshandelingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Rechtshandeling:

A

als iemand een rechtshandeling verricht heeft hij de bedoeling rechten en plichten te scheppen. de bedoeling om rechten en plichten te scheppen ten aanzien van het sluiten van een overeenkomst zoals een arbeidsovereenkomst de huurovereenkomst en het opmaken van een testament.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Rechtshandeling wil en verklaring:

A

artikel 3:33 BW geeft twee vereisten voor een rechtshandeling er moet sprake zijn van een een op een rechtsgevolg gerichte wil die zich door een verklaring openbaart. Het is de bedoeling dat er een verklaring naar buiten is gekomen in de vorm van een brief advertentie telefoongesprek of een offerte.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Meerzijdige rechtshandelingen:

A

verkoper kan pas overeenkomst sluiten als een koper het aanbod van de verkoper aanvaard. Alle overeenkomsten zijn meerzijdige rechtshandelingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Eenzijdige rechtshandelingen:

A

in het leven geroepen door een persoon. Zoals het erkennen van een kind het opzeggen van een arbeidsovereenkomst en het maken van een testament. Een verklaring van een persoon is voor een eenzijdige rechtshandeling voldoende om het rechtsgevolg tot stand te brengen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Feitelijke handelingen:

A

Ontstaat onbedoeld rechten en plichten. Bijvoorbeeld door schade. Kenmerkend voor een feitelijke handeling is dat deze handeling onbedoeld rechtsgevolgen heeft dus onbedoeld rechten en plichten schept.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Burgerlijke recht drie onderdelen:

A

Personen en familierecht
Rechtspersonenrecht
Vermogensrecht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Personen en familierecht:

A

familierelaties in en buiten het gezin beschreven zoals het gezag over minderjarigen de positie van ouders de rechten en plichten van mensen die gaan trouwen of een geregistreerd partnerschap en de rechtsgevolgen van een scheiding. Kenmerkend is dat het niet op geld waardeerbaar is en evenenmin kan worden overgedragen aan een ander. Boek één van BW

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Rechtspersonenrecht

A

beschrijft de organisatie en ondernemingsvormen die een eigen leven leiden in het recht. Typerend voor een rechts persoon is dat zijn vermogen losstaat van de privé vermogens van de oprichters of bestuurders van de rechtse persoon. Wordt onder andere beschreven aan welke oprichtingseisen een rechtspersoon moet voldoen welke organen de rechtspersoon kent en welke bevoegdheden deze organen hebben. Boek twee van het BW.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Vermogensrecht:

A

Alle rechten beschreven waaruit een vermogen van een persoon kan zijn opgebouwd: recht van eigendom van hypotheek de rechten uit een koop- arbeid- of huurovereenkomst.
Is geregeld in boeken 3 tot en met 8 van het BW. Boek 8 gaat specifiek in op de vermogensrechtelijke aspecten van verkeersmiddelen schepen en vervoer.

23
Q

Erfrecht:

A

geregeld wat er gebeurt met het vermogen van een overledene. Zie boek 4 van het BW

24
Q

Vermogen:

A

vermogen is een tamelijk groot kapitaal of bezit maar in juridisch zin heeft het wat neutrale betekenis. Het is de beschrijving van alle op geld waard dierbare rechten en plichten van een bepaald persoon. Eigendomsrechten op spullen, salaris, vrij genot en de verplichting. Ook bij weinig bezit heeft iemand een vermogen.

25
Q

Wat beschrijft het vermogensrecht en wat is kenmerkend.

A

beschrijft alle rechten waaruit een vermogen kan zijn opgebouwd. Kenmerkend voor vermogensrechten is dat ze op geld waardeerbaar zijn en dat ze overgedragen kunnen worden aan een ander. Samenstelling van het vermogen wisselt voortdurend en kan ook negatief zijn namelijk wanneer de waarde van de verplichtingen die van de rechten overstijgt.

