Hoofdstuk 9 - Maligne aandoeningen van de prostaat Flashcards

1
Q

Juist of fout?

Prostaatkanker is de eerste oorzaak van kankersterfte bij mannen.

A

Fout, het is de meest voorkomende tumor bij de man maar is de tweede oorzaak van kankersterfte.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welk type carcinoom doet zich het meest voor?

A

Adenocarcinoom.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Juist of fout?

Voedingsgewoonten spelen een belangrijke rol in het ontwikkelen van latente prostaatkanker naar klinisch relevante prostaatkanker.

A

Juist.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

In welke geografische regio’s is de incidentie het hoogst? Waar het laagst?

A

Hoogst: Noord-Amerika en West-Europa
Laagst: Verre Oosten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Is er plaats voor medicamenteuze preventie van prostaatkanker?

A

Neen, 5-alfareductaseremmers brachten een stijging van het aantal agressieve tumoren met zich mee.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wanneer is screening nuttig?

A

Bij een levensverwachting van meer dan 10 jaar, bij relatief jonge patiënten en patiënten met een positieve familiale anamnese.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wanneer zal prostaatkanker klachten geven?

A

Pas in een laat stadium.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke symptomen zal prostaatkanker geven indien er doorgroei is doorheen de urethra en blaashals?

A

Obstructieve plaslast met straalvermindering, nycturie, residugevoel en mictie in twee tijden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke symptomen zal prostaatkanker geven indien er doorgroei is doorheen de uretermond(en)?

A

Obstructie van de hogere urinewegen met koliekachtige flankpijn, maar ook vaak silentieus.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waar doen fracturen t.g.v. botmetastasering zich het vaakst voor?

A

In het axiale skelet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Waarop moet men bedacht zijn bij de patiënt met botmetastasering?

A

Wanneer de patiënt klaagt van rugpijn, krachtverlies, paresthesieën in de onderste ledematen en hyperreflexie moet fractuur van wervel met myelumcompressie gevreesd worden. Dit is een urgentie gezien de patiënt anders parapleeg zal worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Vanaf wanneer spreekt men van een verhoogd PSA?

A

Vanaf 4-4.5 ng/ml.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welke PSA-ratio (vrije/totaal PSA) is suspect voor prostaatkanker?

A

< 15%.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welke PSA-densiteit (PSA/prostaatvolume) is suspect voor prostaatkanker?

A

> 15%.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Waarvoor is TRUS handig?

A

Voor het berekenen van het prostaatvolume en voor het uitvoeren van prostaatbiopsies.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is de plaats van CT en botscan in de primodiagnose van prostaatkanker?

A

Hier zijn ze niet nuttig.

17
Q

Waarvoor zijn CT en botscan nuttig?

A

In de staging op afstand.

18
Q

Wat is de plaats van MRI bij prostaatkanker?

A

Het is een goede diagnostische tool en kan ook determineren of er uitbreiding is naar zaadblaasjes of prostaatkapsel.

19
Q

Welke voorzorgen moeten worden genomen bij prostaatbiopsie?

A

Er wordt profylaxe AB toegediend ter preventie van prostatitis.

20
Q

Wat wil ‘waakzaam wachten’ zeggen?

A

Er wordt geen curatieve therapie opgestart. In geval van symptomen zal palliatieve hormoontherapie worden opgestart.

21
Q

Bij welke patiënten kan waakzaam wachten gebruikt worden?

A

Patiënten met een levensverwachting van < 10 jaar en bij goed tot matig gedifferentieerde tumoren.

22
Q

Wat wil ‘actieve opvolging’ zeggen?

A

Er wordt niet meteen een curatieve behandeling opgestart maar de tumor wordt gevolgd met tussentijdse PSA-controles en prostaatbiopsie.

23
Q

Bij welke patiënten kan voor actieve opvolging geopteerd worden?

A

Patiënten met een laagrisicotumor met een levensverwachting van > 10 jaar.

24
Q

Hoe worden lokaal gevorderde T4-tumoren behandeld?

A

Radiotherapeutisch met concomitante ADT gedurende 18 maanden.

25
Q

Welke therapie is de hoeksteen van gemetastaseerde prostaatkanker?

A

Androgeendeprivatie therapie met het brengen van de testosteronconcentraties naar < 20 ng/dl.

26
Q

Wat zijn de bijwerkingen van ADT?

A

Libidoverlies en impotentie, vermoeidheid, warmteopwellingen, verminderde spiersterkte, verminderd denkvermogen, osteoporose, toegenomen vetmassa en anemie.

27
Q

Wat is castratierefractaire prostaatkanker?

A

Progressie van de prostaatkanker ondanks ADT. Dit is het eindstadium.

28
Q

Wat zijn de behandelopties van castratierefractaire prostaatkanker?

A
  • Chemotherapie: docetaxel IV om de drie weken
  • Secundaire hormonale manipulaties: abirateroneacetaat
  • Botondersteunende therapie: denosumab
  • Analgesie van pijnlijke botuitzaaiingen
29
Q

Welke effecten heeft docetaxel IV bij castratierefractaire prostaatkanker?

A
  • PSA-daling van 50% bij 45% van de patiënten
  • 35% van de patiënten klaagt minder van pijn
  • Verbetering van de levenskwaliteit bij 22% van de patiënten
  • Verlenging van de mediane overleving met 2.4 maand
30
Q

Welke bijwerkingen heeft docetaxel IV?

A

Haaruitval, leukopenie, vermoeidheid, nagelafwijkingen, allergische reacties, ontsteking van de zenuwuiteinden.

31
Q

Waaruit bestaat de werking van abirateroneacetaat?

A

Het is een CYP17-inhibitor die de productie van androgenen inhibeert.

32
Q

Wat is het effect van abirateroneacetaat?

A

Verlenging van de overleving van 4 maand.

33
Q

Wat zijn de bijwerkingen van abirateroneacetaat?

A

Hypokaliëmie, vochtretentie, hypertensie en leverfunctiestoornissen.

34
Q

Wat is de volgende stap indien het PSA na prostatectomie terug begint te stijgen?

A

Radiotherapie.

35
Q

Juist of fout?

Voor lokale tumoren geniet prostatectomie altijd de voorkeur boven radiotherapie.

A

Fout, de kankerspecifieke overleving voor lokale tumoren is gelijk tussen prostatectomie en radiotherapie.

36
Q

Bij wie kan brachytherapie worden toegepast?

A

Laag en eventueel intermediair risico tumoren.

37
Q

Wat zijn tegenindicaties voor brachytherapie?

A

Prostaat > 50 gram en matige-ernstige obstructieve plaslast.