Hoorcollege 5 - Verloskunde & Gynaecologie Flashcards

1
Q

Waarom vrouwen meer gebruik van zorg dan mannen?

A

Ze kunnen kinderen krijgen en worden ouder dan mannen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Rol van een psycholoog in gynaeologische setting

A
  • Screening/beoordeling
  • Consultatie voor medisch personeel
  • Verwijzingen
  • Behandeling van individuen, paren, gezinnen
  • Psycho-educatiee groepen
  • Groepstherapie begeleiden over coping
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Menarche

A

Begin van de menstruatie, tussen 11 en 15

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Leeftijd begin seksuele activiteit

A

15.5 jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Gem leeftijd in NL voor eerste kind

A

30 jaar, bij hoogopgeleid 34

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wanneer menopauze

A

Gem 51 jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Premenstrueel syndroom (PMS)

A

Cyclisch terugkerend in de luteale (laatste) fase van de menstruele cyclus met een combinatie van fysieke, psychologische distress, en/ of gedragsveranderingen van voldoende ernst wat resulteert in een verslechtering van interpersoonlijke relaties en/of verstoring van normale activiteiten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Minstens één van deze symptomen PMS

A
  • Affectieve labiliteit
  • Prikkelbaarheid/ woede
  • Depressieve stemming
  • Angst, spanning en/of overspannenheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Een van deze voor een score van totaal 5 bij PMS

A
  • Verminderde interesse
  • Concentratieproblemen
  • Gebrek aan energie
  • Verandering eetlust
  • Hypersomnie/slapeloosheid
  • Gevoel van overweldiging/ controle verlies
  • Fysieke symptomen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Associaties van PMS

A
  • Slechte lichamelijke gezondhied
  • Psychologische distress
  • Single zijn/niet getrouwd
  • Tussen 35-44
  • Minder bij mensen met pil (minder hormoonschommelingen)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Evaluatie bij PMS

A
  • Intake interview (onset, duur, intensiteit, symptoom verloop, impact, coping)
  • Symptoom dagboekje voor een maand
  • Vragenlijsten (Moos menstrual distress)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Behandeling als het geen PMS is

A

Onderliggende probleem verhelpen, oorzaak weghalen of coping aanleren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Behandeling PMS

A

Multidisciplinair probleem
- Erkennen + validatie
- Gedragsmatige oplossingen
- Stress management
- CGT
- SSRI’s (antidepressiva)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Eerste trimester zwangerschap

A
  • Kritische fase in termen van de gezondheid en ontwikkeling van de foetus
  • Grootste organen en extremiteiten ontwikkelen
  • Medische check up
  • Termijn echo (vaststellen hoelang zwanger en kijken of kind leeft)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Symptomen eerste trimester

A
  • Vermoeidheid
  • Misselijkheid
  • Gevoelige borsten
  • Vaak plassen
  • Sterke behoefte aan voeding die je normaal niet eet
  • Sterke afkeer aan bepaalde geuren of voedsel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Tweede trimester zwangerschap

A
  • Weinig hinder/ symptomen van zwangerschap
  • Elke maand metingen van verloskundige
  • Controleren op zwangerschapsdiabetes
  • Kijken of er genetische afwijkingen zijn (belangrijk om als psycholoog te helpen bij beslissing)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Derde trimester zwangerschap

A
  • Buik in de weg
  • Weeën kunnen optreden
  • Bevalling tussen 37-42 weken
  • Bevalling kan één tot 24 uur duren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Prenatale screening

A

Risico rekenen
- Combinatietest
- 20 weken echo

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Combinatietest

A

Bloedafname en nekplooimeting (nuchal scan) om vast te stellen of het kindje reisico loopt op het syndroom van Down
- Uitslag is percentage van de kans
- Alleen in eerste trimester wanneer je hoog risico loopt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

20 weken echo

A

Groei en ontwikkeling van het kind in beeld gebracht en gekeken of er voldoende vruchtwater aanwezig is en of placenta goed ontwikkeld is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Prenatale diagnostiek

A

Zeer recent en zorgt voor meer zekerheid
- NIPT
- Vlokkentest
- Vruchtwaterpunctie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

