Hoofdstuk 4: nationaal en reeël BBP Flashcards
Leg uit: het BBP in lopende en constante prijzen
BBP aan lopende prijzen = geldsom die in het jaar verdiend is = prijs van het jaar waarover het gaat
= NOMINAAL BBP
BBP aan constante prijzen = hoeveelheid er geproduceerd werd = tegen prijzen van het basisjaar
= REEËL BBP
Wat bedoelen we met kettingprijzen?
obv prijzen van het voorgaande jaar
bv. 2001
Leg uit: hoe gaan we van Yt naar Qt door middel van Pt
Yt = nominaal BBP Qt=Reëel BBP Pt = BBP-deflator = prijsindex (wat is het prijsniveau) Pt=Yt/Qt Yt*Pt=Qt
Leg uit: jaarlijks groeicijfer
=verandering van Q/Q vorig jaar * 100 = %-verandering
–> reëel BBP (altijd gebruikt tenzij anders vermeld)
Leg uit: index BBP
Qt/Qo*100
Leg uit: progressief en degressief
prograssief: steets grotere stijging
degressief: steeds kleinere stijging
Leg uit: maakt het iets uit of er een groei is van 1% of van 2%?
Ja, een kleine verandering in het groeipercentage zorgt ervoor dat op lange termijn het veel langer duurt om de economie te laten groeien
Geef de 5 recessies sinds WOII.
1975: 1ste oliecrisis
- ‘73 Jom Kippoer oorlog: Egypte/Syrië vs Israël (dat gesteund werd door Europa) –> OPEC-landen: oke dan verhogen wij onze prijs x2 –> EU economie draaide door omdat er nog geen kernenergie was.
1981: 2de oliecrisis
- ‘79 2de oliecrisis
- ‘74-‘81: turbulente periode met oa stagflatie (grote overheidsschulden, Hb daalt –> competetivitieit daalt
- ‘82 devaluatie Belgische Frank –> start van het herstel
1993
-‘92: sadam Houssein (Irak) valt koeweit binnen. Alle VN landen samen tegen Saddam. VS verkocht het als “bang van hebben”, maar blijkt niets voor te stellen
2009
–> financiële crisis van 2008
2013
- “self inflicted recession” Door “slecht” macro-economisch beleid. (Besparingen). Vooral Griekenland
Leg uit: outputkloof en conjunctuur.
Outputkloof = verschil tussen reëel BBP en BBP trend (potentieel BBP)
Concjunctuur: hoog of laag: zie Keynes.
Geef de functie ivm nominale groei, inflatie en reële groei (%)
nominale groei % = inflatie% + reële groei%
Wat is stagflatie?
Inflatie + een economie die stagneerd/achteruit gaat (bv. ‘79: negatieve reële groet + inflatie = positieve nominale groei)
Waarom is het BBP niet perfect als maatstaf voor de welvaart?
Bepaalde goederen worden niet meegeteld (bv. strijken)
Zwart werk zit niet in statistieken
Bepaalde activiteiten zitten wel in BBP, maar zijn niet welvaartverhogend. (bv extra politie door stijgende criminaliteit)