Inleidend Recht - 6. Rechtspraak Flashcards

1
Q

De rechtspraak

A

Is nodig voor het goed functioneren van een samenleving. De naleving van wetten en andere regels moet kunnen worden afgedwongen anders verliest het zijn kracht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Rechters

A

Rechters geven hun oordeel over gedragingen van overheidsorganen. Zij nemen een onafhankelijke positie ten opzichte van de overheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Proces van rechtsvinding:

A

Proces waarin de rechter tot een beslissing komt over een aan hem voorgelegd geval dmv interpretatie methode waaraan een wettekst kan worden uitgelegd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

De rechterlijke macht:

A

Bestaat uit rechters en uit leden die niet met een rechtspraak zijn belast.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

De niet rechtsprekende leden van de rechterlijke mach

A

Zijn de leden van het openbaar ministerie zoals officieren van justitie advocaten-generaal en procureurs Generaal. Zij vervolgen de verdachte en de door de rechter opgelegde straffen ten uitvoer.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Staande magistratuur:

A

Het openbaar ministerie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Zittende magistratuur:

A

De rechters

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

De leden van het OM, functie?

A

Werken bij het overheidsapparaat waarvoor de ministerie van Justitie politiek verantwoordelijk is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

De rechtsprekende leden van de rechterlijke macht, functie?

A

Ze passen de wet toe en zijn onafhankelijk van iedere vorm van overheidsgezag.

De rechtsprekende leden van de rechterlijke macht staan onafhankelijk ten opzichte van de regering.

De onafhankelijkheid is geregeld in de Grondwet.

De rechtbank moet rechtsbescherming bieden ook bij zaken tegen de overheid tegelijkertijd moet ze de vrije beleidsruimte van de overheid respecteren daarom past de rechter terughoudendheid toe.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Benoeming rechters voor het leven, welk artikel en omschrijving:

A

Artikel 117 lid 1 stelt dat rechters voor het leven worden benoemd ze kunnen uitsluitend worden geschorst of ontslagen door de Hoge raad en dus niet door de regering of door de volksvertegenwoordiging.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Arbeidsvoorwaarden rechtspositie van rechters bij wet, welk artikel en omschrijving:

A

lid 4 van artikel 117 grondwet geeft aan dat de rechtspositie van de rechters bij wet moet worden geregeld.

Salaris vakantiedagen en promotiemogelijkheden moeten dus allemaal bij wet worden geregeld.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Controle door hoger beroep in cassatie:

A

de onafhankelijke positie van de rechters betekent niet dat er geen controle op de rechtspraak is. Dat zou in strijd zijn met de belangrijke basisregel van onze staatsinrichting: geen bevoegdheid zonder verantwoordingsplicht.

Controle op rechterlijke macht en uitspraken is aanwezig doordat tegen een uitspraak hoger beroep en cassatie mogelijk is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Beroep:

A

hoge rechter bekijk de zaak opnieuw en doet een nieuwe afspraak.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

De procureur-generaal bij de Hoge Raad

A

Is belast met vervolging van ministers en staatssecretarissen als zij worden verdacht van een misdrijf. Ze hebben ook een onafhankelijke positie en een benoeming voor het leven (bij wet geregelde rechtspositie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Kenmerken van de Nederlandse rechtspraak:

A

Openbaar
Motivering
Hoger beroep en cassatie
Hoor en wederhoor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Openbaar:

A

Terechtzittingen vinden in het openbaar plaats behalve tegen minderjarige verdachten en burgerlijke rechtszaken en het personen en familierecht.

Bescherming van de privacy weegt zwaarder dan het uitgangspunt van de openbaarheid.

Ook als een zaak achter gesloten deuren wordt behandeld wordt de rechterlijke uitspraak in het openbaar gedaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Motivering:

A

Rechter moet zijn uitspraken duidelijk motiveren. Deze motivatieplicht betekent dat de rechter in zijn vonnis aan moet geven op grond van welke argumenten hij tot zijn uitspraak is gekomen zodat de procespartijen weten waarom het vonnis zo is uitgevallen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Hoger beroep en cassatie:

A

Hoger beroep is in alle gevallen mogelijk. Dit wil zeggen dat de betrokkenen of betrokkene het gewezen vonnis aan Het oordeel van een of meer rechters van een hoge College voorlegt.

Het kan twee kanten opgaan: het bestreden vonnis wordt instant gelaten of het wordt vernietigd.

Een hogerberoepsrechter doet meteen een nieuwe uitspraak.

