Hoofdstuk 7 - Maligne aandoeningen van de nier Flashcards

1
Q

Hoe worden de meeste niertumoren ontdekt?

A

Per toeval naar aanleiding van een echografie of CT voor een andere indicatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke tumor bevat zowel bloedvaten, gladde spiercellen als vetweefsel?

A

Een angiomyolipoma.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn de symptomen van een angiomyolipoma?

A

Vaak zijn er geen. Indien er zich een bloeding voordoet: flankpijn, hematurie en soms zelfs hypovolemie en shock.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe kan een angiomyolipoma op beeldvorming onderscheiden worden van andere massa’s?

A

Op CT zal ze zwart kleuren en op echografie wit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Vul aan: Het renale angiomyolipoma is in … (1) % geassocieerd met … (2), een erfelijke aandoening gekenmerkt door … (3), … (4) en … (5).

A

1: 10
2: tubereuze sclerose
3: mentale retardatie
4: epilepsie
5: adenomata sebacea

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is het beleid in geval van een angiomyolipoma?

A
  • Indien < 4cm en asymptomatisch: echografische opvolging
  • Indien > 4cm en symptomatisch: resectie of embolisatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Juist of fout?

Oncocytomen zijn op CT niet te differentiëren van hypernefromen.

A

Juist.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe worden oncocytomen vaak gediagnosticeerd?

A

Het is vaak een post-hoc diagnose na chirurgische resectie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat betreft de opvolging van oncocytomen?

A

Na chirurgische resectie is dit niet nodig want metastasering komt niet voor.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is de prevalentie van niercysten?

A
  • 30-50 jaar: 1.5-2%
  • Boven 70 jaar: 15-30%
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke symptomen brengen niercysten mee?

A

Meestal is het asymptomatisch. Indien volumineus genoeg is er abdominaal drukgevoel of hydronefrose door druk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is PKN en wat zijn de gevolgen?

A

Polycystische nieren is een autosomaal dominante aandoening met bilateraal multipele cysten. Op termijn leidt dit tot terminale nierinsufficiëntie en transplantatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welke cysten geven een verhoogd risico op maligniteit?

A

Cysten met een verdike wand of bij aankleuring van de inhoud na contrasttoediening.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is de behandeling van niercysten?

A
  • Asymptomatisch Bosniak 1 + 2: geen
  • Symptomatische Bosniak 1 + 2: laparoscopische marsupialisatie
  • Bosniak 2 met wandverdikking en/of septa: echografische opvolging
  • Bosniak 3 + 4: therapie idem als hypernefromen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Waar ligt de piekincidentie van hypernefromen?

A

Tussen de 60 en 70 jaar.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is de belangrijkste uitlokkende factor van een hypernefroom?

A

Roken.

Andere: obesitas, hypertensie

17
Q

Welke beeldvorming is de gouden standaard voor de diagnose voor hypernefromen en moet dus aangeboden worden aan elke patiënt met silentieuze macroscopische hematurie?

A

CT met blanco en contrastopnames.

18
Q

Wat is een indicatie voor nierbiopsie?

A
  • Ablatieve therapieën (cryo- of radiofrequente ablatie)
  • Actieve opvolging
  • Gemetastaseerde niertumoren waarbij geen nefrectomie zal gedaan worden
19
Q

Welke verdere stappen moeten ondernomen worden indien er een hypernefroom op CT te zien is?

A
  • Longmetastasen nagaan: Rx of CT thorax
  • Botscan: enkel indien botpijn
  • Hersenscan: enkel indien neurologische symptomen
20
Q

Wat is de stnadaardbehandeling voor T1-tumoren?

A

Partiële nefrectomie laparoscopisch of robotgeassisteerd..

21
Q

Wat is de standaardbehandeling voor T2-tumoren?

A

Radicale nefrectomie laparoscopisch of robotgeassisteerd.

22
Q

In welke gevallen worden T2-tumoren toch met partiële nefrectomie behandeld?

A

Nierinsufficiëntie, tumor in unieke nier, bilaterale tumoren en hereditaire tumoren.

23
Q

Wat is de standaardbehandeling van T3 en T4-tumoren?

A

Radicale nefrectomie via open ingreep.

24
Q

Bij welke patiënten is ablatieve therapie een optie?

A
  • Kleine, perifeer gelegen tumoren bij patiënten met hoog operatief risico
  • Bilaterale hereditaire tumoren
25
Q

Bij welke patiënten is actieve opvolging een optie?

A

Kleine tumoren zonder groeiende tendens bij patiënten met hoog operatief risico.

26
Q

Is chemotherapie bij hypernefromen een optie?

A

Nee, ze zijn chemotherapieresistent.

27
Q

Bij welke patiënten is immunotherapie met IL-2 een optie?

A

Patiënten met een goede algemene toestand met clearcellhypernefroom en enkel longmetastasen.