Hoofdstuk 9: de vraagzijde: de reëele sfeer Flashcards

1
Q

Hoe ziet de AV en AA er grafisch uit met de veronderstelling van de Keynesiaanse theorie van een stabiel, algemeen prijspijl.

A

Aanbod zal altijd zijn wat er gevraagd wordt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Geef de centrale stelling van de Keynesiaanse theorie. Leg het terugkoppelingseffect uit. Geef de formule waarbij er rekening gehouden wordt dat er geen inflatie is.

A
Centrale stelling
= tekort aan AV kan leiden tot landurige werkloosheid
Terugkoppelingseffect
= C stijgt --> Y stijgt --> C stijgt --> ...
Y = P * Q
gy = inf + gq
--> geen inflatie
Y = Q
nationaal inkomen = nationaal product
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Geef de consumptiefunctie, de spaarfunctie, leg uit wat de marginale consumptie- en spaarquote is en wat de gemiddelde consumptiequote is.

A

C = Co + cYb
S = -Co + s
Yb
c = verandering C / verandering Yb (bv. 0,6)
s = 1 - c
gemiddelde consumptiequote = C/Yb = Co/Yb + c

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is de structureele vorm van een economisch model, en op welke 3 manieren kunnen we dit aantonen?

A

C + I = AV = AA = Y

  1. numeriek
  2. grafisch
  3. lagebraïsch
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Leg de verhouding AV en nationiaal product uit, en welke invloed het heeft op de economie.

A

AV > nationaal product = outputtekort
voorraden dalen, productie stijgt
AV < nationaal product = outputoverschot
voorraden stijgen, productie daalt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Leg uit: evenwichtsniveau: numeriek voorbeeld

A

I = S

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Leg uit: evenwichtniveau: grafisch voorbeeld

A

Grafisch:
AV = AA
I = S

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Leg uit: evenwichtsniveau: algebraisch voorbeeld

A

Y* (=evenwichtsinkomen) = Co + exogene I/1-c (s)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe berekenen we de investeringmultiplicator?

A

Verandering Y / verandering I

– > 1/1-c –> 1/s

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Leg uit: overhiedsuitgaven

A

G = exogene G

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Leg uit: belastingen (functie + samenstelling)

A
T = To + tY
T = personenT + venootschapsT + indirecteT + SZ - uitgaande transfers (kindergeld, ...)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe berekenen we het deficiet van de overheid?

A

D = exogene G - To - tYb

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is defecit spening?

A

Bij een lage conjunctuur weinig T en veel G –> schulden maken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe berekenen we Import?

A

Z = Zo + zYb

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoe berekenen we Export?

A

E = exogeen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe berekeken we LR?

A

exogene E - Zo - zYb

17
Q

Geef het algemeen model van het evenwichtsniveau in reële sfeer.

A

Co + exog. I + exog. G + cTo + exog. E - Zo

/ 1 - c(1-t) + z

18
Q

Waarom zijn I, G en E endogeen?

A

I: het zijn de gewenste investeringen
G: bepaald door de politiek
E: afhankelijk van buitenland, geen invloed op

19
Q

Geef de beknopte evenwichtvoorwaarde en voeg hier de overheid en buitenland bij toe.

A

I = S
I + G + E = S + T + Z
Koopkracht = koopkrachtlekken

20
Q

Investeringsmultiplicator (reëele sfeer)

A

1 / s+ct+z