Inleidend Recht - 13. Verbintenissen uit de wet Flashcards

1
Q

Verbintenissen bestaan uit

*rechtstreeks..
*mensen

A

Rechtstreeks uit de wet
Overeenkomsten die mensen met elkaar sluiten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Onrechtmatige daad is de belangrijkste bron van verbintenissen uit de wet

*verplicht
*verbintenis tussen
*vergoeding van
*in strijd met

A

Artikel 6:162 BW

Geeft aan dat iemand die een onrechtmatige daad pleegt verplicht is de daardoor ons daar de schade te vergoeden

Er komt een verbintenis tot stand tussen dader en gedupeerde

De pleger is verplicht de schade aan de gedupeerde te vergoeden

Onrechtmatige daad is het doen of laten in strijd met het geschreven of ongeschreven recht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Drie verbintenissen uit de wet

A

Zaakwaarneming
Onverschuldigde betaling
Ongerechtvaardigde verrijking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Begrip onrechtmatig

3 elementen
*inbreuk
*doen of nalaten 2x
criteria
*inbreuk op

A

Artikel 6:162 lid 2 BW
Bestaat uit drie elementen

  1. Inbreuk op een recht van een ander
  2. Doen of nalaten in strijd met een wettelijke plicht
  3. Doen of nalaten in strijd met hetgeen volgens ons geschreven recht in het maatschappelijke verkeer betaamt

Veel onrechtmatige gedragingen vallen onder de eerste en de tweede onrechtmatigheids criteria.

Vanwege inbreuk op eigendomsrecht en dat het in strijd is met een wettelijke plicht

Zie voorbeeld pagina 257

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Inbreuk op het recht van een ander:

*criterium
*inbreuk op
*voorbeeld

A

Is het eerste onrechtmatigheid criterium

Inbreuk maken op diens eigendomsrecht.

Voorbeeld: Iets stuk maken van iemand anders, of zonder toestemming van iemand zijn eigendom gebruik maken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Doen of nalaten in strijd met een wettelijke plicht:

*criterium
*feiten

A

Het tweede onrechtmatigheid criterium

Het plegen van strafbare feiten
Niet alleen voor het strafrecht van toepassing, maar ook met het slachtoffer van het misdrijf welke schadevergoeding wil ontvangen

Artikel 350 Sr

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Doen of nalaten in strijd met hetgeen volgens ongeschreven recht in het maatschappelijke verkeer betaamt

*criterium
*recht
*normen maatschappelijk
*beoordeling door
*kernthema’s

A

Het derde en laatste onrechtmatigheid criterium

Gaat om een doen of laten in strijd met het ongeschreven recht

Is niet in strijd met wet maar wel met de zorgvuldigheidsnormen die in het maatschappelijk verkeer gelden

Rechters zullen van geval tot geval beoordelen of het wel of niet in het derde onrechtmatigheid criterium valt

Richt zich op twee kernthema’s: onjuiste belangenafweging en gevaarzetting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Onjuist belangenafweging:

A

als de pleger van de onrechtmatige daad bij het behartigen van zijn eigen belangen voor onvoldoende de belangen van anderen in het oog heeft gehouden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Gevaarzetting;

A

als iemand een gevaar voor een andere in het leven heeft geroepen terwijl hij dit met enige inspanning had kunnen voorkomen of beperken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Rechtvaardigingsgrond:

*behoudens
*karakter
*opgeheven
*in de zin van

A

Lid 2 van artikel 6:162 BW

Behoudens een rechtvaardigheidsgrond

Een gedraging heeft een onrechtmatig karakter

Maar wordt opgeheven door de aanwezigheid van een rechtvaardigingsgrond

Een rechtvaardigingsgrond is overmacht in de zin van noodtoestand, noodweer, wettelijke voorschrift en ambtelijk bevel.

Zie hoofdstuk 8

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Relativiteitseis

*stranden
*gericht op
*norm
*ontbreken af

A

Artikel 6:163 BW

Schadeclaim op grond van onrechtmatige daad kan stranden vanwege een zogeheten relativiteitsvereiste

De aandacht is gericht op het doel van de door de onrechtmatige daad geschonden norm

Indien relativiteitseis ontbreekt, wordt een vordering afgewezen. Zie voorbeeld tandarts, pagina 258

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Drie voorwaarden gelden voor schadevergoeding op grond van een onrechtmatige daad.

