Inleidend Recht - 14. Goederenrecht Flashcards

1
Q

Waar gaat het in goederenrecht om?

A

In het goederenrecht gaat het om de absolute rechten die op goederen kunnen rusten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat beschrijft het goederenrecht?

A

Het zeggenschap die een persoon over een goed heeft.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wanneer wordt je eigenaar van het goed?

A

Zodra het goed geleverd is wordt de koper eigenaar. Als eigenaar heeft de koper zeggenschap en dit eigendomsrecht kan hij ten opzichte van iedereen handhaven. Bij het sluiten van een overeenkomst is er recht op een prestatie van de wederpartij. Je bent pas eigenaar zodra het goed geleverd is. Indien afspraken niet zijn nagekomen dus het goed is niet geleverd, dan mag de koper de verkoper aanspreken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Kenmerken van absolute rechten

*4x

A
  1. Geven zeggenschap over het goed
    2.Hebben zaaksgevolg
  2. Oudere rechten gaan voor jongere rechten
  3. Het is een gesloten systeem
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is zeggenschap en uit welke twee facetten bestaat deze?

A

Beschrijft een rechtsrelatie tussen een persoon en een goed.
*Relatieve rechten
*Absolute rechten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Relatieve rechten

A

Kunnen alleen ten opzichte van de wederpartij worden gehandhaafd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Absolute rechten

A

Is ten opzichte van iedereen te handhaven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Zaakgevolg

A

Absolute rechten blijven op het goed rusten ook als het goed in andere handen komt.
*Artikel 5:2 BW de eigenaar heeft het recht om zijn eigendom op te eisen bij iedere die hem ‘zonder recht’ houdt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

De prioriteitsregel:

A

Oudere rechten gaan voor de jongere rechten. Zie hypotheekverlening van twee leningen bij twee verschillende banken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Gesloten systeem:

A

De absolute rechten op goederen staan namelijk limitatief opgesomd in boek 3 en 5 van het BW. Partijen kunnen geen nieuwe absolute rechten in het leven roepen en ze zijn gebonden aan in de wet genoemde absolute rechten. Dat is anders dan in het verbintenis een legt dat open en dynamisch is waarin afspraken kunnen worden gewijzigd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Droit de préférence:

A

het voorkeursrecht wat betekent dat absoluut gerechtigden in een faillissement hun rechten uit kunnen oefen alsof er geen faillissement is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Eigendomsrechten
(Droit de préférence)

A

Alle leveranciers leveren nagenoeg hun goederen onder eigendomsvoorbehoud. Hierdoor gaan de eigendomsrechten pas op de koper over als hij de totale koopsom heeft betaald. Mocht betaling uitblijven en de kopen failliet gaan dan vallen de geleverde goederen niet in de failliete boedel omdat ze nog eigendom van de leverancier zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Goed:

A

De term goederen gebruikt de wet als verzamelnaam voor alle positieve bestanddelen waaruit iemands vermogen kan zijn opgebouwd. Goederen zo zegt artikel 3:1 BW zijn alle zaken en alle vermogensrechten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Zaak:

A

Artikel 3:2 BW. De voor menselijke beheersing vatbare stoffelijk objecten. Bij zaken gaat het om tastbare voorwerpen waarvan iemand eigenaar kan zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Onroerende zaak:

A

Artikel 3:3 BW geeft aan welke zaken onroerend zijn: de grond de gebouwen en planten die duurzaam met de grond zijn verbonden en de delfstoffen in de grond.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wanneer is de zaak duurzaam met de grond verenigd? Waar wordt wel / niet naar gekeken.

A

Voor de vraag of een zaak duurzaam met de grond verenigd is moet niet worden gekeken naar de technische mogelijkheid van verplaatsing maar naar de aard en de inrichting van het gebouw. Als het kennelijk de bedoeling is om de zaak duurzame de grond te verenigen, dan is de zaak onroerend.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Hoofdzaak:

A

Een hoofdzaak leidt een zelfstandig leven in het recht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Bestanddeel:

A

Maakt onderdeel uit van een hoofdzaak en vormt daarmee juridisch gezien één geheel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Twee criteria voor bestandsdelen

A

Artikel 3:4 BW geeft twee criteria voor bestanddelen.

