Hoorcollege 6 - Maag-, Darm- en leverziekte Flashcards

1
Q

Welke weg legt appel af in je lichaam?

A
  • Kauwen
  • Speeksel maakt het vloeibaar
  • Slokdarm
  • Maag (door peristaltische golven en maagsecreties)
  • Twaalfvingerige darm
  • Pancreas en galsecreties toegevoegd
  • Appel verteert
  • Onverteerde stukjes reizen door colon en rectum naar anus
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Gastro-enterologie

A

Maag darm problemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hepatologie

A

Lever problemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Chronische somatische condities met pathologische oorzaak

A

Ziekte met een duidelijke oorzaak, bijvoorbeeld ontsteking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Chronische functioneer stoornis

A

Ziekte waarvan de oorzaak niet achterhaalt kan worden (bv prikkelbare darm syndroom)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Iatrogene aandoeningen

A

Aandoening die je hebt gekregen vanwege menselijk ingrijpen, bv na verwijderen van stukje darm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Gastro-oesofageale Reflux Ziekte (GERD)

A

Te veel maagzuur in de slokdarm in plaats van in de maag, doordat het klepje tussen de maag en slokdarm bij deze patiënten niet werkt. Het zuur stroomt terug in slokdarm (reflux) en zorgt voor besachadiging. Hierdoor brandend gevoel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Maagzuur

A

Zorgt ervoor dat voedsel snel en doeltreffend wordt verteert. Maag heeft een beschermende laag waardoor maagzuur niet voor beschadigingen zorgt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Oorzaken van GERD

A
  • Overgewicht
  • Te vet eten
  • Bepaalde medicatie/afwijkingen waardoor klepje slokdarm niet goed sluit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Prevalentie GERD

A

1 op de 5 mensen (meeste zoeken geen behandeling)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Symptomen GERD

A
  • Maagzuur
  • Moeite met slikken
  • Pijn op borst
  • Chronisch hoesten
  • Chronische heesheid
  • Gebitsproblemen
  • Bittere smaak in mond
  • Gevoelige slokdarm
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Behandeling GERD

A
  • Levensstijl regels
  • Dieetveranderingen
  • Medicatie (maagzuurremmers)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Maagzweer

A

Wondje in maag door een bacterie of teveel/ te lang maagzuur. Plekjes kunnen bloeden waardoor de maag minder goed kan samentrekken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Symptomen maagzweer

A

Buikpijn, verminderde eetlust, maagzuurproblemen, braken, bloedende maagzweer, eetproblemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Oorzaken maagzweer

A
  • Niet psychosomatisch (stress is geen oorzaak)
  • Blootstelling maagzuur
  • Pepsine (enzym belangrijk bij afbraak eiwitten)
  • Heliobacter plyori bacterie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Prevalentie maagzweer

A

1 op 1000

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Behandeling maagzweer

A

Maagzuurremmers neutraliseren het zuur in de maag en zorgen dat maag kan herstellen, antibiotica halen zweer weg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Niet-Cardiale pijn op de borst

A

Ervaren van symptomen die lijken op een hartaanval, zoals benauwdheid, waardoor ze gebruik maken van ambu

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Symptomen Niet cardiale pijn op borst

A

Pijn of druk op borstbeen, wordt als beangstigend ervaren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Oorzaak niet cardiale pijn op de borst

A

Uitsluiten van alle cardiale oorzakken!
Meestal door: GERD, dysfunctie peristaltische beweging slokdarm, paniekstoornis, hyperventilatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Prevalentie niet cardiale pijn op borst

A

25% van mensen met borstpijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Behandeling niet cardiale pijn op borst

A
  • Informatievoorziening
  • Geruststelling
  • Medicijnen
  • CGT
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Inflammatoire darmziekte (IBD)

A

Verwijzen naar ziekte van Crohn en Colitis uclerosa (UC)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Flare ups

A

Periodes met ernstige symptomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Remissie

A

Periodes met weinig tot geen symptomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

Ziekte van Crohn en specifieke symptomen

A

Ontsteking in volledige spijsverteringsstelsel, over de hele dikte van de darmwand tot aan de buitenste laag van de darm.
Bloed in ontlasting, buikpijn, misselijkheid en braken.