In burgerlijke zaken en in strafzaken is in veel gevallen naar het beroep ook nog cassatie mogelijk bij de Hoge Raad.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Hoor en wederhoor:

A

Alle rechtstreeks betrokken partijen in de gelegenheid gesteld om een visie op de zaak te geven zodat daarna de rechter het vonnis kan geven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

De rechterlijke organisatie, hoe vastgelegd in wet en inrichting

A

Vastgelegd in de wet op de rechterlijke organisatie (Wet RO) en de wet op de rechterlijke indeling.

Er zijn 11 rechtbanken, 4 gerechtshoven en een Hoge Raad.

21
Q

Rechtbank:

A

Komt voor in het bestuursrecht, strafrecht en het burgerlijk recht.

22
Q

Bestuurskamer:

A

Kunnen burgers en bedrijven terecht die het niet eens zijn met het besluit van een bestuursorgaan;

> College van burgemeesters en wethouders
Uitkeringsorganen werknemersverzekeringen
Sociale Verzekeringsbank
Minister

23
Q

Bezwaar en beroep (bestuursrecht)

A

In het bestuursrecht geldt in veel gevallen de regel dat de persoon die een beroep wil gaan eerst bezwaar moet maken bij bestuursorgaan die het besluit genomen heeft. Indien dit niets oplevert kan de betrokkene beroep instellen bij de rechtbank.

24
Q

Strafkamer van de rechtbank

A

Behandelt zaken tegen verdachten. Taak van de strafrechter om vast te stellen of wettig en overtuigend bewijs is dat de verdachte het strafbaar feit heeft gepleegd dat hem door het openbaar ministerie ten laste is gelegd.

25
Q

Civiele kamer:

A

Zaken behandelt uit het burgerlijk recht. Tot de civiele kamers behoort ook de familiekamer.

26
Q

Kanton kamer:

A

Behandelt de relatief kleine strafzaken en civiele zaken.

Zijn bevoegd om verdachte van overtredingen lichte strafbare feiten te berechten.
Vorderingen tot €25000

Alle vorderingen ongeacht de hoogte uit arbeid huurkoop pacht consumentenkoop en consumentenkrediet

27
Q

Gerechtshof.

A

De vier gerechtshoven fungeren vooral als hogerberoepsorgaan voor civiele en strafrechtelijke uitspraken van de rechtbanken (inclusief de sector kanton)

28
Q

Pachtkamer:

A

Het gerechtshof in Arnhem Leeuwarden heeft een pachtkamer waar hoger beroep kan worden ingesteld tegen uitspraak van de pachtkamer van de Kartonkamer.

29
Q

Hoge Raad:

A

Heeft als belangrijkste taak de cassatierechtspraak.

Na het hoger beroep kan men in strafzaken civiele zaken en belastingzaken doorgaans nog cassatie instellen bij de hoge raad.

De uitspraak in hoger beroep wordt voorgelegd aan de hoge raad die de bestreden uitspraak in stand laat of vernietigd (casseert).

30
Q

Cassatie is alleen mogelijk wegens;

A

Verzuim van vormen en schending van het recht.

Het gaat bij de hoge raad anders gezegd alleen om juridische kwesties over de uitleg of de toepassing van een bepaald met artikel.

31
Q

Bestreden vonnis of arrest wordt vernietigd, wat doet dan de Hoge Raad?

A

Als het bestreden vonnis of arrest wordt vernietigd kan de hoge raad zelf een nieuwe uitspraak doen of voor het doen van een uitspraak doorverwijzen naar een van de vier gerechtshoven.

Sinds 2012 kan de hoge raad in bepaalde gevallen op verzoek van een lagere rechter antwoord geven op een rechtsvraag.

32
Q

Raad voor de rechtspraak:

A

De raad bemoeit zich niet met inhoud van de rechtspraak maar met de organisatie daarvan.

Bevorderen dat de gerechten hun rechtsprekende taak goed kunnen vervullen.

Hij behartigt het extern gemeenschappelijke belang van de gerechten
gerechten overstijgende voorzieningen en op bedrijfsvoering en financieel beheer.

Geeft de nodig algemene aanwijzingen op het gebied van de bedrijfsvoering.

Het is daarbij ook nog eens de woordvoerder van de rechtspraak in het politieke en maatschappelijke debat.

33
Q

Rechterlijke indeling en aantal vestingsplaatsen:

A

Zie pagina 103 met een overzicht van de rechterlijke instanties.