A

Artikel 6:162 BW
Schade
Causaal verband
Toerekening

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Schade:

*wanneer vergoeding
*wat wordt vergoed
*hoe gewaardeerd
*aantonen door
*ander woord voor ….schade
*schade ziek of gehandicapt

A

Geen schade dan is er ook geen plaats voor schadevergoeding

In de meeste gevallen alleen vermogensschade vergoed.

Vermogensschade is op geld waardeerbaar, die de gedupeerde door de onrechtmatige daad in zijn vermogen lijdt

Bij het claimen van schade aantonen dat het vermogen met een bepaald bedrag is verminderd door de onrechtmatige daad
Vermogensschade = materiële schade

Voor vergoeding van immateriële schade, ofwel smartengeld is geen vergoeding van verlies en vermogen, maar compensatie voor geleden pijn of verdriet (artikel 6:106 BW)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Oorzakelijk verband tussen daad en schade

*tweede voorwaarde
*gevolg
*voorzien
*toegerekend op
*verwijt
*daad voor rekening
*spreken van

A

Als tweede voorwaarden geld dat er een oorzakelijk verband moet zijn tussen de onrechtmatige daad en de schade.

Daad en schade zijn een logisch gevolg van elkaar

De schade is een direct en onmiddellijk gevolg van de daad. Hiermee wordt bedoeld dat een gevolg waarbij de dader het had kunnen voorzien.

Tenslotte moet de daad aan de dader kunnen worden toegerekend op grond van schuld of risico

Toerekenen op grond van de schuld wil zeggen dat de schade die het gevolg is van de daad voor rekening van de pleger komt omdat hem een verwijt van de daad kan worden gemaakt.

Indien hem geen enkele schuld treft, dan komt de daad voor rekening van de pleger, omdat het BW het risico bij hem ligt. We spreken dan van een risico aansprakelijkheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Vaststellen van de hoogte van de schadevergoeding

*3 voorwaarden

A

Voorwaarden schadevergoeding op grond van onrechtmachtige daad

  1. Schade = vermogensschade
    >geleden verlies,
    >gederfde winst, kosten ter
    >voorkoming van meer schade
  2. Causaal verband tussen daad en schade
  3. Toerekening van de daad > op grond van schuld, op grond van risicoaansprakelijkheid

Er zijn drie voorwaarden voor schadevergoeding, maar dat zegt nog niks over de omvang van de schadevergoeding

Artikel 6:95 BW geeft aanwijzingen over het vaststellen van de hoogte van de schadevergoeding
Zie pagina 260

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Andere vorderingen uit onrechtmatige daad:

*3x

A

Verbod op de onrechtmatige handeling

Rectificatie

Herstel in de oorspronkelijke toestand

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Verbod op de onrechtmatige handeling:

*verbod
*voorbeeld
*verzoek eisende partij
*doel verzoek

A

Artikel 6:168 BW

Een slachtoffer van een dreigende onrechtmatige daad kan de rechter een verbod van het onrechtmatig gedrag vragen

Bijvoorbeeld een straatverbod
De rechter kan op verzoek van de eisende partij een dwangsom opleggen

Deze dwangsom fungeert als een stok achter de deur, zodra een verbod wordt overtreden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Rectificatie

*informatie
*verklaring
*biedt duidelijkheid

A

Artikel 6:167 BW

Is een vordering die kan worden ingesteld als er onjuiste of onvolledig informatie over iemand is verspreid.

Artikel 3:302 BW is een verklaring voor recht, waarin de gedupeerde partij de rechter vraagt om een oordeel of het omstreden gedrag nu wel of niet onrechtmatig is.

Deze biedt duidelijkheid tussen partijen waardoor een partij bereid is om gedrag aan te passen of in te gaan op een schadeclaim

19
Q

Risico aansprakelijkheden

*grond van
*kenmerk
*gevolgen

A

Personen kunnen op grond van risico die de wet hun toedeelt aansprakelijk zijn voor schade uit onrechtmatige daad

Kenmerk is dat de schuldvraag achterwege blijft.