27
Q

Colitis Ulcerosa en specifieke symptomen

A

Ontsteking alleen in de dikke darm, niet in de dunne.
Slijm en bloed in de ontlasting.

28
Q

Overlappende symptomen Crohn en UC

A

Maagpijn, verandering stoelgang, meer dringende aandrang tot ontlasting, gewichtsverlies, verminderde eetlust, koorts, nachtzweten, extreme vermoeidheid en vertraagde groei

29
Q

Abces

A

Door ontsteking in het slijmvlies ontstaan er zweertjes in het spijsverteringskanaal. Wanneer de zweren groter worden kunnen ze door de darmwand breken en een infectie buiten de darm veroorzaken, dat is een abces.

30
Q

Fistel

A

Abces die zich verspreidt naar de huid of nabijgelegen deel van het lichaam.

31
Q

Impact IBD

A

Fysiek, emotioneel en sociaal vlak impact. Vaak naar wc moeten, praten over darmen is uitdaging.

32
Q

Behandeling IBD

A

Geen genezing, behandelingen die effectief zijn, gericht op immuunsysteem.
- Corticosteroïden of 5-ASA
- Immunosuppressiva
- Biologicals = blokkeren van moleculen die ontsteking veroorzaken
- Dieet
- Zelfbewustzijn over stress
- Psycho-educatie

33
Q

Prevalentie IBD

A
  • Diagnose tussen 15-25 jaar
  • Eerder bij blanke en Joodse Europese mensen
  • 1 op 350 mensen
  • Vaker in Noordelijke regio’s
  • Canada hoogste prevalentie (1 op 150)
34
Q

Twee grootste verschillen Crohn en CU

A
  • Ziekte van Crohn is hele spijsverteringsstelsel, CU alleen dikke darm
  • Ziekte van Crohn is ontsteking van helee dikte van de darmwand tot buitenste laag, CU ontsteking binnenste laag/sllijmvlies/mucosa
35
Q

Oorzaak ziekte van Crohn

A

Onbekend, waarschijnlijk virale infectie, toxische aanval, bacteriën, genen

36
Q

Oorzaak Colitus Ulcerosa

A

Genen en omgeving

37
Q

Stoma

A

Chirurgisch gemaakte opening in de dunne/dikke darm. Gezonde stukje darm wordt door buikwand gehaald en aan huid gehecht, waardoor ontlasting naar buiten wordt geleid. Meestal tijdelijk. Plaats van Stoma bepaald de naam.

38
Q

Prikkelbare Darm Syndroom

A

Functioneel probleem. Terugkerende buikpijn of ongemak ten minste 3 dagen per maand in de afgelopen 3 maanden in verband met twee of meer van de volgende zaken:
- Verbetering met ontlasting
- Start geassocieerd met verandering in de frequentie van ontlasting
- Start geassocieerd met een verandering in vorm (voorkomen) van ontlasting

39
Q

Symptomen die Prikkelbaar darmsyndroom ondersteunen:

A
  • Abnormale frequentie ontlasting
  • Abnormale vorm ontlasting
  • Abnormale stoelgang
  • Passage van slijm
  • Opgeblzaen gevoel
40
Q

Rol psychosociale factoren bij PDS

A
  • Vrouwen vaker misbruik meegemaakt
  • Terugkerende buikpijn kan aangeleerd ziekte gedrag zijn
  • Hypervigilantie + catastroferen kan leiden tot versterking symptomen
41
Q

Behandeling PDS

A
  • Antidepressiva (hoog succes)
  • Psychologische therapie (beperkt succes)
  • Dieetaanpassing (beperkt succes)
42
Q

Functionele slokdarmstoornis

A

Last van functionele dysfagie en Globus hystericus

43
Q

Functionele dysfagie

A

Moeite met slikken, geassocieerd met stress, zorgen maken en angst

44
Q

Behandeling functionele dysfagie

A

Biofeedback, zorgt ervoor dat mensen kunnen zien wat er mis gaat tijdens het slikken, waardoor ze het kunnen veranderen.

