Hoofdstuk 10 - Maligne aandoeningen van de testes Flashcards

1
Q

Op welke leeftijd worden mannen vaak getroffen door testistumoren?

A

Tussen de 15 en 35 jaar.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welk ras heeft vaker last van testistumoren?

A

Kaukasische mannen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke testis is vaker aangetast? Hoe komt dit?

A

De rechter, die is ook vaker aangetast door cryptorchidie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoeveel procent kans lopen mannen met cryptorchidie op het krijgen van testistumoren?

A

7-10%.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waaruit bestaan de meeste testistumoren?

A

Uit de kiemcellen (95%).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waaruit onstaat niet-kiemceltumoren?

A

Sertoli- en Leydigcellen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is de enige kiemceltumor dat hematogeen uitzaait?

A

Choriocarcinoom. Dat gebeurt naar de longen, lever, hersenen en botten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is meestal het 1e klinisch teken?

A

Atypische scrotumzwelling (90%).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Vul aan: In 10% van de gevallen komt van tot de diagnose van testistumoren door de …

A

Klinische manifestatie van de metastasen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn de klinische symptomen van uitzaaiing?

A
  • Pijnlijke hydronefrose door retroperitoneale metastase
  • Gastro-intestinale ongemakken door retroduodenale metastase
  • Supraclaviculaire zwelling
  • Longsymptomatologie, bv. dyspnoe of hemoptoe
  • Lumbale pijn door retroperitoneale metastase
  • Uni- of bilateraal oedeem onderste ledematen door retroperitoneale metastase
  • Botpijn door botmetastase
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat moet men doen wanneer men een longtumor of een metastatische lymfeklier opmerkt bij een mannelijke adolescent?

A

De teelballen nakijken d.m.v. echografie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke tumormerkers kunnen aangevraagd worden?

A

Alfafoetoproteïne, bèta-hCG en lactaatdehydrogenase (LDH).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welke kiemceltumoren produceren geen alfafoetoproteïne?

A

Seminomen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is de halfwaardetijd van alfafoetoproteïne?

A

Vijf tot zeven dagen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is de halfwaardetijd van bèta-hCG?

A

24-36 uur.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Bij welke soort tumor is LDH vaak verhoogd?

A

Bij seminomen.

17
Q

Welke beeldvorming wordt als diagnostisch gezien?

A

Hypo-echogene zone binnen de tunica albuginea op echografie.

18
Q

Welke beeldvormende onderzoeken moeten nog gebeuren na de diagnose van een testistumor?

A

CT thorax en abdomen.

19
Q

Waaruit bestaat de behandeling van stadium I seminomen?

A

Preventieve chemo (1x carboplatine)

20
Q

Waaruit bestaat de behandeling van stadium II seminomen?

A

Radiotherapie en/of chemotherapie.

21
Q

Waaruit bestaat de behandeling van stadium III seminomen?

A

Chemotherapie.

22
Q

Waaruit bestaat de behandeling van stadium I non-seminomen?

A
  • Actieve opvolging
  • Indien lymfovasculaire invasie: preventieve chemotherapie of retroperitoneale lymfeklieruitruiming
23
Q

Waaruit bestaat de behandeling van stadium II non-seminomen?

A

Chemotherapie.

24
Q

Waaruit bestaat de behandeling van stadium III non-seminomen?

A

Chemotherapie.

25
Q

Wat is de prognose van een testistumor?

A

De prognose is uitstekend.