Inleidend Recht - 5. Wetgeving Flashcards
Staatsleer van de filosoof dat veel invloed heeft gehad op de inrichting van de staat
Staatsleer van filosoof Montesquieu (1689-1755)
3 overheidsfuncties
Wetgeving
Bestuur
Rechtspraak
de leer van de machtenscheiding, hoe is deze ingericht?
Inrichting van de staat levert een bijdrage aan de vrijheid en rechtszekerheid van de burgers.
Dit doormiddel van de Trias Politica of de leer van de machtenscheiding, namelijk wetgeving bestuur en rechtspraak.
Kenmerk Trias Politica
Kenmerk Trias Politica: Bij iedere staatsorgaan hoort een specifieke functie.
Samenwerking tussen de verschillende organen is niet gewenst.
Machtsevenwicht
Ons stelsel heeft geen machtenscheiding wel machtsevenwicht.
Functies zijn niet totaal van elkaar gescheiden en werken in sommige gevallen samen. Invloed van montesquieu is merkbaar.
Door machtsevenwicht van de drie belangrijkste overheidsorganen:
Door machtsevenwicht van de drie belangrijkste overheidsorganen
- De volksvertegenwoordiging
- De regering
- De rechterlijke macht
Deze hebben een gelijkwaardige positie.
Decentralisatie:
Wetgevende en bestuurlijke bevoegdheden zijn over verschillende overheids niveaus verspreid.
Territoriaal gericht:
Wetgevende en bestuurlijke bevoegdheden zijn dan in handen van de overheidsorgaan dat verantwoordelijk is voor een afgebakend gebied.
Bijvoorbeeld de bevoegdheden van een bestuur gemeente of provincie.
Functionele decentralisatie:
publieke bevoegdheden bij een overheidsorgaan dat zich door het hele land bezighoudt met een bepaald onderdeel van de overheidstaak.
Mengvorm territoriaal en functioneel decentralisatie:
Overheidsinstelling die de zorg heeft over een bepaald deel in ons land.
Bijvoorbeeld de waterschap, waarin de taken en bevoegdheden zijn geregeld in de waterschapswet.
Gedecentraliseerde eenheidsstaat:
Nederland is een gedecentraliseerde staat omdat de overheids taken en bevoegdheden over verschillende overheids niveaus zijn verdeeld.
Voordeel het voorkomt machtsconcentratie en staat dicht bij de burger.
Nadeel de overheid vormt niet echt een eenheid.
Eenheidsstaat:
Centrale overheid heeft de zwaarste bevoegdheid als het gaat om het bewaken van de eenheid en houdt toezicht op de lage organen en zonodig bevoegdheden van een lagere overheidsorganen naar zich toe halen.
Bondsstaten of federaties:
Deelstaten zijn veel zelfstandiger dan onze provincies en gemeenten.
De statenbond:
Zijn zelfstandige Staten die hun krachten op bepaalde terreinen hebben gebundeld (bijv. defensie).
De gang van een wetsontwerp, toelichting over;
De totstandkoming van de wet in formele zin.
Wetten in formele zin worden gemaakt door
Samenwerking tussen de regering en de volksvertegenwoordiging en zijn samen de wetgevende macht.
De totstandkoming van de wet in formele zin.
Waar voldoet een wet aan
Het moet passen in het geheel van de wetgeving
Goed uitvoerbaar zijn
Draagvlak onder de betrokken burgers
Rekening houden met opgebouwde rechten van burgers
Uitvoering van de voorbereiding wet
In opdracht van een minister wordt de wet uitvoerig voorbereid door ambtenaren op zijn ministerie. Ambtenaren voor een overleg met belangenorganisaties en bekijken de juridische technische kanten en komen met een concept tekst voor het wetsvoorstel.
Goedkeuring van de wet
Goedkeuring ministerraad, deze stemt in met het wetsvoorstel en de Raad van State breng een advies over het voorstel uit.
‘memorie van toelichting’
Via het staatshoofd gaat het wetsontwerp ter goedkeuring naar de Tweede Kamer. Waarbij een toelichting van de minister volgt dit wordt de ‘memorie van toelichting’ genoemd.
Wetsvoorstel in behandeling Tweede Kamer:
> Behandeling fractiespecialisten in een vaste commissie
> Voorlopig verslag vaste commissie met oordeel over het wetsontwerp en de vragen over het ontwerp
> Reactie van ministerie met een ‘nota naar aanleiding van het verslag’
> Of een ‘nota van wijziging’ waarin hij veranderingen in het wetsvoorstel aanbrengt
> Eventuele wisseling van stukken tussen de commissie en de minister
> Commissie behandeling wordt afgerond met het eindverslag van de commissie
> Bespreking van het wetsvoorstel in de plenaire vergadering met het recht van amendement van de Tweede Kamer waarin ze zelfstandig wijzigingen aan kan brengen in een wetsvoorstel.
> Minister mag zijn wetsvoorstel intrekken voordat het naar de eerste Kamer gaat.
> Stemming van de kamer over eventuele amendementen en over het wetsvoorstel als geheel.
Wetsvoorstel ter goedkeuring naar de eerste Kamer.
> Er volgt een plenaire behandeling zonder recht van amendement met twee mogelijkheden het wetsvoorstel aanvaarden of verwerpen. Terugsturen is niet mogelijk.
> Indien de minister merkt dat zijn wetsvoorstel zal worden verworpen omdat men op een bepaald punt niet akkoord gaat dan biedt hij een ‘novelle’ aan. Dat is een nieuw wetsvoorstel waar in het oude voorstel meteen beste invoering al gewijzigd wordt
> Een ‘novelle’ wordt door alle organen met spoed behandeld zodat de wet en de wetswijziging gelijktijdig in werking kunnen treden (samenwerking ministerraad, Raad van State, Tweede Kamer en eerste Kamer)
Ondertekening en bekendmaking
> Staatshoofd de betrokken minister en minister van Justitie teken het wetsvoorstel.
> Minister van Justitie is verantwoordelijk voor de bekendmaking van de wet door publicatie in het staatsblad en verschijnt via overheid.nl.
De wet treed in werking op de eerste dag van de tweede maand na de datum van bekendmaking
Recht van initiatief:
de Tweede Kamer heeft het recht een wetsvoorstel in te dienen met instemming van regering Tweede Kamer en Eerste Kamer en de Raad van State wordt gehoord.