De gevolgen van de daad komen voor de rekening van de betrokkene

20
Q

Aansprakelijkheid van ouders

*aansprakelijk
*wie
*verband

A

Artikel 6:164 BW kinderen tot 14 jaar niet aansprakelijk voor schade voor schade uit onrechtmatige

Op grond van artikel 6:169 BW is de ouder of voogd aansprakelijk voor deze schade

Bij onrechtmatige daad van een kind is er een causaal verband tussen daad en schade, maar de wettelijk vertegenwoordiger van het kind is dan verantwoordelijk voor deze schade

21
Q

Aansprakelijkheid, jongere 14 of 15 jaar oud

*bewijslast
*ouder of voogt
*verwijt
*schade

A

Dan geldt volgens artikel 6:169 lid 2 BW voor de ouders een schuld aansprakelijkheid met omgekeerde bewijslast. Bij schade zijn de ouders aansprakelijk op grond van artikel 6:162 BW.

Ouder of Voogd kan aannemelijk maken dat hem geen verwijt van het gedrag van kind kan worden gemaakt.

Indien zo dan draait het kind zelf voor de schade op.

22
Q

Aansprakelijkheid, jongeren van 16 jaar en ouder

*vermogen
*op grond van
*aansprakelijkheid
*vermogen
*middelen

A

Zijn uitsluitend met hun eigen vermogen aansprakelijk voor de schade die zij met hun onrechtmatige daden verrichten.

Als op grond van artikel 6:164 en 1:169 BW de aansprakelijkheid voor de schade die het kind heeft aangericht niet bij de ouders maar bij het kind ligt kan alleen het vermogen van dit kind worden aangesproken.

Heeft het kind niet voldoende vermogen dan blijft de vordering open staan tot het moment waarop hij wel of voldoende middelen beschikt

23
Q

Aansprakelijkheidsverzekering

*risico
*wie
*bewijslast
*de schuld

A

Om het risico te dekken voor de aansprakelijkheid uit onrechtmatige daad hebben veel mensen voor zichzelf en voor hun kinderen een zogeheten wettelijke aansprakelijkheidsverzekering WA verzekering

De ouders van 14 en 15 jarige kinderen geldt een schuld aansprakelijkheid met omgekeerde bewijslast, waarbij de schuld aannemelijk moet worden gemaakt.

24
Q

Aansprakelijkheid van werkgevers

*aansprakelijkheid, wie

A

Artikel 6:170 BW
Voor schade die aan derde wordt toegebracht en die ontstaat door een fout van een werknemer is de werkgever aansprakelijk

25
Q

Om deze werkgevers aansprakelijkheid te beperken gelden twee voorwaarden

*kans op
*soort zeggenschap
*soort verband
*ten opzichte van de derde

A
  1. De kans op de fout zijn verhoogd door het werk dat werknemer voor de werkgever verricht
  2. De voorwaarden dat de werkgever juridisch zeggenschap heeft over de gedragingen van de werknemer wat binnen de fout wordt gemaakt

Deze twee voorwaarden komen er samen het gevat op neer dat er een functioneel verband moet bestaan tussen de fout en het werk dat de werknemer voor zijn baas verricht. Bestaat er inderdaad zo’n functioneel verband dan is de werkgever ten opzichte van de derde in alle gevallen aansprakelijk voor de schade.

26
Q

Het verweer omtrent de schade omtrent de aansprakelijkheid van werkgevers:

*aansprakelijkheid
*werknemer

A

Het gaat om een risicoaansprakelijkheid dus het verweer dat werkgever geen schuld treft is zinloos

Ook het verweer dat werknemer zich niet aan de instructies heeft gehouden zal de werkgever niet baten.

27
Q

Werknemer blijft buiten schot, tenzij,

*dekt in feite
*ontstaan door

A

De ruime risicoaansprakelijkheid van de werkgever dekt in feite alles schade die bij anderen ontstaat door fouten die de werknemer in de sfeer van zijn werk maakt

Als de schade is ontstaan door opzet of bewuste roekeloosheid van de werknemer kan de werkgever de schade die hij aan het derde heeft uitbetaald vervolgens op de werknemer verhalen

Zie lid drie van artikel 6:170 BW

28
Q

Schade van niet ondergeschikten

*wie
*regeling
*schade ontstaat bij
*terecht bij..

