Hoofdstuk 3: het nationaal inkomen Flashcards

1
Q

Wat bedoelen we met “nationaal”

A

over de inwoners/residenten van een bepaald grondgebeid. Niet Belgen, maar de personen die in België verblijven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe gaan we van BBP naar NNBI

A

BBP+NFIB-Dep+NTRA

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn inkomenstransfers en geef 5 voorbeelden.

A

Inkomen dat naar het buitenland gestuurd wordt
bv.
1. geldzendingen van migranten (=remittances)
2. Ontwikkelingshulp
3. Verkeerboetes
4. Boetes van overheden
5. Lidgelden aan internationale organisaties (bv. VN)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is het verband tussen NNBI en binnenlandse vraag?

A

NNBI=netto binnenlandse vraag (C+G+Inet) + netto inkomstenoverdracht uit buitenland (E-Z+NFIB+NTRA)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe bereken ik het saldo op de lopende rekening?

A

LR = E-Z + NFIB + NTRA
LR = NNBI - (C+G+Inet)
Waarom? NNBI=(C+G+Inet) + LR

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Gevolgen van een surplus of een deficit op de lopende rekeningen.

A
Surplus:
--> toename int reserves
--> afname buitenlandse schuld of lening toestaan
Deficit
--> afname int reserves
--> toename buitenlandse schuld
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe groot is de som van alle saldi op ALLE LR wereldwijd?

A

0

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe bereken je de Handelsbalans, en is de handelsbalans hetzelfde als de LR?

A

HB= E-Z

Is niet hetzelfde, De handelsbalans is wel een belangrijk onderdeel van de LR

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat bedoelen we met Global inbalances en geef een voorbeeld.

A

Dit is de toenemende divergentie tussen surplus- en deficit-landen. Bv; China en VS: China exporteert en heeft hgeel veel internationale reserves, VS importeert en consumeerd heel veel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is de betalingsbalans?

A

De waarde van economische transacties die gedurende een gegeven jaar plaatsvinden tussen een land een de rest van de wereld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Uit welke 3 delen bestaat da betalingsbalans

A

LR, kapitaalrekening en financiële rekening

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat kan men doen met overschot/tekort op LR

A

Overschot: krediet verstrekken aan buitenland
Tekort: Inet financieren met buitenlandse leningen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoe bereken je de LR

A

HB (E-Z) + NFIB + NTRA

Handelsbalans + primair inkomen + secundair inkomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Leg uit: kapitaalrekening

A

Aan- en verkoop van niet geproduceerde niet financiële activa (transfer voetballen, auterusrecht, …)
Vermogensoverdracht (Erfenis uit buitenland, immigrant brengt spaarboekje mee, …)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Leg uit: de financiële rekening en de 4 rubrieken

A

= wat er gebeurt met de koopkracht uit de LR en KR.
Dus FR=LR+KR
Veranderingen in de activa/tegoeden en pasiva/verplichtingen van overheid, instellingen, particulieren en bedrijven tov het buitenland.
–> evolutie van onze bezittingen in het buitenland en buitenlandse bezittingen bij ons –> NIET VOORRAAD
Bv. Onderneming Exporteer: verwerft geld (LR)
–> Met dit geld koopt het aandelen in buitenland (=FR)
1.Directe investeringen (bv Belg koopt buitenland bedrijf)
2. Portefuillebeleggingen (Bv Belg koop buitenlands aandeel, buitenlander koop belgische obligatie, …)
3.Overig financieël verkeer
= veranderingen in deposito’s en schulden bij buitenlandse banken
–> Belg zet geld op buitenlandse bank, of gaat schulden aan bij buitenlandse bank
4. Reserve-activa van de nationale bank
= “officiële devisiereserven” bv Goud, buitenlandse munten, …

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly