Hoofdstuk 6 - Obstructies van de lage urinewegen bij de man Flashcards

1
Q

Wat zijn de verwikkelingen van een obstructie van de lage urinewegen?

A
  • Blaasspier dikker en minder uitrekbaar
  • Verminderde uitrekbaarheid leidt tot instabiele blaas
  • Slechtere lediging met residu als gevolg
  • Overrekking met acute retentie als gevolg
  • Finaal: uitzetting ureters en nierbekken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Juist of fout?

BPH is de frequentste reden voor heelkunde bij mannen boven de 70.

A

Juist.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Bij welke blaascapaciteit is specialistisch onderzoek nodig?

A

< 300 ml.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke volumes neemt de prostaat aan bij BPH?

A

> 30 ml.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Vanaf welke concentratie PSA spreekt men van BPH?

A

Minstens 1.5 ng/ml.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat doen alfablokkers?

A

Ze relaxeren de gladde spiercellen van de blaashals en de prostaat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke medicamenteuze therapie kan aangewend worden bij BPH?

A
  • Alfablokkers
  • 5-alfareductaseremmers
  • Taladafil (fosfodïesterase-5-inhibitor)
  • Anticholergica
  • B3-mimetica
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Juist of fout?

Alfablokkers werken onmiddelijk.

A

Juist.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Juist of fout?

5-alfareductaseremmers werken onmiddelijk.

A

Fout, het resultaat wordt pas na 6 maand bereikt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn de nevenwerkingen van alfablokkers?

A

Hypotensie, vermoeidheidsgevoel, retrograde ejaculatie en ‘floppy iris’.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Waaruit bestaat de werking van 5-alfareductaseremmers?

A

Ze remmen de omzetting van testosteron naar dihydrotestosteron. De afwezigheid van dihydrotestosteron leidt tot apoptose van de prostaatkliercel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is een indicatie voor het opstarten van 5-alfareductaseremmers?

A

Een prostaatvolume > 30 ml. Het kan enkel worden opgestart wanneer het volume gemeten is!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is de voornaamste bijwerking van 5-alfareductaseremmers?

A

Verminderd libido.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is het nadeel van 5-alfareductaseremmers?

A

Bij stoppen van de therapie is er een snelle teruggroei van de kliercellen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Bij welke patiënten is de combinatie van tamsulosine (alfablokker) met solifenacine (anticholinergica) interessant?

A

Bij patiënten met hoofdzakelijk irritatieve klachten en zonder groot postmictioneel residu.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wanneer is TURP gecontraïndiceerd?

A

Bij prostaatvolume > 80 ml: te grote kans op bloedingen.

17
Q

Welke ingreep heeft meer complicaties? TURP of enucleatie?

A

Ze zijn beide gelijk.

18
Q

Hoe kan een enucleatie worden uitgevoerd?

A

Het kan zowel via open retropubische toegansgweg als laparoscopisch als via de plasbuis.

19
Q

Wat is de belangrijkste oorzaak van urethrastricturen in de westerse wereld?

A

Manipulatie door artsen en verpleegkundigen.

20
Q

Wat is de tweede belangrijkste oorzaak van urethrastricturen in de westerse wereld?

A

Ongevallen (bekkenfractuur).

21
Q

Welk deel van de urethra wordt het vaakst beschadigd bij een bekkenfractuur? Waarom?

A

De urethra kan net distaal van de prostaat (gedeeltelijk) afgerukt worden omdat hij daar niet door stevige structuren is omgeven.

22
Q

Wat is de belangrijkste oorzaak van urethrastricturen in ontwikkelingslanden?

A

Onvoldoende behandelde infecties van de plasbuis.

23
Q

Hoe mogen urethrastricturen zeker niet behandeld worden?

A

Door dilataties.

24
Q

Bij welke patiënten hebben endoscopische incisies nog een plaats?

A

Bij niet al te nauwe en korte stricturen met nog een zichtbaar lumen die maximaal één keer zijn behandeld.

25
Q

Welke heelkunde geeft de beste genezingskans?

A

Open heelkunde.