A

Artikel 6:171 BW

Bijvoorbeeld ZZP’ers

Geld een iets afwijkende regeling van aansprakelijkheid.

Als er schade ontstaat bij de uitvoering van een opdracht door een fout van de niet ondergeschikte is ook de opdrachtgever aansprakelijk voor de schade die bij de derde ontstaat

Dus je kunt dan terecht bij de opdrachtgever en de veroorzaker van de schade

29
Q

Het BW kent ook een aantal andere risico aansprakelijkheden

*bezitter van 2x
*product

A

De bezitter van een dier is altijd aansprakelijk voor de schade die dit dier aanricht, zie artikel 6:179 BW

De bezitter van een roerende zaak of een opstal is aansprakelijk voor de schade die deze zaken veroorzaken als ze niet aan de normale eisen voldoen (artikel 6:174 BW

Artikel 6:185 BW stelt de producent aansprakelijk voor de schade die een gebrek in de product veroorzaakt

30
Q

De aansprakelijkheid voor motorrijtuigen

*wvw
*betrokken bij
*tonen
*bewijs

A

Als een rijdend motorrijtuig betrokken is bij een aanrijding of botsing met een fietser voetganger of een stilstaand ander motorrijtuig is de eigenaar of houder van het rijdend motorrijtuig aansprakelijk voor de aangerichte schade

Tenzij hij aan kan tonen dat de spraak is van overmacht
Hier geldt dus een schuld met aansprakelijkheid omgekeerde bewijslast.

31
Q

Indien bij verkeersongevallen bij de partijen schuld hebben aan een ongeval

*evenredighied
*regel jurisprudentie
*mate van fout

A

Artikel 6:101 BW

Schade naar evenredigheid tussen de eigenaar van de motorrijtuig en het slachtoffer verdeeld

Volgens jurisprudentie de regel dat bij ongevallen tussen een motorrijtuig en een fietser of voetganger minstens de helft van de schade voor de eigenaar van het motorrijtuig is.

Voor de andere helft van de schade is bepalend in welke mate de fouten van de eigenaar en de fietser of voetganger aan het ongeval hebben bijgedragen

32
Q

Overige verbintenissen een uit de wet

*bron
*3x

A

Onrechtmatige daad is niet de enige bron van verbintenissen uit de wet
Zaakwaarneming
Onverschuldigde betaling
Ongerechtvaardigde verrijking

33
Q

Zaakwaarneming:

*belangen
*behartigd
*verplicht
*voortzetten

A

artikel 6:198 BW als iemand zonder dat hij toe juridisch verplicht is op redelijke grond andermans belangen behartigd.

Iemand behartigd de zaak zonder dat toe juridisch verplicht te zijn op redelijke grond.

Hierdoor ontstaat er een aantal verbintenissen, waardoor er een verplichting ontstaat om zorgvuldig op te treden en de eenmaal begonnen zaakwaarneming zo mogelijk voort te zetten.

34
Q

Onverschuldigde betaling:

*geld
*verplichting gebaseerd op
*wat wil zeggen

A

Iemand die teveel geld ontvangt op zijn rekening is verplicht het teveel betaalde terug te betalen. Deze verplichting is gebaseerd op onverschuldigde betaling (artikel 6:203 BW). Onverschuldigd betalen wil zeggen presteren zonder rechtsgrond.