  1. Een zaak is een bestanddeel wanneer deze zaak naar maatschappelijke opvattingen bij de hoofdzaak hoort. Bijvoorbeeld een keuken hoort bij het huis en de lade maakt deel uit van de kast.
  2. Een zaak is ook een bestanddeel als hij niet zonder schade van betekenis van hoofdzaken kan worden afgescheiden. Bijvoorbeeld de zadel voor een fiets gaat deel uitmaken van de hoofdzaak, dan is het zadel een bestanddeel van een hoofdzaak en verliest zijn zelfstandigheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Vermogensrechten:

A

Deze rechten op geld waardeerbaar en dat ze overdraagbaar zijn. Artikel 3:6 BW. Vermogensrechten kunnen dus worden verhandeld.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Registergoederen:

A

Mogen pas worden gevestigd of overgedragen als deze vestiging of overdracht is ingeschreven in een openbaar Register. Alle onroerende zaken en stukken. Artikel 3:16 BW

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Inschrijving van de eigendomsoverdracht:

A

Inschrijving van onroerende zaken en de absolute rechten die op onroerende zaken worden gevestigd (registergoederen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Absolute rechten die op onroerende zaken rusten:

A

Recht van hypotheek op een huis of van vruchtgebruik op een stuk land.

Zijn register goederen omdat zij op een onroerende zaak rusten en is weer een inschrijving in het openbaar register vereist.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Nog twee roerende zaken ook registergoederen met eigendomsoverdracht en inschrijvingsvereiste:

A

Schepen van 20 ton of meer
Vliegtuigen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Procedure van overdracht van een registergoed

*3x

A
  1. Koop overeenkomst
  2. Opmaken transportakte door de notaris
  3. Eigendomsoverdracht door inschrijving transportakte
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

Koopovereenkomst bij de notaris:

A

Afspraken pand, koopsom, voorwaarden, datum eigendomsoverdracht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

Opmaken transportakte:

A

Eigendomsoverdracht bij de notaris door een akte op te stellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

Inschrijving transportakte:

A

In openbare register op het kadaster. Dan wordt de koper eigenaar van het huis.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
29
Q

Inschrijving hypotheekakte:

A

Inschrijving van de lening doordat er een overeenkomst is gesloten over de geldlening waarbij de bank het recht van hypotheek op het bedrijfspand bedenkt. Tegelijkertijd met de hypotheekakte opgemaakt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
30
Q

Recht van hypotheek:

A

Tegelijk met de transportakte schrijf de notaris ook de hypotheekakte in op het kadaster.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
31
Q

Kadaster

*Soort instelling?
*Wat inschrijven?
*Bewaring?
*Welke administratie bijgehouden?
*Waar is ons land in verdeeld?
*Voor wie toegankelijk?
*Website?
*Wat biedt het?
*Wat kun je controleren?
*Welk recht?
*Wat is verplicht?

A

*Overheidsinstelling
*Inschrijving hypotheekakte en transportakte
*Bewaarder van het kadaster en de openbare Register
*Alle administratie bijgehouden van alle gegevens over onroerende zaken in ons land
*Ons land is verdeeld in kadastrale gemeente secties en percelen
*Voor ieder toegankelijk
*Www.kadaster.nl
*Biedt zekerheid in het handelsverkeer
*Iedereen kan controleren of degene die zich als eigenaar voordoet ook werkelijk de eigenaar is
*Absolute rechten: Inschrijving registergoederen verplicht

32
Q

Kadastrale legger:

A

Van ieder perceel staat in de zogeheten kadastrale legger welke absolute rechten erop gevestigd zijn en rechthebbende is.