> Kantonrechter
Overige kamers van de rechtbank
Hof
Hoge Raad

Vrijwel alle gerechten met uitzondering van de rechtbank Amsterdam het gerechtshof arnhem-leeuwarden en de hoge raad hebben verschillende vestigingsplaatsen zodat op 32 plaatsen verspreid over het land recht wordt gesproken. Zie ook rechtspraak.nl

34
Q

Kantonrechter

A

Strafzaken > overtredingen

Burgerlijke zaken > alle vorderingen tot EUR 25.000 / huur, huurkoop, pacht, arbeid, consumentenkoop, consumentenkrediet, ongeacht de hoogte van de vordering

35
Q

Overige kamers van de rechtbank

A

Strafzaken > misdrijven

Burgerlijke zaken > alle andere vorderingen

Bestuurszaken > bijna alle zaken na bezwaarschrift

36
Q

Hof

A

Strafzaken > hoger beroep van vonnissen van rechtbank en van kantonrechter

Burgerlijke zaken > hoger beroep van vonnissen van rechtbank en kantonrechter

Bestuurszaken > belastingzaken

37
Q

Hoge Raad

A

Strafzaken > Cassatie

Burgelijke zaken > Cassatie

38
Q

Burgerlijk rechtspraak:

A

De initiatiefnemer de partij wordt de eiser / verzoeker genoemd.

De wederpartij heet gedaagde / verweerder.

Conflicten over eigendom erfdienstbaarheid schadevergoeding en bijvoorbeeld het nakomen van een overeenkomst voor de burgerlijke rechter berecht.

Bevoegd als een van de partijen in conflict is met een overheidsorgaan.

Familie zaken zoals echtscheidingen en gezags regelingen over een minderjarige.

Relatieve competentie: als uitgangspunt geldt de woonplaats van de gedachte.

Het verloop van de burgerlijke rechtspraak

39
Q

Het verloop van de burgerlijke rechtspraak

A

Wordt geregeld in het wetboek van burgerlijke rechtsvordering (Rv).

40
Q

Strafrechtspraak:

A

Het is aan het openbaar ministerie om te beslissen of het verdachte ter terechtzitting wordt gedagvaard.

Zodat een rechter een oordeel kan geven over de verdenking die het OM jegens de verdachte koestert en hem zo nodig een straf op kan leggen.

Relatieve competentie: de plaats van het feit is begaan en de woonplaats van de verdachte

Is geregeld in het wetboek van Strafvordering (Sv)

41
Q

Bestuursrechtspraak:

A

Legt een Burger een bedrijf of een instelling een besluit van een bestuursorgaan voor een rechter.

Conflicten over besluiten van bestuursorganen worden bestuurs geschillen genoemd.

De meeste worden voorgelegd aan de sector bestuursrecht van de arrondissementsrechtbank

Relatieve competentie, twee uitgangspunten:
> voor regionale en plaatselijke bestuursorganen is bepalend de vestigingsplaats van het bestuursorgaan dat het bestreden besluit genomen heeft.
> Voor een landelijk bestuursorgaan geld de woonplaats van de belanghebbende.

Verloop van een bestuursrecht zaak is geregeld in de Algemene Wet bestuursrecht (AWB)

42
Q

Karakter van burgerlijke rechtspraak

A

strafrechtspraak en bestuursrechtspraak.

Zie pagina 105 met een overzicht van de rechtspraak

43
Q

Rechtsvinding:

A

Werk van de rechter bestaat uit rechtsvinding ofwel het recht toepassen op een concreet geval. Als de wet duidelijk is kan het proces van rechtsvinding kort zijn ofwel het toepassen van de wetsartikelen die op het geschil van toepassing zijn.

44
Q

Interpreteren:

A

Als de wet niet duidelijk is moet de rechter de wet uitleggen er zijn vijf interpretatie methoden.

45
Q

Grammaticaal interpreteert

A

Grammaticaal - taalkundige betekenis tekst van de wet

46
Q

Systematische interpretatie

A

Plaats die het wetsartikel inneemt in de totale wet, bijvoorbeeld hoofdstuk interpreteren waartoe het wetsartikel behoort

47
Q

Wet historische interpretatie

A

Ontstaansgeschiedenis van de wet, ofwel de wet in formele zin zijn de memorie van toelichting en een verslag van de parlementaire behandeling van de wet van belang plus de bedoeling van de minister en vragen van kamerleden.

48
Q

Anticiperende toelichting

A

Anticiperend - toekomstige wetgeving en speelt in op een wet waarvan hij weet dat deze binnenkort van kracht zal worden

49
Q

Teleologische interpretatie

A

De maatschappelijke context waarin de wet functioneert