Hoorcollege 13 - HIV/AIDS Flashcards
Competenties voor psychologen in medische settingen
- Beoordeling (metingen specifiek voor medische condities)
- Belangenbehartiging
- Onderwijs (trainen van medische proffesionals)
- Professionaliteit (doorgaan met leren)
Aanbevolen interview inhoud
- Attitude van patiënt tegenover doorverwijzing naar psycholoog
- Details van het probleem
- Wat maakt symptomen beter/slechter
- Mate van beperking in dagelijks leven
- Perceptie van de ziekte
- Social support systeem
Een psycholoog kan helpen om:
- Maximaliseren van de medische behandeluitkomst
- Verbeteren van therapietrouwheid
- Verminderen van stress/invloed op dagelijks leven
- Beter met de pijn omgaan
- Verminderen van afhankelijkheid van bepaalde medicijnen
- Vaststellen of bepaalde factoren de conditie verergeren
Omvang van diensten van psycholoog
- Beoordeling
- Psycho-educatie
- Interventies (gedragsbehandeling)
- Begeleiden/ faciliteren van groepstherapie
- Overleg met medisch personeel
Communicatie psycholoog
- Probeer helder taalgebruik te gebruiken zonder psychologisch jargon
- Zorg dat je op de hoogte bent van veelvoorkomende medische procedures
HIV
Een snel muterend retrovirus wat het immuunsysteem aanvalt. Het is ook de veroorzaker van AIDS.
Waar komt HIV het meeste voor
Sub Saharan Afrika
Waar in wereld besmettingen toegenomen en waar afgenomen?
Afgenomen in Noord Amerika, toegenomen in Zuid Amerika
Risicogroepen voor HIV:
- Drugsgebruikers die besmette naalden gebruiken en delen
- Mannen die seks hebben met mannen
- Sekswerkers (mannen en vrouwen)
- Mensen met lage SES
- Mensen in Sub-Saharan Afrika
3 manieren waarop immuunsysteem beschermt:
- Creëert een barrière die voorkomt dat bacteriën en virussen het lichaam binnendringen (huid, speeksel)
- Als bacterie of virus wel het lichaam inkomt, probeert immuunsusteem te detecteren en elimineren voordat het voortplant
- Als virus of bacterie kans krijgt zich voort te planten, probeert je immuunsysteem het te elimineren
B-cellen/ B-lymfocyten
Beschermen tegen bacteriën en parasieten. Ze maken specifieke antilichamen die binden aan specifieke antigenen. Onderdeel van de specifieke afweer.
T-cellen/ T-lymfocyten
Beschermen tegen virussen. Ze binden zich aan een specifieke cel zodat die doodgaat.
T- Helper cellen en HIV
Worden aangevallen door het HIV virus, waardoor je hele immuunsysteem uiteindelijk kan worden uitgeschakeld
Vier manieren van HIV overdracht:
- Persoon-tot-persoon door middel van lichaamsvocht tijdens seksuele gemeenschap
- Gebruik van HIV-besmet injectiemateriaal
- Moeder op kind
- Transfusie met besmet bloed
Retrovirus
Het reproduceert alleen in de levende cellen van de host. De host cel wordt binnengedrongen enbij elke deling wordt de genetische code van het virus vermenigvuldigd.
Welke cellen dringt HIV binnen
T-helper cellen of CD4+T cellen
Gezond individu en aantal T-helper cellen
1000 T-helper cellen per bloed unit
Diagnose Aids en aantal T-helper cellen
Minder dan 200 T-helpercellen per bloed unit
Stadia 0 HIV:
Initiële infectie en ontwikkeling van de antilichamen tegen het virus gedurende 2 tot 8 weken, aantal T cellen blijft rond de 1000
Stadia 1 HIV:
T-cel aantal verlaagt, maar nog steeds meer dan 500. Velen hebben geen uiterlijke symptomen.
Stadia 2 HIV:
T-cel aantal tussen 200 en 499
Stadia 3 HIV:
AIDS, aantal T-cellen onder de 200. Mensen hebben meer T-suppressor cellen dan T-helper cellen, hierdoor onderdrukking van immuunsysteem.