33
Q

Absolute rechten controle in Kadaster:

A

In het openbare register nagaan welke rechten op goederen rusten bijvoorbeeld een erfdienstbaarheid of een hypotheek

34
Q

Registergoederen

A

Alle onroerende zaken

Beperkte absolute rechten die rusten op onroerende zaken

Twee roerende zaken, schepen van 20 Ton of meer en vliegtuigen

35
Q

Absolute rechten op goederen

*7x

A
  1. Eigendom
  2. Erfdienstbaarheid
  3. Erfpacht
  4. Opstal
  5. Appartementsrecht
  6. Vruchtgebruik
  7. Pand en hypotheek
36
Q

Eigendom

*Artikel
*Meest …… recht op…
*Wat mag je er mee doen?
*Ook recht op…

A

Artikel 5:1 BW

Meest volledige recht dat een persoon op een zaken hebben.
Het genot van zijn zaak

Beschikking van zijn zaak (weggeven, verkopen en in eigendom overdragen, vernietigen etcetera)

Recht op de vruchten (rente en leveranties)

37
Q

Erfdienstbaarheid

*Artikel
*Erven….
*Eigenaar
*Gebruik van…
*Soort waarde..

A

Zie artikel 5:70 BW

Twee erven, dienend erf en heersende erf

Eigenaar van het heersend heeft bepaalde rechten ten opzichte van het dienend erf

Het is een last van het dienend erf, bijvoorbeeld het gebruik van een gezamenlijke pad

Heeft meer waarde dan een overeenkomst, want de erfdienstbaarheid blijft rusten op het eigendomsrecht

38
Q

Erfpacht

*Artikel
*Het recht om…
*Erfpachter heeft….
*Wat mag niet worden verandert?
*Wie heeft voordeel bij erfpacht?

A

Zie artikel 5:85 BW

Het recht om een onroerende zaak van een ander te gebruiken

Erfpachter heeft het genot van de onroerende zaak

Bestemming mag niet worden veranderd

Gemeenten hebben voorkeur voor erfpacht bij de uitgifte van grond

39
Q

Opstal

*Artikel
*Het recht van Opstal is…

A

Artikel 5:101 BW en verder

Het recht van Opstal is het recht om in op of boven een onroerende zaak van een ander gebouwen werken of beplantingen in eigendom te hebben

40
Q

Appartementsrecht

*eigendomsrecht…
*elke bewoner krijgt…
*….totale gebouw

A

Artikel 5:106 BW

Eigendomsrecht opgesplitst binnen een gebouw

Elke bewoner krijgt het exclusieve gebruiksrecht van zijn eigen flat

Hij wordt mede eigenaar van het totale gebouw

41
Q

Vruchtgebruik

*Het recht…..
*Eigenaar
*Vermogen
*Komt voor in…

A

Het recht van de vruchtgebruiker om goederen van een ander te gebruiken en daarvan de vruchten te genieten

Vruchtgebruik van een huis; je mag in het huis blijven wonen, terwijl je niet de eigenaar bent.

Vruchtgebruik van het vermogen dan over de rente beschikken

Komt voor in testamenten

42
Q

Pand en hypotheek

*Artikel
*Zekerheid bij..
*Verschaffen van….
*Recht van hypotheek…
*Geldverschaffer is?
*Geldlener is?
*Vestiging op…

A

Artikel 3:227 BW en verder

Absolute rechten die dienen tot zekerheid bij een geldvordering

Een geldschieter zal bij het verschaffen van een lening zekerheid bedingen

Recht van hypotheek op een huis
Hypotheekhouder is de geldverschaffer

De geldlener is de hypotheekverlener

Kan alleen worden gevestigd op registergoederen

43
Q

Recht van pand

*Waarvoor niet?
*Wanneer nodig
*geldverschaffer =
*geldschieter =

A

Voor niet registergoederen

Iemand die geld nodig heeft maar geen grond of land heeft kan bedrijfsinventaris of een wagenpark verpanden

De geldverschaffer is de pandhouder

De geldschieter is de pand verlener

44
Q

Parate executie:

A

Pand en hypotheekhouder kunnen hun rechten onmiddellijk uitoefenen zonder dat zij daarvoor een rechterlijke uitspraak nodig hebben

45
Q

Twee vormen van pandrecht

A

Gelet op artikel 3:236 en 3:237 BW
Vuistpandrecht
Bezitloos pandrecht

46
Q

Vuistpandrecht

A

Vuistpandrecht: geeft de pandverlener bij de vestiging van het pandrecht zijn onderpand uit handen. Bijvoorbeeld bewaring van sieraden

47
Q

Bezitloos pandrecht:

A

De verpande goederen blijven in de macht van de pandverlener

48
Q

Absolute rechten op geestesproducten:

A

Auteursrecht

Octrooirecht

Merkenrecht

Niet in het BW maar in andere wetten zoals de Auteurswet en de Rijksoctrooiwet geregeld

49
Q

Indeling van de absolute rechten

Zie afbeelding pagina 282 overzicht absolute rechten

Zie afbeelding pagina 284

A
  1. Zakelijke en overige rechten
  2. Genots en zekerheidsrechten
  3. Volledige en beperkte rechten
50
Q

Zakelijke en overige rechten

*Rusten uitsluitend op….
*Boek…
*Waar gelden ze voor…
*Waar zijn de absolute rechten op gevestigd?
*Welk Boek waarop de absolute rechten van goederen op rusten?

A

Zakelijke rechten rusten uitsluitend op zaken

Boek 5 BW

Eigendom erfdienstbaarheid erfpacht opstal en appartementsrecht

De absolute rechten op
- pand
- hypotheek en
- vruchtgebruik
zijn op goederen, zaken en vermogensrechten gevestigd

De drie absolute rechten die op alle goederen kunnen rusten worden beschreven in Aoek 3 van het BW

51
Q

Genots en zekerheidsrechten

*Gebruik
*Zekerheid
*Zekerheidsrechten
*Genotsrechten
*Afhankelijke rechten?

A

Rechthebbende hebben de voordeel of genot omtrent het gebruik

Zekerheid voor de geldverschieter

Zekerheidsrechten zijn pand en hypotheek

Genotsrechten zijn vruchtgebruik eigendom, erfdienstbaarheid, erfpacht opstal en het appartementsrecht

Afhankelijke rechten: verbonden aan een vordering. Komt de vordering in andere handen, dan gaat het zekerheidsrecht mee.

52
Q

Volledige en beperkte rechten

*Recht dat is afgeleid van…..
*Beperkte recht wordt ook wel …genoemd
*Recht van eigendom is…
*Wat geeft het eigendomsrecht?
*Wat is beperkt recht?

A

Recht dat is afgeleid van een ander

Meer omvattend recht waarop dit beperkte recht rust, artikel 3:8 BW

Recht van eigendom is omvattend recht
Alle andere absolute rechten op zaken zijn daarvan afgeleid

Het eigendomsrecht geeft volledige zeggenschap over een zaak

Bij beperkt recht op vestiging eigendomsrecht, dan zegt de eigenaar een deel van zijn zeggenschap prijs ten gunsten van de beperkt gerechtigde.
Ofwel de beperkte rechten hollen het volle eigendomsrecht enigszins uit want de beperkt gerecht de krijgt ook zeggenschap over de zaak

53
Q

Verkrijging van goederen

Zie overzicht verkrijging van goederen onder algemene en bijzondere titel pagina 286

A

Artikel 3:80 BW
1. Verkrijging onder algemene titel
2. Verkrijging onder bijzondere titel

54
Q

Verkrijging onder algemene titel:

*wat gaat over?
*rechten en plichten….
*Wanneer mogelijk?
*Wie krijgt de lusten en de lasten van een deel..
*Juridische positie

A

Vermogen of een deel daarvan gaat over op een ander persoon

De rechtsopvolger treed in de rechten en plichten van zijn rechtsvoorganger

Erfopvolging
Boedelmenging (huwelijk)
Fusie tussen bedrijven

De rechtsopvolger krijgt de lusten en de lasten van een deel van het vermogen, waardoor de juridische positie van zijn rechtsvoorganger wordt voortgezet

55
Q

Verkrijging onder bijzondere titel

*Het goed….
*Artikel
*Wanneer?
*Wat ontvangt de verkrijger?
*Wat wordt uitgebreid?
*Juridische positie?

A

Gaat een bepaald goed over naar het vermogen van een ander

Artikel 3:80 lid 3 BW

Overdracht
Verjaring
Onteigening

Verkrijger ontvangt uitsluitend een bepaald positief bestanddeel uit het vermogen van een ander

Het vermogen van de verkrijger wordt uitgebreid met de positieve bestanddeel

Het juridische positie van zijn rechtsvoorganger is niet van toepassing

56
Q

Overdracht:

A

is een door beide partij gewilde overgang van een goed uit het vermogen van de ene partij naar het vermogen van de andere partij. Het is de belangrijkste vorm van verkrijging onder bijzondere titel. Artikel 3:84 BW

57
Q

Vervreemder en verkrijger:

A

De partij die het goed uit haar vermogen laat gaan wordt de vervreemder genoemd de ontvangende partij heet de verkrijger.