NIPT

A

Niet invasieve prenatale testen, 10e week, bloedafname

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

CVS test/vlokkentest

A

Klein stukje placenta weggeneomen en geanalyseerd. Minder gebruikt sinds komst van NIPT
- 10-12e week
- kans van miskraam 1 op 100

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Vruchtwaterpunctie

A

Vruchtwater bij zwangere vrouw afgenomen voor onderzoek. Cellen van foetus opkweken waardoor chromosomen patroon kan worden onderzocht. Chromosomale afwijkingen worden opgespoord.
- Kans van miskraam 1 op 200

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Antenatale/ prenatale depressie
Depressie tijdens de zwangerschap. 8.5-11% van de vrouwen. Depressie heeft ook effect op ongeboren kind.
26
Postnatele depressie/ postpartum depressie
Depressie die ontstaat binnen 4 weken na de zwangerschap. Symptomen kunnen aanhouden voor maanden en zijn gelijk aan klassieke depressie
27
Psychomotor retardation
Symptoom van postnatale depressie Traag worden in doen en laten
28
Psychomotor agitation
Symptoom van postnatale depressie Onbewuste handelingen door onrust en angst, nagel bijten
29
Risicofactoren voor postnatale/ postpartum depressie
- Geschiedenis van depressie - Depressie en angst tijdens zwangerschap - Neuroticisme - Laag zelfbeeld - Postpartum blues - Stressvolle levensgebeurtenissen - Slechte relatie tussen partners - Slechte sociale steun
30
Prevalentie Postnatale depressie
10-16% dus belangrijk om regelmatig te screenen voor postpartum depressie.
31
Voorkomen Postpartum Depressie
- Professionele thuisbezoeken - Telefonische steun van leeftijdgenoten - Interpersoonlijke psychotherapie Vroeg ingrijpen kan het voorkomen.
32
Behandeling Postpartum depressie
Moet snel gebeuren. Vergelijkbaar met behandeling andere vormen van depressie. Ook antidepressiva kan, wel opletten met borstvoeding.
33
Postnatale/ Postpartum Psychose
Psychose die voorkomt binnen 4 weken na bevalling. 1 of 2 op 1000 bevallingen.
34
Symptomen Postnatale psychose
- Depressieve of euforische stemming - Sterke stemmingswisselingen - Gedesorganiseerd gedrag en gedachtes - Verward denken - Grandioze of bizarre delusies - Hallucinaties - Suïcidale gedachtes - Gedachten aan ombrengen van het kind
35
Infanticide
Gedachten aan ombrengen van het kind
36
Behandeling postnatale psychose
Dringende evaluatie, psychiathrische verwijzing en mogelijke ziekenhuisopname. Meestal farmacotherapie en CGT.
37
Perinatale angst
Toegenomen risico op algemene angstsymptomen en een terugval van specifieke angststoornissen tijdens zwangersschap zoals paniek stoornis of OCD.
38
Associaties perinatale angst
Complicaties: - Laag geboortegewicht - Vroeggeboorte - Benauwdheid - Zwangerschapsvergiftiging - Depressies - Meer keizersneden - Problemen met band met kind
39
Perinataal verlies
Miskraam of doodgeboorte
40
Miskraam
Dood van foetus < 20 weken, 15% van zwangerschappen.
41
Doodgeboorte
Dood van foetus > 20 weken, 1% van de zwangerschappen
42
Onvruchtbaarheid
Na 12 maanden van goed getimede gemeenschap nog geen bevruchting.
43
Doel van onvruchtbaarheidsevaluatie
Identificeren van oorzaak, voorzien en bespreken van behandelopties, geven van prgonose en emotionele suport
44
Ovulatie inductie
Wordt toegepast wanneer de ovulatie/ eisprong niet of zeer onregelmatig plaatsvindt. Zorgt voor regelmaat waardoor er iedere maand eisprong komt.
45
Bijwerkingen ovulatie inductie
Emotionele labiliteit, korte termijn geheugenproblemen, abdominale zwelling, pelvic discomfort en gevoelige borsten.
46
Intracytoplasmatische sperma injectie (ICSI)