35
Q

Ongerechtvaardigde verrijking:

*iemand
*grond
*verplicht

A

is iemand ongerechtvaardigd dat wil zeggen zonder een redelijke grond verrijkt ten koste van een ander dan is degene die verrijkt is verplicht de ander voor zover dit redelijk is schade te vergoeden (artikel 6:212 BW)

*voorbeeld bouwen op grond van iemand anders, zie pagina 267

36
Q

Risicoaansprakelijkheid
*andere benaming
*vorm van…niet gebaseerd op..
*maar op….
*het houd in….
*zonder dat er sprake is van..
*sprake van….waarin …… geen rol speelt
*gaat vaak niet om het eigen ….. of …..
*maar om….. of…. volgens de wet
*onderscheid schuldaansprakelijkheid

Zie ook samenvatting voor meer voorbeelden

A

Risicoaansprakelijkheid, of kwalitatieve aansprakelijkheid, is een vorm van aansprakelijkheid die niet gebaseerd is op schuld of verwijtbaarheid, maar op een bepaalde rol, hoedanigheid of kwaliteit. Het houdt in dat men aansprakelijk is voor de schade die een ander lijdt, zonder dat er sprake is van schuld of verwijt door degene die aansprakelijk wordt gesteld.

Bij risicoaansprakelijkheid is er sprake van onrechtmatige daad waarin ‘schuld’ geen rol speelt. Het gaat hierbij vaak niet om eigen handelen of nalaten maar om personen of zaken waar je volgens de wet voor moet instaan. Zoals bijvoorbeeld schade gemaakt door je kind, of een dakpan die van je dak waait. Je hoedanigheid als eigenaar, ouder of dierenbezitter, bepaalt dat je een aansprakelijkheidsrisico loopt.
Kwalitatieve aansprakelijkheid is een vorm van aansprakelijkheid zonder dat je er zelf schuld aan hebt en zonder dat jou iets verwijten valt.

Risicoaansprakelijkheid onderscheidt zich van schuldaansprakelijkheid, waarvoor vereist is dat aan de dader een verwijt van zijn of haar handelen of nalaten kan worden gemaakt.

37
Q

Kwalitatieve aansprakelijkheid versus risico-aansprakelijkheid

Zie samenvatting, voor uitgebreide toelichting!

Arrest struikelende broodbezorger

A

Bij kwalitatieve aansprakelijkheid[1] is er sprake van aansprakelijkheid op grond van een speciale relatie (kwalitatieve band) met een onroerende of roerende zaak of een persoon (dader of slachtoffer), namelijk op grond van iemands kwaliteit als toezichthouder op deze zaak of persoon. Hierbij is er noch onrechtmatigheid noch schuld vereist, want de aansprakelijkheid is gekoppeld aan het hebben van deze kwaliteit en niet aan de fout.[2]

Een voorbeeld van een kwalitatieve band is de band tussen de bestuurde of (indien er een houder is) de houder van een motorrijtuig en zijn motorrijtuig.[3] Deze eigenaar of houder is in die hoedanigheid aansprakelijk, ongeacht de vraag of hij zelf bestuurder was.[4]
Niet alle kwalitatieve aansprakelijkheden zijn risicoaansprakelijkheden, bij foutaansprakelijkheid kan er namelijk ook sprake van zijn, maar alle risicoaansprakelijkheden zijn altijd kwalitatieve aansprakelijkheden.[5]

38
Q

Verschillende verbintenissen die uit de wet voortvloeien

A

Art. 6:162 BW Onrechtmatige daad
Art. 6:198 BW Zaakwaarneming
Art. 6:203 BW Onverschuldigde betaling
Art. 6:212 BW Ongerechtvaardigde verrijking

39
Q

Art. 6:162 BW Onrechtmatige daad

A

Onrechtmatige daad. Iemand die schade heeft geleden als gevolg van het onbehoorlijke gedrag van iemand anders kan schadevergoeding vorderen, die de ander moet betalen.

40
Q

Art. 6:198 BW: Zaakwaarneming.

A

Als iemand vrijwillig, zonder specifieke opdracht, de belangen van een ander waarneemt, verbindt de wet daaraan een aantal gevolgen. Degene die de belangen waarnam, moet de eenmaal aangevangen zaakwaarneming op een behoorlijke manier voortzetten. Daartegenover staat dat de degene voor wie werd waargenomen het recht heeft op vergoeding van mogelijke geleden schade.

41
Q

Art. 6:203 BW: Onverschuldigde betaling.

