Inleidend Recht - 3. Volksvertegenwoordiging en Regering

Question 1

Het staatsrecht

Answer 1

Geeft een beschrijving van de overheidsorganen die ons land besturen. Staatsrecht beschrijft de organisatie van het overheidsgezag in een bepaalde staat.

Question 2

Een staat

Answer 2

Is een samenleving van mensen die wonen op een bepaald stuk grond waar bepaalde rechtsregels gelden die zo nodig door dwang kunnen worden gehandhaafd.

Question 3

Kenmerken staat

Answer 3

Grondgebied (vastgelegd in internationale verdragen)
Inwoners
Bepaalde vorm van overheidsgezag

Question 4

Bronnen staatsrecht

Answer 4

Grondwet (fundamentele rechten ofwel grondrechten)

Organieke wetten (opbouw staatsbestel, zoals kieswet en gemeentewet etc.)

Gewoonte (verhouding tussen kabinet en parlement gebaseerd op vertrouwensleer

Jurisprudentie

Internationale verdragen

Statuut voor het koninkrijk (verhouding delen koninkrijk der Nederlanden in Europa en Caribisch gebied)

Question 5

De volksvertegenwoordiging

Answer 5

De Grondwet noemt de volksvertegenwoordiging plechtig staten-generaal. De staten-generaal bestaat uit twee kamers de eerste kamer en de Tweede Kamer. De taak van deze beide kamers is het vertegenwoordigen van het gehele Nederlandse volk.

Wordt ook wel parlement of de volksvertegenwoordiging genoemd.

Question 6

Volksvertegenwoordiging heeft twee taken

Answer 6

Wetgevende taak (bespreking wetten in formele zin) en een controlerende taak (controlebeleid regering)

Question 7

Tweede Kamer

Answer 7

150 leden voor een periode van vier jaar rechtstreeks gekozen.

Question 8

Actief kiesrecht

Answer 8

Meedoen aan de verkiezingen

Question 9

Passief kiesrecht

Answer 9

Het recht om de volksvertegenwoordigers gekozen te worden.

Question 10

Eerste Kamer

Answer 10

75 leden, worden door de leden van Provinciale Staten en door een kiescollege verkozen door de bewoners van de Caribische Eilanden. Voor vier jaar gekozen

Question 11

Provinciale Staten en kiescollege

Answer 11

Worden rechtstreeks door de kiesgerechtigde burgers gekozen (getrapte verkiezingen)

Question 12

Werkwijze van de kamers

Answer 12

Een groot deel van het politieke werk verrichten kamerleden in kleiner verband bijvoorbeeld in hun fractie en de commissies.

Question 13

Fractie

Answer 13

Is de politieke uitvalsbasis van waaruit een Kamerlid zijn werk doet.

In de wekelijkse fractievergaderingen bepalen Kamerleden hun politieke keuzes en voeren ze overleg met een collega fractiegenoten.

Question 14

Commissieq

Answer 14

In de verschillende commissies wordt het kamerwerk gedaan. Het is een kamer in het klein.

Vaste commissies

Bepaald deelterrein bestuur

Commissies voor
- Onderwijs
- Justitie
- Defensie
- Buitenlandse zaken

Kamerleden uit verschillende fracties

Fractievoorzitters bereiden de plenaire vergaderingen van de Kamer voor.

Question 15

Fractie specialisten

Answer 15

Zijn kamerleden die namens hun fractie het onderwerp van de commissie bijhouden. Zij bereiden De plenaire vergaderingen van de kamer voor, wisselen standpunten uit, komen tot een compromis, beoordelen en controleren wetsvoorstellen en voeren schriftelijk overleg met de minister.

Als het werk goed is gedaan scheelt dat enorm veel tijd in de plenaire vergadering.

Naast gewone vaste commissies zijn er uitgebreide commissievergaderingen (UCV), of is er een commissie dat een parlementaire enquête doet (onderzoek).

Bijzondere commissies worden opgegeven als de opdracht is afgerond.

Question 16

Tweekamerstelsel

Answer 16

Er is in de loop van jaren een accent in de taakverdeling tussen beide kamers ontstaan en taakverdeling die tot ons geschreven staatsrecht behoort.

