Inleidend Recht - 8. Materieel Strafrecht Flashcards
Het materieel strafrecht
Beschrijft de strafbare gedragingen, geeft aan in welke gevallen en daar de strafbaar is en bepaald, welke straffen kunnen worden opgelegd. Geregeld in het wetboek van strafrecht.
Deelneming
Verschillende vormen van betrokkenheid bij een strafbaar feit, zoals uitlokking, doen plegen, medeplegen en medeplichtigheid.
Strafuitsluiting
Beschrijf de juridische redenen waarom daar is die wel een strafbaar feit hebben gepleegd toch niet gestraft worden. De strafuitsluitingsgronden sluiten de strafbaarheid uit.
Overhevelen menselijke gedragingen
In het materieel strafrecht wordt een aantal menselijk gedragingen uit de privé sfeer gehaald en overgeheveld naar het publiekrecht.
Artikel 16 van de Grondwet en Artikel 1 Sr formuleren het legaliteitsbeginsel in het strafrecht
En welke drie elementen
Geen feit is strafbaar dan uit kracht van een daaraan voorafgaande wettelijke strafbepaling.
- Voorafgaand
- Geen gewoonte of analogie
- Wet in Materiele zin
Betekenis analogie:
De rechter heeft een wettelijke regeling die hij oprekt zodat ook niet een wettelijk geregeld gedrag eronder valt als twee gedragingen sterk op elkaar lijken.
De wet tekst mag hij niet te ruim interpreteren.
Materieel strafrecht bestaat uit twee delen
Materieel strafrecht bestaat uit twee delen
1. Algemene bepalingen
2. Strafbepalingen
Algemene bepalingen
Bevat voorschriften die op alle strafbepalingen van toepassingen zijn zoals de verschillende deelnemingsvormen De poging en de straf en maatregelingen (Boek 1 van het Wetboek Strafrecht)
Strafbepalingen
Beschrijven van verboden gedrag met de maximumstraf erbij zoals diefstal verkrachting moord en vernieling. (Boeken 2 en 3 van het wetboek van strafrecht bevatten zo’n 400 strafbepalingen)
Ook bijzondere bestuurswetten bevatten strafbepalingen
Opiumwet
Wet wapens en munitie
Wet op de economische delicten
Wegenverkeerswet
Lagere regelingen zoals algemene maatregelen van bestuur, Provinciale verordeningen, gemeentelijke verordeningen en waterschapsverordeningen
Bijzondere wetten
De opiumwet en de wet wapens en munitie en nog veel andere wetten worden bijzondere wetten genoemd.
Deze wetten regelen een bepaald onderwerp zoals drugs wapens of de toelating van vreemdelingen.
Deze bijzondere wetten bestaan vooral uit bestuursrecht maar ook vaak bevatten hun slotbepalingen ook enig strafrecht, vanwege een overtreding op een aantal verboden in de bijzondere straf is gesteld.
(Artikel 10 Opiumwet en Artikel 54 en 55 Wapens en Munitie)
Strafbare feiten.
Delicten
In het wetboek van strafrecht staan de misdrijven in boek 2 en de overtredingen in boek 3. Het verschil is van belang omdat de wet er verschillende gevolgen aan verbindt. Wat is het verschil?
Misdrijven: zwaardere strafbare feiten. Rechtsdelicten: verboden gedragingen de rechtsorde geschonden. Moord verkrachting en vernielingen diefstal. Misdrijven door rechters van de sector strafrecht van de rechtbank worden bericht en medeplichtigheid bij een poging tot een misdrijf is wel strafbaar.
Overtredingen: lichte strafbare feiten. Regelende ordenende functie. Zijn strafbaar om wanorde te voorkomen. Wetsdelicten. Poging en medeplichtigheid bij een overtreding is niet strafbaar en de kantonrechter bevoegd om overtredingen te behandelen.
Opbouw van een strafbepaling
De delictsomschrijving of gedraging (begint met ‘Hij die’ en eindigt met ‘toe te eigenen’)
Kwalificatie (naam van verboden gedrag)
Sanctienorm (maximum straf die de rechter voor dit strafbaar feit op mag leggen)
Opbouw Delictomschrijving
De delictsomschrijving is opgebouwd uit zinsdelen die bestanddelen worden genoemd (zie artikel 310 Sr).
Wanneer is er een strafbaar feit?
Alleen als alle bestanddelen van de delictsomschrijving door het Openbaar Ministerie kunnen worden bewezen is er een strafbaar feit.
Er gelden nog twee algemene voorwaarden voor strafbaarheid.
Namelijk wederrechtelijkheid en schuld.
Dit worden de elementen genoemd.
Schuld
De daad moet verwijtbaar zijn en de dader moet de schuld treffen.
wederrechtelijkheid.
Dat wil zeggen dat gedragingen in strijd is met het recht.
De dader
Met de dader in het strafrecht wordt de persoon bedoeld aan wie de strafbare gedragingen kan worden toegerekend. Mensen en bedrijven en instellingen kunnen dader zijn.
Door wie kunnen strafbare feiten worden begaan?
Artikel 51 Sr stelt dat strafbare feiten kunnen worden begaan door natuurlijk personen en rechtspersonen.
Natuurlijke personen:
Mensen van vlees en bloed
Rechts personen:
Bedrijven en instellingen die een zelfstandig leven leiden in het recht.
Rechtspersoon naar burgerlijk recht
Naamloze en besloten vennootschap
Vereniging
Stichting
Wat wordt bedoeld met uitbreiding van begrip rechtspersoon
Lid 3 van artikel 51 Sr bereid het begrip rechtspersoon voor het strafrecht uit zodat ook andere bedrijven dan naamloze en besloten vennootschappen als dader gestraft kunnen worden.
Strafbaarheid van een rechtspersoon in een juridische constructie.
Als de dader een rechtspersoon is dan wordt het allemaal wat ingewikkeld tegen wie de strafvervolging kan worden ingesteld.
Een rechtspersoon is een juridische constructie.
Handelingen van de rechtspersoon worden verricht door mensen die de rechtspersoon vertegenwoordigen.
Criteria strafbaarheid toerekenen aan de rechtspersoon
(Artikel 51 Sr sluit de strafbaarheid van publieke rechtspersonen niet uit. Er is op basis van de jurisprudentie een praktijk gegroeid waarin strafrechtelijke vervolging van publieke rechtspersonen maar in zeer beperkte mate mogelijk is.)
Strafbaar gedrag is verricht door een orgaan van de rechts persoon. Wie verrichtte het strafbare feit en was deze bevoegd om de rechtspersoon te vertegenwoordigen
De vraag of de strafbare gedraging past binnen het doel van de rechts persoon.
Past deze binnen de activiteit van de rechtse persoon
Wordt de rechtspersoon gebaat door het strafbaar gedrag
Hoe stelt de rechter vast hoe een strafbaar feit aan de rechtspersoon kan worden toegerekend?
En wat zijn de vervolgstappen.
Wat is de straf?
Door wie wordt de rechtspersoon vertegenwoordigd?
Drie criteria strafbaarheid toekennen.
In geval van wordt de rechtspersoon gedagvaard en berecht.
Een vrijheidsstraf voor een rechtspersoon is niet mogelijk en meestal bestaat de op te leggen straf uit een geldboete.
Tijdens de rechtszitting wordt de rechtspersoon vertegenwoordigd door een bestuurder van de rechtspersoon.