A

Verplichting tot teruggave van hetgeen ‘onverschuldigd is betaald’. Een onverschuldigde betaling is het zonder rechtsgrond presteren, zoals het betalen van geld, overdragen van goederen of verlenen van diensten. U hebt bijvoorbeeld een geldbedrag overgemaakt aan een verkeerde persoon. Die persoon moet dit bedrag dan terugbetalen

42
Q

Art. 6:212 BW: Ongerechtvaardigde verrijking.

A

Indien er sprake is van ‘ongerechtvaardigde verrijking’ verbindt de wet daaraan de verplichting om, voor zover dit redelijk is, de schade ten belope van het bedrag van de verrijking te vergoeden. Van ongerechtvaardigde verrijking is sprake bij een vermogensverschuiving van de een ten nadele van de ander, zonder dat daar voldoende (rechts)grond voor is.

Een voorbeeld van een ongerechtvaardigde verrijking is bijvoorbeeld als een koper een gestolen goed van de verkoper koopt en de oorspronkelijke eigenaar van het goed zijn goed niet meer terug kan krijgen, omdat de koper door de wet wordt beschermd (in het hoofdonderwerp ‘Goederenrecht’ zult u deze situatie ook nog tegenkomen). De oorspronkelijke eigenaar van het goed is in deze situatie verarmd en de verkoper van het goed is, door de ontvangen betaling, verrijkt.

43
Q
  1. Wat is het kenmerkende verschil tussen deze verbintenissen uit de wet en de verplichting tot nakoming voortvloeiend uit een obligatoire overeenkomst?
A

Dat het rechtsgevolg van een tweezijdige rechtshandeling beoogd is, terwijl dat bij de schadevergoedingsverplichting uit onrechtmatige daad irrelevant is.

Extra toelichting: als er sprake is van een verbintenis uit overeenkomst, dan willen partijen juist dat er een rechtsgevolg tot stand komt. Denk aan een arbeidsovereenkomst. Het rechtsgevolg is dat de werknemer arbeid verricht en de werkgever o.a. loon betaald. Als er sprake is van een verbintenis uit de wet, bijvoorbeeld omdat iemand een onrechtmatige daad heeft gepleegd en dit is ook bevestigd door de rechter, dan moet de ene partij schadevergoeding betalen (rechtsgevolg) aan degene die schade heeft geleden, ook al wil hij dat niet.

44
Q

Wat is het verschil tussen het vorderen van schadevergoeding op grond van het niet nakomen van een obligatoire overeenkomst en een verbintenis die voortvloeit uit de wet? Bekijk ook het verschil tussen artikel 6:162 BW en artikel 6:74 BW.

A

Als een obligatoire overeenkomst niet wordt nagekomen, dan wordt dit zelfstandig en los van eventuele onrechtmatige daad behandeld. Er hoeft namelijk geen sprake te zijn van een onrechtmatige daad als een partij schadevergoeding vordert met als reden dat de andere partij de overeenkomst niet nakomt waardoor schade is ontstaan. Wel moet dan worden voldaan aan andere eisen.

Extra toelichting: Bij obligatoire overeenkomst: stel dat de werkgever de werknemer het loon niet betaalt, dan kan de werknemer dit bij de rechter vorderen. Dat de werkgever loon moet betalen, vloeit voort uit de overeenkomst en niet uit de wet. De werknemer hoeft dan niet te bewijzen dat er sprake is geweest van een onrechtmatige daad. Als echter uit de wet voortvloeit dat iemand een ander schade moet betalen, dus op grond van artikel 6:162 BW, dan hangt een vordering bij de rechter samen met dit artikel. Dan moet bewezen worden dat er sprake is van een onrechtmatige daad die is gepleegd en op grond daarvan de schadeveroorzaker moet betalen. Er hoeft dan geen sprake te zijn van een overeenkomst tussen twee partijen (denk aan iemand die een verkeersongeval heeft veroorzaakt). Maar als er een overeenkomst is tussen twee partijen en de een komt zijn plicht niet na (tekortkoming in de nakoming), dan vloeit uit artikel 6:74 voort dat de persoon die tekort komt schade moet betalen. Echter, de vordering hangt dan samen met afspraken die zijn gemaakt in de overeenkomt. Een onrechtmatige daad hoeft niet bewezen te worden.