58
Q

Voorwaarden overdracht uit bestaat uit:

*3x

A

artikel 3:84 BW
1. Geldige titel
2. Beschikkingsbevoegdheid
3. Levering

59
Q

Geldige titel

*Voorwaarde
*Bedoeld
*Geeft antwoord op…
*Beschrijft de…
*Vaak is de titel…
*Eis….
*Nietige overeenkomst…
*Een vernietigende overeenkomst…

A

Eerste voorwaarde overdracht

Juridische oorzaak of aanleiding voor de overdracht bedoeld.

Geeft antwoord op de vraag waarom het goed wordt overgedragen

Beschrijft de rechtsverhouding die ten grondslag ligt aan de overdracht

Vaak is de titel een
koopovereenkomst maar het kan ook een schenkingsovereenkomst zijn

Eis dat er een geldige titel is

Een nietige overeenkomst is een contract tussen een heler en een dief

Een vernietigende overeenkomst is geen geldige titel (handelingsonbekwaamheid of een wilsgebrek).
Heeft terugwerkende kracht

60
Q

Beschikkingsbevoegdheid

*Voorwaarde
*Vervreemder
*bevoegd voor….
*Wie is beschikkingsbevoegd
*Faillissement? Niet meer bevoegd?
*Faillissement? Wel benoemd?

A

Tweede voorwaarde overdracht

Beschikkingsbevoegdheid van de vervreemder, degene die levert bevoegd om het goed uit het vermogen te halen voor overheveling naar het vermogen van de verkrijger

Eigenaar is meestal beschikkingsbevoegd

Bij een faillissement is een schuldenaar niet langer beschikkingsbevoegd, maar wel door de rechtbank benoemde curator

61
Q

Levering

*Voorwaarde
*Bestaat uit…
*Afhankelijk van…
*Roerende zaken = leveringsverhandeling ….
*Onroerende zaken =
leveringsverhandeling….

A

Derde voorwaarde voor een overdracht

Bestaat uit een handeling

De soort leveringshandeling is afhankelijk van het type goed

Artikel 3:90 lid 2 voor roerende zaken niet registergoederen bestaat de leveringshandeling meestal uit bezitsverschaffing

Artikel 3:89 onroerende zaken bestaat de leveringshandeling uit de inschrijving van de notariële akte in de openbare registers

62
Q

Derdenbescherming bij overdracht van niet registergoederen.

*Wat zijn niet register zaken
*Wie bescherming… bij de overdracht van een ….tegen een ….
*Welk artikel
*Geldt niet alleen voor…., maar ook voor rechten aan..

A

Roerende zaken zijn niet register goederen

Artikel 3:86 BW biedt een argeloze verkrijger bij de overdracht van een roerende zaak enige bescherming tegen een beslissingsonbevoegde vervreemder.

Onder bepaalde voorwaarden vindt er een geldig overdracht plaats

De vorm van derdenbescherming geldt niet alleen voor roerende zaken niet registergoederen, maar ook voor rechten aan toonder en voor rechten aan order

63
Q

Voorwaarden voor de derdenbescherming

*4x

A
  1. Geldige titel
  2. Bezitsverschaffing
  3. Verkrijging om baat
  4. Goede trouw van de derde
64
Q

Bezitsverschaffing

A

De derde moet de zaak feitelijk in zijn macht hebben gekregen. De derde bescherming is pas van toepassing als het goed in handen is van de verkrijger.

65
Q

Verkrijging om baat:

A

De derde wordt alleen beschermd als hij een tegenprestatie heeft geleverd of moeten leveren voor de overdracht. Bijvoorbeeld bij een koopovereenkomst of en bij een ruilovereenkomst. Als de overdracht plaatsvindt na een schenking is er geen derdenbescherming.

66
Q

Goede trouw van de derde:

A

De verkrijger ofwel de derde is te goede trouw op het moment dat hij het goed in handen krijgt.