Vorm van IVF. Laboratiorium medewerker injecteert één enkele zaadcel direct in de eicel. Dit gebeurt in het lab, hierna teruggeplaatst in baarmoeder. Wordt toegepast wanneer man verminderd vruchtbaar is.
47
In vitro fertilisatie (IVF)
Eicellen van de vrouw en sperma van de man worden in een laboratorium bij elkaar gebracht, twee dagen later worden een aantal embryo's teruggeplaatst in de baarmoeder. Succesratio is 21% per cyclus poging.
48
Wanneer wordt IVF gedaan
Bij vrouwen van wie de eileiders niet goed functioneren, ernstige endometriose, onomkeerbare sterilisatie, onverklaarde vruchtbaarheid van man of vrouw. Ook gedaan met donor sperma of donatie van eicellen.
49
Geassocieerd met toegenomen IVF stress:
- Gevoel van controleverlies - Jezelf schuld geven van mislukte poging - Gebruik van vluchten als coping
50
Beschermende factoren tegen IVF stress
- Optimisme - Gevoel van lage verantwoordelijkheid voor de onvruchtbaarheid
51
Assessment voor onvruchtbare koppels
- Semi gestructureerde interviews (gescheidenis, huidige behoefte, coping, kijk op traject) - Psychologische testen (persoonlijkheid, depressie, coping)
52
Voorbehandeling
Vroeg in het traject betrokken en een belangrijke rol in het verstrekken van info over wat het koppel te wachten staat
53
Behandeling onvruchtbaar koppel
- Voorbereiden - Ethische problemen bespreken - Legale problemen bespreken - Mogelijkheden - Succesratio - Wat als het niet lukt
54
POP-poli
Afdelingen in ziekenhuizen speciaal voor vrouwen met een kinderwens of zwangere vrouwen, bedoeld voor vrouwen met (voorgeschidenis) psychologische klachten.
55
Wat gebeurt er op POP-poli
- Diagnose en behandeling van psychologische problemen - Advies over medicijngebruik tijdens zwangerschap/ borstvoeding - Educatie en counseling rond bevalling - Ziekenhuisopname tijdens of na bevalling - Poliklinisch multidisciplinarie na zorg
56
Menopauzale fase
Rond 50e levensjaar, niet meer vruchtbaar en geen menstruatie meer
57
Symptomen meopauzale fase
- Opvliegers - Osteoporose (vermindering botmassa) - Hart en vaatziekten (doordat hoeveelheid oestrogeen afneemt) - Genitale atrofie (dunner, minder elastische en minder goed doorbloed van genitale weefsel)
58
Reden psychische problemen overgang
- Kinderen volwassen en uit huis - Ouders ziek of overlijden - Huwelijkse instabiliteit
59
Seksuele problemen overgang
- Verminderde seksuele responsiviteit - Dyspareunia - Verminderde seksuele frequentie - Verlaagd seksueel verlangen
60
Oorzaken seksuele problemen overgang
- Hormonale veranderlingen - Psychologische en sociale veranderingen (partner weg, verzorgingstehuis, veranderling lichaamsbeeld)
61
Behandeling vrouw in menopauze
- Meer inzicht in problemen (symptoomboekje) - Hormonen voorschrijven - Psychosociale bronnen en levensstijlfactoren aanpakken - CBT, Psycho educatie en ontspanningsinterventies
62
4 categorieën van seksuele problemen
- Verlangen - Opwinding - Orgasme - Pijn
63
Urine incontinentie
Objectief aantoonbaar, ongewild urineverlies wat een sociaal of hygiënisch probleem kan zijn. Het is geen ziekte, wordt veroorzaakt door iets anders.
64
Stress incontinentie
Druk op de buik door bv hoesten, lachen, niesen, waardoor je urine verliest. De blaas hoeft helemaal niet vol te zijn om urine te verliezen.
65
Aandrangsincontinentie
Blaas wordt ineens gestimulerd waardoor je het gevoel hebt dat je naar toilet moet en het niet meer op kan houden.
66
Chronische bekkenpijn
Non cyclische gelokaliseerde pijn die constant of terugkomend is in de lage buikspieren voor ten minste 6 maanden.