26
Q

Absolute rechten op goederen:

A

beschrijven de zeggenschap die een persoon heeft over een bepaald goed. Het is een eigendom en beschrijf dus zeggenschap recht van eigendom.

27
Q

Goederenrecht:

A

De beschrijving van de absolute rechten op goederen worden ook wel goederenrecht genoemd. Staat in boeken 3 en 5 van het BW.

28
Q

Auteursrecht:

A

absolute rechten op voortbrengselen van de Geest. Staat niet in het BW, maar in de auteurswet.

29
Q

Relatieve rechten:

A

beschrijft rechtsverhoudingen tussen personen. Zoals het sluiten van een koopovereenkomst zijn relatieve rechten want erom staan rechten en plichten tussen koper en verkoper. Relatieve rechten worden ook wel verbintenissen een genoemd. Staat in boeken 3, 6 en 7 van het BW omschreven.

30
Q

Het vermogensrecht.

A

Bestaat dus uit goederenrecht en verbintenissenrecht. Goederenrecht beschrijf de rechten die personen op goederen hebben. Verbintenissenrecht beschrijft rechtsverhoudingen tussen personen.

31
Q

Subjectieve rechten:

A

rechten ontleend aan het burgerlijk recht. Zie afbeelding bladzijde 219

32
Q

Verbintenis:

A

een verbintenis is een rechtsverhouding tussen twee personen met als onderwerp een prestatie. Deze prestatie kan bestaan uit doen dulden of niet doen.

Een verbintenis als rechtsverhouding is de recht en de plicht.

Doen is leveren bouwen betalen of arbeid verrichten. Of wel prestatie.

Dulden is als eigenaar toestaat om van iets gebruikt te maken.

Niet doen is afspreken om een prestatie te leveren door juist niets te doen. Bijvoorbeeld een concurrentiebeding toepassen.

33
Q

Schuldenaar:

A

de presterende partij

34
Q

Schuldeiser:

A

de partij die recht heeft op de prestatie

35
Q

Relatief recht:

A

Staat uitsluitend voor de vordering dus het recht dat één van de partijen heeft op de prestatie van de wederpartij.

36
Q

Artikel 6:1 BW:

A

Verbintenissen kunnen slechts ontstaan als dit uit de wet voortvloeit. Verbintenissen kunnen ontstaan uit overeenkomsten die mensen met elkaar sluiten.

37
Q

Overeenkomst:

A

een afspraak tussen twee of meer personen waaraan het recht gevolgen verbindt. De overeenkomst is een bron van verbintenissen.

38
Q

Verbintenis wel of niet met overeenkomst?

A

Ook zonder dat de sprake is van een overeenkomst kunnen verbintenissen ontstaan omdat de wet en bepaalde verplichting schept in verband met een feitelijke handeling van de persoon.

39
Q

Eenzijdige rechtshandeling:

A

derde bron van verbintenissen.

40
Q

Verbintenissenrecht in het BW:

A

geregeld in boeken 6, 7 en 7a van het BW. Boek 6 bevat het algemeen deel. Vinden we de belangrijkste bronnen van verbintenissen. Boek 7 wordt een aantal veel voorkomende overeenkomsten nader geregeld zoals de koopovereenkomst de huurovereenkomst in de arbeidsovereenkomsten. Dit zijn de bijzondere overeenkomsten.
Boek 3 geeft algemene regels voor het gehele vermogensrecht dus ook voor het verbintenissenrecht.

41
Q

Kenmerken van verbintenissen:

A

Werking alleen tussen partijen
Geen recht op een goed
Open systeem

42
Q

Werking alleen tussen partijen:

A

Verbintenissen gelden uitsluitend tussen de betrokken partijen

43
Q

Geen recht op een goed:

A

Een verbintenis beschrijf rechtsverhoudingen tussen mensen en scheppen geen rechtstreekse rechten op goederen. Eigendomsrechten ontstaan niet door het sluiten van een overeenkomst maar door levering aan de koper. Door de koopovereenkomst is te kopen nog geen eigenaar van het goed Hij kan het hem zich dus niet zomaar toe eigenen.