Dat wil zeggen dat hij niet wist en redelijkerwijs ook niet kon weten dat de vervreemder beschikkingsonbevoegd was.

Als hij aarzelt moet hij de zaak uitzoeken of afzien van De transactie. Zie voorbeelden pagina 289.

67
Q

Uitzondering voor gestolen goederen:

A

Voor diefstal maakt lid drie van artikel 3:86 BW een uitzondering. Is de eigenaar zijn zaak door diefstal kwijtgeraakt dan vervalt de derdenbescherming. De eigenaar kan zijn zaak bij een derde die te goede trouw is tot 3 jaar na de diefstal als zijn eigendom opeisen.

68
Q

Consumentenbescherming:

A

Ondanks diefstal geld in sommige gevallen de gebruikelijke derdenbescherming. Dan wordt de verkrijger beschermd ook al blijkt dat het later om een gestolen zaak gaat.

69
Q

Voorwaarden consumentenbescherming

A

Koper moet een consument zijn en de verkoper een professionele handelaar die zijn zaak uitoefent in een deel van een onroerende zaak en zijn beroep of bedrijf maakt van het verhandelen van soortgelijk producten.

70
Q

Jelle, een goede vriend, wil Robert het geld lenen voor een periode van twaalf maanden, maar wil er wel zeker van zijn dat hij het volledige bedrag terugkrijgt. Robert en Jelle vestigen een beperkt recht waarin is bepaald dat een antieke vaas die Robert heeft geërfd van zijn opa en oma zolang bij Jelle komt te staan, totdat Robert het bedrag van € 5.000 volledig heeft terugbetaald.

Voldoet Robert niet aan zijn verplichting, dan mag Jelle de antieke vaas verkopen en kan Robert met de opbrengst (een deel) van zijn vordering voldoen. Om welk recht gaat het hier denkt u?

A

Modeluitwerking
Het gaat om een beperkt recht dat is gevestigd. Art. 3:8 BW.

Rechtsgevolg is het recht op pand. Art.3:227 lid 1 BW.

Het gaat om:
*beperkte rechten
*vordering tot voldoening van een geldsom te verhalen
*niet-registergoed.

Toepassing:

Robert en Jelle vestigen een beperkt recht waarin is bepaald dat de antieke vaas net zolang bij Jelle blijft staan, totdat Robert het volledige bedrag heeft terugbetaald.

Robert heeft een bedrag van € 5.000 geleend van Jelle.

Jelle heeft een bedrag van € 5.000 euro bij Robert te verhalen. De afspraak is dat Robert het bedrag gedurende een periode van twaalf maanden terugbetaalt aan Jelle. Als Robert zich niet aan de afspraak houdt, dan mag Jelle de antieke vaas verkopen en met de opbrengst zijn (eventueel gedeeltelijke) vordering voldoen.

De in onderpand genomen antieke vaas is een niet-registergoed (3:10 BW).

Er is een beperkt recht gevestigd op een niet-registergoed, namelijk recht van pand, art.3:227 lid 1 BW.

71
Q

Ten behoeve van Maarten is een beperkt recht gevestigd op een stuk grond van Johan. Maarten betaalt hiervoor jaarlijks een geldsom. Op grond van dit beperkte recht mag Maarten het stuk grond als parkeerterrein gebruiken. Dagelijks parkeren hier andere mensen tegen betaling hun auto. Over welk beperkt recht gaat het hier denkt u?

A

Artikel 5:85 BW is hier relevant. In boek 5 staan bepalingen voor zakelijke rechten.

*Rechtsgevolg is het recht van erfpacht.

Het gaat om:
*een zakelijk recht
*waarbij de erfpachter bevoegdheid geeft eens anders onroerende zaak
te houden en te gebruiken.

Toepassing:
Het betreft een stuk grond van Johan.

Johan verhuurt aan Maarten een stuk grond (5:20 BW) voor een jaarlijkse geldsom.

Het stuk grond is een onroerende zaak (5:20 jo 3:3 lid1 BW).

Johan geeft toestemming aan Maarten om het stuk grond te gebruiken als parkeerterrein (5:20 BW).

In deze casus gaat het om erfpacht, wat een beperkt zakelijk recht is.