Question 17

Tweede Kamer

Answer 17

Ligt de nadruk op politiek debat om de keuzes die bij het voeren van beleid worden gemaakt en om de gevolgen die deze keuzes voor de verschillende bevolkingsgroepen hebben.

Question 18

Eerste kamer

Answer 18

Is terughoudend omtrent politiek inhoudelijke vragen. Accent ligt op juridische technische kanten van beleid en wetgeving. Wetsvoorstellen worden getoetst aan internationale verdragen en wordt gekeken of er een nieuw wetsvoorstel past in de totale wetgeving en of het technisch uitvoerbaar is.

Question 19

De regering

Answer 19

Heeft globaal als taak ons land te besturen.

Question 20

Bestuurstaak

Answer 20

Onder de bestuurstaak vallen alle taken die te maken hebben met het ordenen van de samenleving, zoals
Plannen maken
Uitvoeren van wetten

Question 21

Hoogste wetgever

Answer 21

De regering is samen met de eerste en de Tweede Kamer onze hoogste wetgever. Naast de bestuurstaak heeft de regering een wetgevende taak.

Question 22

Minister

Answer 22

Is politiek verantwoordelijk voor de wijze waarop de bestuurstaak wordt uitgevoerd. Staat aan het hoofd van iedere ministerie. Er zijn ook ministers zonder portefeuille, ze dienen een beleidsterrein maar zonder eigen ministerie.

Question 23

Staatssecretaris

Answer 23

Is politiek verantwoordelijk voor het deel van het beleid van voor hij is benoemd. De minister blijft altijd verantwoordelijk voor het totale beleid.

Question 24

Ministerraad

Answer 24

Alle ministers, ook degenen zonder portefeuille maar niet de staatssecretarissen. Worden de hoofdlijnen van het regeringsbeleid vastgesteld. Vergaderd over wetsvoorstellen beleidsplannen ontwerp gedragingen benoemingen van Commissarissen van de koning en van burgemeesters van steden. Belangrijkste bestuurscollege van ons land.

Question 25

Minister-president

Answer 25

Voorzitter van de ministerraad.

Question 26

Taken Minister-president

Answer 26

Stelt de agenda vast voor de ministerraad en de onderraden.
Heeft een coördinerende en een bemiddelende rol.
Gezicht naar buiten van het kabinet.
Wekelijks contact met het staatshoofd.
Maak deel uit van de Europese Raad waarin de regeringsleiders van de lidstaten de hoofdlijnen van het beleid van de unie vaststellen.

Question 27

Het staatshoofd

Answer 27

De koning of de koningin maakt ook deel uit van de regering (de kroon). Grondwet wordt erfelijk vervuld door de wettige opvolgers van Koning Willem 1. Is geen politiek ambtsdrager. Ministers zijn politiek verantwoordelijk voor daden of uitspraak van het staatshoofd.

Question 28

De kabinetsformatie

Answer 28

Procedure dat leidt tot de vorming van een nieuw kabinet.

Question 29

Informateur

Answer 29

Na overleg van de fractievoorzitters benoemt de Tweede Kamer een informateur en geeft deze de opdracht om onderzoek te doen naar vorming van een coalitie.

Na gesprekken met de voorzitters van de fracties in de Tweede Kamer brengt de informateur verlag uit.

Question 30

Formateur

Answer 30

Benoemt de tweede Kamer een formateur, die wordt belast met de vorming van een nieuw kabinet. Hij stelt op basis van het verslag van de informateur en in overleg met de fractievoorzitters een regeerakkoord waarin de hoofdlijnen van het te voeren beleid wordt vastgelegd.

Na beraad volgt beëdiging en de benoeming van de bewindspersonen en wordt aan de bewindspersonen van het oude kabinet ontslag verleend. De formateur wordt de minister president.

Question 31

Regeringsverklaring

Answer 31

Enige dagen na de benoeming legt de minister president namens het kabinet in de Tweede Kamer de regeringsverklaring af, waarin hij de hoofdlijnen van het beleid van het nieuwe kabinet schetst.

Question 32

Kabinetsformatie

Answer 32

Kabinetsformatie
1. kabinet demissionair
2. adviesronde: consultatie fractievoorzitters
3. benoeming informateur
4. benoeming formateur
5, constituerend beraad
6. benoeming en beëdiging van de bewindspersonen
7. regeringsverklaring in de Tweede Kamer.