44
Q

Open systeem:

A

binnen de grenzen van de wet zijn partijen vrij om overeenkomsten met elkaar te sluiten. De inhoud van de overeenkomst dus de inhoud van verbintenissen die zij scheppen is in beginsel onbegrensd. Door nieuwe overeenkomsten ontstaan telkens weer nieuwe verbintenissen. Door ontwikkelingen in de maatschappij ontstonden er nieuwe verbintenissen. Daarom wordt het verbintenissenrecht wel open en dynamisch genoemd.

45
Q

Handelingsbekwaamheid:

A

mogelijkheid die in het beginsel ieder persoon heeft om een ontastbare rechtshandelingen te verrichten.

46
Q

Onaantastbaar:

A

Iemand anders kan de rechtshandeling niet achteraf vernietigen ofwel ongedaan maken.

Artikel 3:32 lid 1 BW.
Ieder natuurlijk persoon is bekwaam (onaantastbare) rechtshandelingen te verrichten voor zover de wet niet anders bepaald. De wet moet dus aangeven in welke gevallen personen handelingsbekwaam zijn.

47
Q

Minderjarigen:

A

De grootste groep handelingsonbekwamen wordt gevormd door de minderjarigen.

Uit artikel 1:234 lid 1 BW valt af te leiden dat minderjarigen dat wil zeggen ongehuwde jongeren die nog geen 18 jaar zijn in beginsel handelingsonbekwaam zijn. Ook een handelingsonbekwamen brengt geldig rechtshandelingen tot stand de wettelijk vertegenwoordiger oudere van de handelingsonbekwamen kan deze rechtshandelingen echter vernietigen.

48
Q

Toestemming handelingsbekwaamheid minderjarige: er gelden twee uitzonderingen, welke

A

Als hij met toestemming van zijn wettelijk vertegenwoordiger handelt. Staat in lid twee van artikel 1:234 BW
Naarmate de minderjarige ouder wordt wordt hij steeds meer kleine rechtshandelingen handelingsbekwaam. Staat in lid drie van artikel 1:234 BW

49
Q

Handlichting:

A

Als een minderjarige door een uitspraak van rechtbank voor bepaalde rechtshandelingen handelingsbekwaam wordt. Bijvoorbeeld dat een minderjarige het zelfstandig van zijn overleden ouder wil gaan handelen.

50
Q

Curandi

A

meerderjarigen die door de rechtbank onder curatele zijn gesteld. Artikel 1:378 BW kan een meerderjarige onder curatele worden gesteld als hij niet in staat is zijn eigen belangen goed te behartigen of als zijn eigen veiligheid of die van anderen in gevaar brengt. Door een geestelijke stoornis of een verstandelijke beperking of een gewoonte van drank of drugs gebruik.

51
Q

Wie kan om de curatele verzoeken:

A

Familieleden
De instelling die betrokkene begeleidt of waar hij verblijft
Openbaar Ministerie.

52
Q

Beschikking handelingsonbekwaamheid, hoe geregeld?

A

Gaat de rechter in op het verzoek dan volgt een beschikking waarin betrokkene onder curatele wordt gesteld. Het belangrijkste gevolg is dat de curandus handelingsonbekwaam wordt. In de beschikking benoemt de rechter een curator dat is de wettelijk vertegenwoordiger van de curandus.

53
Q

Publicatie onder curatele stelling

A

De onder curatele stelling wordt gepubliceerd in de Staatscourant en in een aantal regionale bladen zodat iedere belanghebbende van de onder curatele stelling kan weten.

Daarnaast wordt iedere rechterlijke uitspraak over een onder curatele stelling opgenomen in de curatele register. Dat is een openbaar register waar iedereen via rechtspraak.nl kennis kan nemen van de informatie die dit register bevat.