72
Q

Debby krijgt een zilveren ketting van haar beste vriendin Sil cadeau. Na vijf jaar blijkt dat Sil niet de eigenaar was van de ketting; deze behoorde namelijk toe aan haar moeder.

Debby is er de afgelopen vijf jaar van uitgegaan dat zij het recht van eigendom op de ketting had verkregen; zij heeft de ketting zelfs elke dag gedragen. Debby vindt dat zij inmiddels toch eigenaar van de zilveren ketting is geworden.

Wat zijn de rechten van Debby?

A

Artikel 3:80 lid 1 jo 3:99 BW is van toepassing.

Rechtsgevolg is het verkrijgen van eigendom.
Het gaat om:
* goederen
* onder bijzondere titel.

Toepassing:
* Debby krijgt een zilveren ketting van haar beste vriendin Sil cadeau (3:2 jo 3:3 lid 2 BW).
* Debby heeft het goed, de ketting (3:2 BW), verkregen als schenking (om niet) van Sil.
* Debby was te goeder trouw (3:11 BW), zij wist niet dat de ketting die zij al vijf jaar in haar bezit heeft, van de moeder van Sil was.

Conclusie: Debby kan zich niet beroepen op art. 3:86 BW, aangezien zij de ketting om niet (schenking) heeft verkregen.

Dit is anders dan het geval in de studieactiviteit ‘Bestuderen’ over uw gestolen fiets. De persoon die u zag fietsen op uw fiets, heeft een tegenprestatie geleverd, hij heeft namelijk voor de fiets betaald en geniet dus derdenbescherming op grond van artikel 3:86 BW. Maar, artikel 3:86 BW maakt ook een uitzondering hierop. U kunt uw fiets dan binnen drie jaar na de diefstal terugeisen.

73
Q

Wie is de eigenaar van een stacaravan?

A

Een onroerende zaak die op de (gehuurde) grond van een ander staat, wordt door natrekking eigendom van die ander. Met als gevolg dat de eigenaar van de grond ook eigenaar wordt van de stacaravan.

Het lijkt er op dat de recreant het recht behoudt om, op grond van de huurwetgeving, de stacaravan weg te nemen bij het einde van de huurovereenkomst.

In dit geval spreekt men van juridisch eigendom bij de eigenaar van de grond en van economisch eigendom voor de recreant.

Economisch eigendom is het financiële belang dat je bij de stacaravan hebt, omdat je de stacaravan bij het einde van de huurovereenkomst mag wegnemen. Het gaat dan om de waarde van de stacaravan zonder standplaats.

74
Q

Belasting bij roerende zaken ofwel economisch eigendom, in dit voorbeeld een stacaraven

A

Bij de koop van een economisch eigendom moet overdrachtsbelasting betaald worden. De koper moet binnen 14 dagen na de koop aangifte doen bij de belastingdienst. De koper is verantwoordelijk voor de afdracht van overdrachtsbelasting. Bij onduidelijkheid of de stacaravan roerend of onroerend is, kan de koper contact opnemen met de belastingdienst.

Recreanten moeten de waarde van het economisch eigendom van een onroerende stacaravan opgeven in box 3 bij aangifte van de inkomstenbelasting.

Recreanten op gehuurde grond krijgen geen zelfstandige aanslag voor de Onroerende Zaak Belasting (OZB). De ondernemer krijgt een aanslag op basis van de exploitatiemogelijkheden van het terrein. De waarde van de stacaravans op gehuurde grond speelt hierbij geen rol. De ondernemer kan de kosten wel doorberekenen aan de recreanten als externe kostenpost.

75
Q

Recht van opstal (stacaravan)

A

Een recht van opstal is een zakelijk recht.

Door het vestigen van een recht van opstal wordt voorkomen dat de grondeigenaar juridisch eigenaar wordt van de onroerende stacaravan.

Het recht van opstal heeft als gevolg dat het juridisch eigendom van de stacaravan weer geheel bij jou komt te liggen. Een recht van opstal heeft ook nadelen: er zijn kosten aan verbonden (notaris, kadaster) en de stacaravan wordt zelfstandig voor de OZB aangeslagen.

Voor het vestigen van een recht van opstal is medewerking van de grondeigenaar vereist. Vaak wordt een recht van opstal in combinatie met een huurovereenkomst afgesloten.