45
Q

Globus hystericus/ pharyngis

A

Gevoel van een ongeïdentificeerd voorwerp in de keelholte dat bijna altijd aanwezig is, maar het is er niet.

46
Q

Behandeling globus hystericus/ pharyngis

A

Antireflux behandeling kan helpen, anders ontspanningsoefeningen, CGT, spraak- en taaltherapie

47
Q

Functioneel maagzuur

A

Brandend gevoel op de borstkas zonder de aanwezigheid van brandend maagzuur

48
Q

Symptomen functioneel maagzuur

A

Maagklachten of indigestie, pijn in bovenbuik, vol gevoel, misselijkheid en opgeblazen gevoel.

49
Q

Diagnose Functioneel Maagzuur

A

Andere ziekten zoals gastro-oesofageale refluxziekte en cardiaal problemen ook

50
Q

Oorzaken functioneel maagzuur

A

Stress en psychologische overgevoeligheid en overgevoeligheid voor bepaalde voedingsmiddelen

51
Q

Behandeling functioneel maagzuur

A

Levensstijlaanpassingen; minder pittig en vet eten, stoppen met roken, verminderen van stress

52
Q

Belangrijke aspecten psychologische assesment

A
  • Huidig probleem (symptomen, wat gebeurt, waar geweest, rol van ziekte)
  • Psychiatrische stoornissen
  • GI symptoomdagboek
  • Voedingsdagboek
53
Q

Doorverwijzing en eerste contact als psycholoog

A

Begrijp reden van doorverwijzing, vraag aanvullende informatie. Leg je rol uit binnen het zorgteam aan de patiënt.

54
Q

Redenen voor doorverwijzing naar psycholoog

A
  • Verschilt sterk per aandoening en individu
  • Problemen met therapie trouw
  • Coping problemen
  • Stemmingsgerelateerde gevolgen (angst om afgewezen te worden)
  • Problemen in dagelijks leven met werk
55
Q

Psychologische behandeling maagzuur gerelateerde aandoeningen en niet-cardiale pijn om de borst

A
  • Naleving van de farmaceutische behandeling omhoog
  • Verandering van levensstijl
  • Stress verminderen
  • Verbetering aanpassingsgedrag en coping
  • CGT
56
Q

Psychosociale gevolgen inflammatoire darmziekte

A
  • Stress + depressie
  • Gebrek therapietrouw
  • Verwerkings en acceptatieproblemen (stoma)
  • Problemen medische diagnoses en gebrek vertrouwen in gezondheidszorg
57
Q

Stoma kan zorgen voor

A
  • Slecht lichaamsbeeld
  • Problemen met seksualiteit/ intimiteit
  • Gevoelens van schaamte
  • Depressie, angst
  • Leefstijl aanpassingen
58
Q

Behandelingsprotocool stoma

A
  • Ondersteunende psychotherapie
  • Coping-antwoorden
  • Praktische technieken
  • Aanvaarding
59
Q

Psychologische behandelng IBD

A
  • Gemengde resultaten over effectiviteit psychologische interventies bij IBD
  • CGT lijkt succesvol, voornamelijk gericht op verbetert vaardigheden om met stress om te gaan
  • Darmgerichte hypnotherapie lijkt veelbelovend
60
Q

Psychologische behandeling bij functionele problemen

A
  • Interpersoonlijke psychotherapie
  • Darmgerichte hypnotherapie
  • CGT (copingsstrategieën en veranderen van niet helpende cognities)
61
Q

Psychosociale gevolgen vóór orgaan transplantatie

A
  • Lang traject voor plaatsing wachtlijst
  • Lange wachtlijst
  • Onzekerheid of orgaan optijd beschikbaar is
  • Mogelijke problemen als donor verwant is
62
Q

Psychosociale gevolgen na orgaan transplantatie

A
  • Herstel kan belastend zijn
  • Risico op afstoting organen
  • Terug naar een nieuwe situatie
  • Verwerkings, acceptatie problemen met de aandoening
63
Q

Biofeedback

A

Methode waarbij signalen van het lichaam merkbaar of hoorbaar worden gemaakt. Minimale veranderingen in lichaamsfunctioneren worden getoond. Hierdoor kunnen de lichaamsreacties beter gecontroleerd worden.